week 4 Flashcards

1
Q

HR Verpleegster

A

Essentie
Dit arrest staat in het teken van de zogenaamde Garantenstellung. Een verpleegster hield een flesje met de verkeerde vloeistof voor aan een andere verpleegster, die daarmee een injectiespuit vulde. Vervolgens diende de chirurg de vloeistof aan de patiënt toe. De patiënt overleed ten gevolge van toediening van een overdosis van de verkeerde vloeistof. Aan de verpleegster wordt dood door schuld ten laste gelegd.

Rechtsregel
De Hoge Raad heeft uit de gebezigde bewijsmiddelen, gelet met name op de opleiding van de verdachte (de Garantenstellung), de aard van de werkzaamheden die door haar werden verricht met het oog op verdoving ter gelegenheid van een operatieve ingreep, alsmede haar wetenschap omtrent het vertrouwen dat in haar moest worden gesteld en omtrent het ontbreken van controle door de andere zuster en door de chirurg, kunnen afleiden dat verdachte aanmerkelijk is te kort geschoten voor wat betreft de op haar rustende verplichting om de nodige oplettendheid te betrachten en dat de handelswijze van de verdachte mitsdien getuigt van een min of meer grove mate van onoplettendheid, welke schuld oplevert in de zin van artikel 307 van het Wetboek van Strafrecht.

Inhoud arrest
De verdachte was op 8 september 1960 als verpleegster werkzaam in het ziekenhuis. Zij had tot taak de chirurg bij operaties, te assisteren. Verdachte was immers tot operatiezuster opgeleid. De verdachte heeft als omloopzuster geassisteerd bij de operatie van een patiënt. Tot haar taak behoorde onder meer het voorhouden van flesjes of ampullen aan de mede assisterende verpleegster, inhoudende oplossingen van een samenstelling zoals die door de chirurg of mede assisterende verpleegster werden aangeduid.
Dit ter vulling van injectiespuiten met behulp waarvan en met de inhoud waarvan de patiënt, ter verkrijging van een plaatselijke verdoving, door de chirurg moest worden ingespoten. Bij de bewuste operatie krijgt de verdachte de opdracht om een flesje inhoudende de vloeistof procaine (novocaine) aan te reiken aan haar mede assisterende verpleegster. De verdachte heeft in plaats van een flesje inhoudende de vloeistof procaine (novocaine) een flesje met de vloeistof adrenaline gepakt en aan de andere verpleegster overhandigd, die op haar beurt twee injectiespuiten met deze vloeistof vult en aan de chirurg geeft.
De chirurg dient vervolgens de vloeistof toe aan de patiënt. De patiënt ontvangt een zodanige overdosis adrenaline, dat zij dientengevolge kort daarop is overleden. Verdachte geeft aan dat zij begrepen heeft dat zij een flesje met de vloeistof procaine (novocaine) had moeten voorhouden. Het was ook haar bedoeling geweest om de juiste vloeistof aan te reiken. De verdachte geeft aan dat zij wel voldoende oplettend was toen zij het flesje uit de kast nam, zij naar het etiket heeft gekeken, maar dat niet tot haar is doorgedrongen wat daar nu precies op stond.
Daardoor heeft zij het verkeerde flesje aangereikt. Verdachte voert aan dat deze tekortkoming haar niet als grove onoplettendheid kan worden verweten, daar deze fout menselijk is en in de hand is gewerkt door allerlei niet aan de verdachte te wijten omstandigheden zoals overwerktheid, werken in een minder vertrouwde omgeving en het ontbreken in die operatiekamer van de normaal gebruikelijke orde. Verdachte vervolgt dat zij weet dat op een goede omloopzuster vertrouwd moet kunnen worden en dat de andere zuster of dokter haar niet zouden controleren, hetgeen ook niet is geschied.
Verdachte heeft nooit geleerd dat dergelijke controles op een omloopzuster moeten plaatsvinden. Aan de verdachte wordt dood door schuld ten laste gelegd. Vervolgens draait het om de vraag of aan de verdachte een verwijt kon worden gemaakt van het aanreiken van een verkeerd flesje. De rechter ging de kwaliteit van de oplettendheid nader bepalen, die rechtens in verband met de functie en de omstandigheden mocht worden geëist (de Garantenstellung).
Het gaat hier dus om de schending van de bijzondere plichten van oplettendheid en zorgvuldigheid, die samenhangen met het beroep en het werk. Schending van deze plichten is strafrechtelijk van belang als daaruit desastreuze gevolgen zijn voortgevloeid. De Hoge Raad verwerpt het beroep en oordeelt dat van een opgeleide operatiezuster als verdachte gezien de aan haar bekende risico’s, te allen tijde voldoende zorgvuldigheid verwacht kan en moet worden en dat het niet voldoen aan deze elementaire eis haar in het algemeen als grove schuld moet worden aangerekend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

