week 5 Flashcards
thoraxfoto voor en nadelen en eindconclusie
voordelen:
- weinig straling, weinig geld, makkelijk toegankelijk
- goed te gebruiken bij pneumothorax
- golden S-sign is atelectase die de bocht van de tumor volgt
nadelen:
- niet hoge sensitiviteit en lage specificiteit
- zeer slecht voor longembolie
thorax rontgen foto is prima voor screening en afstandsmetastasen maar indien patient echt verdacht: CT scan beter
echo voor en nadelen
voordelen:
- geen straling
- goed voor opsporing lever of kliermetastasen, hydronefrose en grootte van lever/milt
- goed voor follow-up bij lage verdenking tumor
nadelen:
- lage sensitiviteit vooral bij dikkere patient
- CT scan is beter bij primaire stadiering
CT scan soort scannen
blanco: niergruis en nierstenen
arterieel: na 30 sec –> bloedvaten, hypervasculaire meta’s (NET, melanoom, schildklier)
veneus: na 80 sec –> organen, veneuze structuren, meta’s (Gastrointestinale carcinomen)
excretie: na enkele minuten –> urinewegen
doel van CT
stadiering
verdenking longcarcinoom welke scans
PET-CT > CT-scan > X-thorax
maar als er echt een klier is die verdacht is is EUS + biopsie de gouden standaard
MRI indicaties voor en nadelen
MRI bij twijfelgevallen of tumoren in kleine bekken
voordelen:
- mooie beelden met zeer hoge resolutie
nadelen:
- duurt erg lang voor afbeelding
- mag absoluut niet gebruikt worden met metaal in het lichaam
lymfeklierstadiering bij longcarcinoom
N0: geen pathologische lymfekileren
N1: lymfeklier in hilus aan dezelfde kant als tumor
N2: lymfeklier in mediastinum aan dezelfde kant als tumor
N3: lyfemklier in mediastinum aan andere kant dan tumor of supraclaviculaire lymfeklier
op de CT lijken veel meer lymfekieren pathologisch dan ze eigenlijk zijn, daarom PET-scan beter voor aanvulling
diagnostiek van coloncarcinoom en wat niet doen
- colonscopie met mogelijkheid om biopt te nemen
- CT-scan met mogelijkheid om intramurale uitbreiden in kaart te brengen (T in TNM)
- absoluut geen doorlichting met rectaal contrast
peritonitis carcinomatose
stukje tumor komt los in de buikholte waardoor er allemaal kleine metastasen in het peritoneum ontstaan
soep met ballen/ ascites met tumoren
metastasering van coloncarcinoom
lever en longen
RECIST baseline target laesies
maximaal 5 target laesies met maximaal 2 per orgaan
- tumoren minimaal 1 cm op CT (langste as)
- lymfeklieren minimaal 1,5 cm (kortste as)
hoe kan het dat er na complete respons nog meer dan 0 punten zijn
de target laesies worden vanaf baseline altijd meegerekend, ook als ze onder 1 cm zijn en dus niet meer pathologisch
NADIR op recist
punt waar som van laesies het kleinste waren
complete repons, partiele respons, progressie en stable disease op RECIST
complete repons: verdwijnen van alle laesies en pathologische klieren < 10 mm
partiele repons: minstens 30% afname van laesies
progressie: minstens 20% stijging van laesies OF ontstaan van nieuwe laesies is ook altijd progressie
stable disease: tssen 30% afname en 20% stijging
workflow van exsisie biopt
- biopt genomen van weefsel
- fixeren met formaline om te zorgen voor crosslinken van eiwitten, verharden van weefsel en stoppen autolyse
- solvent wisselen van hydrofiel naar hydrofoob
- inbedden in paraffine
- snijden van coupe op microtoom
- coupe plakken op objectglas
- weefsel kleuren
- afdekken met dekglas
- beoordelen via microscoop
T stadium van TNM
T1: intra- of submucosaal
T2: ingroei in muscularis propria
T3: doorgroei door muscularis propria
T4: doorgroei in omliggend orgaan
cTNM vs pTNM vs ypTNM
klinisch TNM stagering voor start van behandeling om ernst van ziekte te beoordelen
pathologisch TNM na verwijderen van tumor
ypTNM is pathologisch stadium na voorbehandeling