Week 5 Flashcards
Wat is kenmerkend voor de ziekte van Ménière?
- Veroorzaakt vestibulaire duizeligheid
- Behandeling: stressvermijding (soms gentamicine)
Wat is duizeligheid?
Corticale sensatie van desoriëntatie als illusie
Wat zijn oorzaken van duizeligheid?
- Medicijnen
- Vestibulair
- Cerebellaire of proprioceptieve problemen
- Algemene interne aandoeningen
- Hartritmestoornissen
- Aandoeningen van de vaten en bloeddruk
- Osculaire aandoeningen
- Psychogeen
Wat zijn aanwijzingen voor een vestibulaire oorzaak van duizeligheid?
- Paroxysmaal (eenmalig) verloop in de tijd
- Bewegingen van hoofd, lichaam en omgeving zijn luxerende momenten
- Aard van klacht is moeilijk uit te leggen
- Vegetatieve symptomen, oorsymptomen, neurologische, visuele en psychische problematiek
Wat is kenmerkend voor het vestibulair systeem?
- Sensorisch orgaan
- 2 sensorische systemen: halfcirkelvormige kanalen en otolieten
Wat zijn belangrijke functies van het evenwichtsorgaan?
- Perceptie: waarnemen in de ruimte
- Stabilisatie van blikrichting: scherp beeld houden bij beweging
- Houdingsregulatie
Wat is kenmerkend voor halfcirkelvormige kanalen?
- Meten rotatoire versnelling in 3 richtingen
- Grootte van kanalen is gecorreleerd met voortbewegingstype
- Kanalen zijn in verhouding tot lichaamsgrootte groot
Wat is de functie van otolieten?
Zorgen voor meten van de lineaire snelheid en statische veranderingen van de positie van het hoofd
Wat zijn ampullen?
Verdikkingen in labyrint: hierin zit cupula dat uitsteekt in de vloeistof
Wat is kenmerkend voor de cupula?
Gelatine-achtige massa die rechtop staat -> hierin steken stereocilia van haarcellen uit: mechanoreceptoren
Welke soorten haaruitgangen zijn er?
- Stereocilia: vergelijkbaar met haarcellen uit de cochlea
- Kinocilium: lange en dikke haarcel
Wat gebeurt er als het kinocilium richting de stereocilia beweegt?
Minder spanning op tiplinks -> kationkanaal sluit en K stroomt de cel in: hyperpolarisatie en afname in vuurfrequentie
Wat is kenmerkend voor type I haarcellen?
- Vuren onregelmatig afferent
- Bijna volledig door de afferente zenuw omgeven: calyx
- Lagere detectiedrempel voor bewegingsfrequentie, maar ook lagere sensitiviteit
- Detectie snelle bewegingen
Wat is kenmerkend voor type II haarcellen?
- Vuren regelmatig afferent
- Alleen via klein deel verbonden met afferente zenuw: bouton
- Hogere detectiedrempel, maar ook hogere sensitiviteit
Wat gebeurt er bij acceleratie/draaiversnelling van het hoofd naar links?
Vertraagt endolymfestroom -> wekt stroming in tegengestelde richting op -> lymfestroom relatief snel naar rechts: afbuiging van haarcellen in cupula
Hoe werken kanalen die reageren op horizontale bewegingen aan weerszijde?
Push-pull verhouding: stimulering aan ene kant leidt tot remming aan de andere kant
Welke otolieten zijn er?
Sacculus en utriculus -> meten translaties (lineaire versnellingen) en zwaartekracht
Wat is kenmerkend voor de sacculus?
- Haarcellen wijzen van de striola af
- Meet verticale en deels voor-achterwaartse bewegingen
Wat is kenmerkend voor de utriculus?
- Excitatierichting is richting de striola gericht
- Gevoelig voor horizontale en verticale bewegingen door buiging
Wat zijn otoconia?
Kristallen bovenop een gelatineuze laag die ervoor zorgen dat de stereocilia afbuigen
Hoe werken otoconia?
Door traagheid van kristallen -> buiging haarcellen -> blijven vuren zolang ze gebogen zijn
Wat is er te zien bij de vestibulo-oculaire reflex?
Draaiingen van hoofd leiden tot compensatoire oogbewegingen: hoofd naar rechts -> ogen tegenovergesteld: nystagmus
Wat is het draaistoelonderzoek?
- Doel: vestibulo-oculaire reflex meten
- Interactie met zicht en er zijn meerdere graden van vrijheid
Waarom is nystagmus in het donker erger?
Omdat er geen compensatie via visuele input plaatsvindt
Wat gebeurt er bij calorische stimulatie?
Koud of warm water wordt in 1 oor gespoten waardoor unilaterale activatie of inhibitie ontstaat -> vloeistofstroom in horizontaal kanaal aan 1 zijde -> onbalans in vuurfrequentie -> gevoel van draaiing
Welke soorten vertigo worden onderscheiden?
- Acute continue vertigo: draaiduizeligheid
- Spontane vertigo-aanvallen
- Getriggerde vertigo-aanvallen
- Eenzijdige uitval met onvolledige compensatie