HR Blackout

A

Inhoud:
Deze zaak betreft een verkeersongeval op 12 juni 2001 waarbij de verdachte, rijdend op de Van Heemstraweg, door een plotselinge stuurbeweging op de verkeerde weghelft terechtkwam en frontaal botste met een andere auto. De verdachte stelde dat zij een “black-out” had gehad, waardoor ze geen controle had over haar voertuig. Het Gerechtshof Arnhem achtte haar schuldig aan “aanmerkelijke onoplettendheid en/of onachtzaamheid” en veroordeelde haar tot een geldboete en een voorwaardelijke rijontzegging.
In cassatie klaagde de verdediging over de motivering van de bewezenverklaring. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet had gemotiveerd waarom de gestelde black-out tóch aan de verdachte kon worden verweten. Hierdoor was de bewezenverklaring onvoldoende onderbouwd.

Rechtsregel:
Voor schuld in de zin van artikel 6 Wegenverkeerswet 1994 is vereist dat de verdachte aanmerkelijk onoplettend of onachtzaam heeft gehandeld. Indien de verdachte een beroep doet op een plotselinge, niet verwijtbare black-out, moet het gerechtshof expliciet motiveren waarom die omstandigheid wel of niet als verontschuldigbaar wordt beschouwd. Het ontbreken van een dergelijke motivering maakt de bewezenverklaring ontoereikend.

Uitkomst:
De Hoge Raad vernietigt het arrest van het Gerechtshof Arnhem en verwijst de zaak naar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

HR Roekeloosheid

A

Inhoud:
De verdachte reed op 14 september 2021 op de N297 bij Born met extreem hoge snelheden (tussen 157 en 278 km/u), voerde gevaarlijke manoeuvres uit, zoals “donuts” draaien, en negeerde de verkeersregels. Dit resulteerde in een aanrijding met een andere auto, waarbij de bestuurder zwaar lichamelijk letsel opliep. De verdachte probeerde te vluchten na het ongeval. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan roekeloos rijgedrag en dat het ongeval, met ernstig letsel tot gevolg, door zijn roekeloosheid werd veroorzaakt. Het cassatiemiddel tegen dit oordeel werd verworpen door de Hoge Raad.

Rechtsregel:
1. Roekeloosheid in het verkeer betekent het opzettelijk in ernstige mate schenden van de verkeersregels, waardoor een aanzienlijk gevaar voor ernstig lichamelijk letsel of de dood wordt gecreëerd.
2. Het hof heeft terecht vastgesteld dat het gedrag van de verdachte als roekeloos kan worden gekwalificeerd, gezien de extreme snelheden en de gevaarlijke manoeuvres.
3. Het veroorzaken van een verkeersongeval door dergelijk gedrag leidt tot de conclusie dat de verdachte roekeloos heeft gereden, en de Hoge Raad bevestigde dit oordeel.
Roekeloos rijgedrag kan leiden tot een verzwaring van de straf, zoals in dit geval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Verhouding opzet en culpa
A
  • Opzet: willen en weten
  • Culpa: niet-willen (en soms niet-weten)
    > Bewuste vs. onbewuste schuld
  • Verschil in strafmaat
  • Aliud of minus? (NJ 2015/362, m.nt. Keijzer)
    Is culpa een minder erge versie van opzet (=minus)? Of is het iets compleet anders (=aliud)? -> geen heel duidelijke uitkomst -> maar op basis van uitspraak HR blijkt het dat zij meer uitgaan van een minus (ofwel sprake van culpa betekent niet meteen dat opzet uitgesloten wordt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aliud of minus? (NJ 2015/362, m.nt. Keijzer)

A

Is culpa een minder erge versie van opzet (=minus)? Of is het iets compleet anders (=aliud)? -> geen heel duidelijke uitkomst -> maar op basis van uitspraak HR blijkt het dat zij meer uitgaan van een minus (ofwel sprake van culpa betekent niet meteen dat opzet uitgesloten wordt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Algemene opmerkingen over culpa
A
  • Normatief begrip: verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid
  • Waarom strafbaar? > gaat niet om de intentie, maar om de onvoorzichtbaarheid -> strafdoel: middel om risico’s zo veel als mogelijk uit te bannen (generaal preventieve werking), emoties te reguleren
  • Twee soorten culpoze delicten
    > Culpoze gevolgsdelicten (bijv. art. 307 Sr)
    > Culpa heeft betrekking op bijkomende omstandigheid (bijv. art. 417bis Sr) -> vaak samengesteld met opzettelijk en schuld (opzettelijk voor handen hebben van een goed waarvan je redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze gestolen is)

Culpa in de wet
* Hoe is culpa te herkennen in de delictsomschrijving?
- ‘Schuld’ (bijv. art. 372 Sr)
- ‘Redelijkerwijs moet vermoeden’ (bijv. art. 420quater Sr)
- ‘Onachtzaamheid’ (art. 199 lid 3 Sr)

  • Open normen: geen gedraging in delictsomschrijving

Tenlastelegging
* Tenlastelegging moet culpa concretiseren
* Geen onderscheid bewuste/onbewuste schuld
* Wel onderscheid naar mate van schuld:
- ‘Roekeloos, althans zeer, althans aanmerkelijk onvoorzichtig’
Of: onzorgvuldig, nalatig, onachtzaam, onoplettend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Inhoud culpa
A
  • Aanmerkelijke onvoorzichtigheid
  • Verwijtbaarheid
  • Causaliteit (bij culpoze gevolgsdelicten)
  • Culpa omvat wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid

Vaststelling culpa
* Was het gedrag van verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig?
- Beoordeling aan de hand van zorgvuldigheidsnormen
- Wordt (mede) bepaald door de context
- Invulling aan de hand van gezichtspunten

  • Was het gedrag verwijtbaar? -> had hij ook anders kunnen handelen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aanmerkelijke onvoorzichtigheid

A
  • Anders moeten handelen
  • Aard van de gedraging en context bepalend -> deze geven aan welke zorgvuldigheidsnormen in deze specifieke context van toepassing zijn
  • Schending geschreven of ongeschreven normen/zorgplichten
  • Wettelijke normen
  • Protocollen, richtlijnen, circulaires, etc.
  • Ongeschreven normen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aantal en inhoud normschendingen

A
  • Eén normschending voldoende voor culpa?
  • Blackout-arrest: ‘het geheel van gedragingen van de verdachte, de aard en ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval’
    > Er hoeft dus niet altijd meer dan één norm te zijn, hangt af van de context en feiten en omstandigheden
  • Aard en ernst van de normschending
  • Ernst van het gevolg niet bepalend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Garantenstellung

A
  • Context van de gedraging
    > Ervaring telt ook al; je hoort bij schietclub en raakt iemand met vuurwapen
  • Opleiding, ervaring, bijzondere verantwoordelijkheid
  • Verhoogde zorgplicht in bepaalde beroepen (Verpleegster-arrest)
  • In het verkeer? -> meningen lopen uiteen of als je een gemotoriseerde verkeersdeelnemer bent je een garantenstellung hebt -> je hebt rijbewijs gehaald maar het is zo’n alledaagse handeling geworden; OM gaat wel uit van rijbewijs. Sowieso garantenstellung als je rijdt voor een beroep (vrachtwagenchauffeur, taxi)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voorzienbaarheid

A
  • Voorzienbaarheid gevolg kan een relevant gezichtspunt zijn
  • Zowel meer objectieve als meer subjectieve benadering kan een rol spelen
  • Kunnen voorzien: gelet op concrete omstandigheden -> subjectieve benadering
    Moeten voorzien: gelet op algemene ervaringsregels -> objectieve benadering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geoorloofd risico

A
  • Zekere mate van risico onvermijdelijk
  • Welke mate van risico is nog ‘geoorloofd’?
  • In bepaalde contexten:
  • Verkeersdeelname (=iemand inhalen op de snelweg)
  • Sport- en spelsituaties (=bokswedstrijd)
    > Verzin niet zelf een risico erbij, houdt het bij deze twee situaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verwijtbaarheid

A

> Heb je aanmerkelijk onvoorzichtig gehandeld, is dat automatisch verwijtbaar
* Anders kunnen handelen (vermijdbaarheid)
* Verwijtbaarheid wordt veelal verondersteld als sprake is van aanmerkelijke onvoorzichtigheid
* Maar: onderzoek nodig bij verweren die de verwijtbaarheid aantasten (Blackout-arrest)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Culpa en het beslissingsmodel

A
  • Culpa omvat wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid
  • Beide elementen van strafbaarheid zijn onderdeel van de bewijsvraag (1e hoofdvraag art. 350 Sv)
  • Geen culpa leidt dus tot vrijspraak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Roekeloosheid
A
  • Zwaarste vorm van onvoorzichtigheid (sinds 2006)
  • Wettelijke strafverzwaringsgrond
  • Jurisprudentiële invulling roekeloosheid:
  • Buitengewoon onvoorzichtige gedraging
  • Zeer ernstig gevaar
    Verdachte was zich hiervan bewust of had dat moeten zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Roekeloosheid in het verkeer

A
  • Sinds 1 januari 2020: art. 175 lid 2 WVW i.c.m. art. 5a lid 1 WVW (op moment dat je 5a overtreedt, levert dat automatisch roekeloosheid op)
  • ‘opzettelijk zich zodanig in het verkeer gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate worden geschonden’
  • Verruiming van het roekeloosheidsbegrip in verkeerszaken

Roekeloosheid via art. 5a WVW in de jurisprudentie
* Geregeld toegepast in de feitenrechtspraak, maar wisselende invulling
- Eén of meer verkeersovertredingen?
- Combinatie van schuldvormen
* HR 15 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1405 > “Roekeloosheid” -> hoeveel verkeersregels moeten zijn geschonden om tot roekeloosheid te komen? Vooral door het langere tijd overschrijden van de maximumsnelheid, de verklaring van de gedachte “alleen gassen” = roekeloosheid (ook bij 1 soort verkeersovertreding van art. 5a, mits de rechter dit goed argumenteert)

17
Q

Culpa wordt omschreven als een bij uitstek normatief begrip. Leg uit wat hiermee wordt bedoeld en beargumenteer aan de hand van de arresten Verpleegster en Black-out hoe deze normatieve invulling in de loop der jaren is veranderd.

A

Verpleegster: in strijd gehandeld met zorgvuldigheidsnormen en garantenstellung (heel normatief ingevuld) -> dit zijn de erisen waaraan je moet voldoen, daar heb je niet aan voldaan dus je hebt verwijtbaar gehandeld
Blackout: wordt heel expliciet uitgebreid “is mij niet te verwijten want blackout” -> op moment dat je blackout bewezen verklaard moet je als rechter aangeven waarom die verwijtbaarheid er is
Blackout is genuanceerder over verwijtbaarheid; je moet toelichten waarom iemand ondanks dat hij een blackout had toch anders had moeten handelen

18
Q

“Als schuldig aan…”

A

geen culpa! Maar een kwalificatie

19
Q

Totaaloordeel (HR Blackout)

A

geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval

20
Q

Culpa toetsen:

A
  1. Aanmerkelijke onvoorzichtigheid
    - Objectieve zijde: had de verdachte anders moeten handelen
    > Onvoorzichtig?
    -> gehandeld in strijd met normen?

> Aanmerkelijk? (gezichtspunten niet cumulatief)
-> normoverschrijdingen? (HR Blackout) -> hoeveelheid + inhoud normen
-> garantenstellung? (HR Verpleegster)
-> geoorloofd risico?
-> voorzienbaarheid?

-> Tussenconclusie: “door het toetsen aan aanmerkelijke onvoorzichtigheid en daaraan is voldaan, is wederrechtelijk gehandeld”

  1. Verwijtbaarheid
    - Subjectieve zijde: had verdachte anders kunnen handelen? (en wat had hij dan kunnen doen wat hij niet heeft gedaan)
    > Indien aanmerkelijke onvoorzichtigheid is vastgesteld, wordt de verwijtbaarheid veronderstelt… -> tenzij geslaagd beroep op schulduitsluitingsgrond of contra-indicatie (ook kijken of het slachtoffer een eigen aandeel heeft gehad)
  2. Causaliteit
    Bij culpoze gevolgsdelicten -> je mag causaliteit veronderstellen
21
Q

4 varianten culpa

A
  • Roekeloosheid -> verdubbelt strafmaat (ergste variant)
  • Bewuste schuld -> vertrouwen in een goede afloop
  • Onbewuste schuld -> totaal niet nagedacht over gevolg
    > Bewust en onbewust in dezelfde gradatie, niet meer verwijtbaar dan de ander
22
Q

Roekeloosheid vaststellen (2 manieren voor 2 verschillende situaties)

A
  • Voor commune gevallen:
    1. Buitengewoon onvoorzichtige gedraging
    2. Een zeer ernstig gevaar (letsel of overlijden)
    3. Waarvan de verdachte zich bewust was, althans had moeten zijn
  • Voor verkeerssituaties:
    5a jo. 6 jo. 175 lid 2 WvW
    > 175 “van roekeloosheid is in elk geval sprake …. Worden aangemerkt” -> als aan art. 5a jo. art. 6 voldaan is meteen sprake van roekeloosheid
    > Als het niet gaat om verkeer, dan kijk je gewoon naar dat 3 punt stappenplan roekeloosheid ^