Week 5 Flashcards

1
Q

Hoe bereken je de druk bij inspanning bij twee stenoses in een vat? Neem aan dat de flow door autoregulatie constant is in beide benen.

A
  1. Berken hoeveel keer de flow is toegenomen tov rust van Q en QL.
  2. Bereken het drukverschil tussen de Pa en Pa’/Pa’ en Pa”.
  3. delta Pnieuw= delta P oud x toename factor.
  4. Pa’ inspanning = Painspanning - delta P nieuw
    Pa” inspanning = Pa’ inspanning - delta P nieuw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de fontaine-classificatie? Welke andere klachten treden bij atherosclerose op?

A

Maat v ernst beenklachten bij chronische ischemie en PAV.
1. Geen klachten
2. Clauditatio intermittens: a/b (niet)invaliderend, >/< 200 m
Angina
Kritieke ischemie
3. Rust/nachtpijn
4. Gangreen
TIA/CVA, MI, acuut bedreigd been

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke DD’s horen bij pijn in de benen? Wat is het karakter v/d pijn, lokalisatie, relatie met bewegen en verbetering?

A
  • PAV: krampen, vermoeidheid - bil, dijbeen, kuit - direct - snel verlichting rust
  • neurogene clauditatio intermittens: prikkeling, tineling - rug m uitstraling been - variabel - verandering positie, zitten
  • artritis/artrose: pijn - heup, knie - variabel - langzame afname rust
  • veneuze stuwing(DVT): branderig gevoel - kuit - na bewegen - langzame afname elevatie been
  • chronisch compartiment syndroom - branderig gevoel - anticusloge - na overmatig bewegen - langzame afname
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke diagnostiek kan bij PVA gebruikt worden? Hoe werkt deze? Wat is de behandeling?

A
  • Enkel-arm-index icm looptest: systolische druk been/arm, als <0,9/ afname >0,15 PVA
    Diabetes: media sclerose -> Fout positief
  • Echo-duplex: meten bloedstroom, kijken vernauwing -> schematische tekening
  • CT: m contrast
  • MRI
  • angiografie: contrast direct in vat -> digitale subtractie
    Looptraining, PTA en stent; als kritiek ook bypass en heparine/trombolyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe is het klachtenpatroon bij PVA? Hoe werkt lichamelijk onderzoek? Wat is depending rubor?

A

Pijn in spier bil, kuit, dijbeen na inspanning(bv lopen) die snel minder in rust.
- pulsaties a femoralis(lies), a poplitea(knieholte), a tibialis posterior(mediaal enkel) & a dorsalis pedis(bovenop voet)
- souffles
- afwezigheid haar/huidatrofie
- niet genezend wondjes(necrose)
Als patient ligt benen optillen, benen wit ipv roze(=blanching), als benen hangen voeten rood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie is at risk voor PVA? Wat is de prognose?

A

<50: genetisch, diabetes
50-70: roken/diabetes
>70

  • etalagebenen
  • afwijkende pulsaties
  • eerder atherosclerotisch vaatlijden v/d hals-, nier- of kransslagader

Hoger risico op coronair lijden, CVA & cv mortaliteit/morbiditeit
20% na 5 jaar dood, 5% kritisch -> 50%, 1Y 25% en 25% amputatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer heeft iemand hypertensie? Wat is geïsoleerde systolische hypertensie? Hoe draagt dit bij aan HVZ risico?

A

Als BD >140/90(per graad 10 hoger).
Bij oudere mensen neemt de compliantie v/d aorta en dus het windketeleffect af, waardoor de systolisch bloeddruk verhoogd.
- endotheeldysfunctie
- meer arteriële stijfheid
- meer atherosclerose
- snellere progressie retinopathie
Risico op beroerte is groter dan risico op MI, daarnaast al hoger risico met kleine toename in bloeddruk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is clustering? Hoe kun je hypertensie verminderen?

A

Hypertensie en diabetes komen icm andere factoren voor. Ongezond dieet met veel zout en calorieën en inactiviteit geven hypertensie, overgewicht en dyslipidemie. Overgewicht werkt op hypertensie en dyslipidemie en veroorzaakt diabetes, dat dyslipidemie verergerd.
Met gecombineerde levensstijl interventie, waarbij mensen minder Na en meer K moeten innemen en meer bewegen, afvallen, stoppen m roken, minder stress etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de diabetische voet? Wat valt hieornder?

A

Verzamelnaam voetafwijkingen bij diabetes mellitus.
- ulcus= wond onder voet d druk(schoeisel) die niet genest
- Ischemie= huid wit m donkere plekken, niet wit als duwen
- Charoctvoet= voetgewelf weg d ontsteking, tenen in foute positie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat hoort bij sensibele, autonome en motorische neuropathie? Hoe ontstaat een ulcus?

A

Minder tast, pijn- en temperatuurzin, waardoor trauma’s niet gevoeld.
Minder zweetsecretie(droge huid) en bloedstroomregulatie(oedeem).
Spierzwakte, coordinatiestoornissen en standsafwijkingen. Hierdoor verandert het drukpunt, waardoor huidafwijking. Door slechte perfusie en gevoel ontstaat ulcus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke andere oorzaken naast neuropathie zijn er voor diabetische voet?

A
  • suikerziekte: botontkalking -> aantasting voetskelet, sneller fractuur
  • Glycolisering spier-, pees- en kapseleiwitten -> totale weefselkwaliteit omlaag
  • Mediasclerose
  • Atherosclerose -> ischemie, vatbaarheid infecties
    • Clauditatio intermittens, cardio/cerebrovasculair vaatlijden, vetraagde genezing ulcus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werkt de preventie v/d diabetische voet? Welke risicofactoren zijn er?

A

Primair: obesitas in bevolking
Secundair: voetverzorging, inspectie periodiek, glucoseregulatie, leefregels
Tertiair: behandelen infectie, revascularisatie

eerdere ulcus, lage sociaal-economische status, slecht zicht, alleen wonen, eeltvorming, slecht schoeisel, afwezig achillespeesrelfex(d glycosilering), eerdere ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe werkt behandeling v/d diabetische voet? Wie zijn hierbij betrokken?

A
  • verlichten druk:
    • aangepast schoeisel, inlegzooltje, gipsverband
    • Orthopedische ingreep
  • Infecties: chirurgisch draineren, breedspectrum antibiotica(eerst behandelen!)
  • Revascularisatie: EAI, CT/MRI/angiografie, interventie: PTA, operatie
  • internist
  • Wondverpleegkundige
  • Vaatchirurg
  • Dermatoloog
  • Orthopedisch chirurg
  • Revalidatie-arts
  • Schoenmaker
  • Gipsverbandmeester
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werkt de SCORE van CVRM? Waneer gebruik je het?

A

Obv geslacht, leeftijd, roken & systolische bloeddruk bep absolute 10y risico (fatale) HVZ.
- Alleen v patienten zonder HVZ tussen 40-70Y
- vrouw pas boven 55 hoog risico, maar wel fataler
Eerst diagnostiek: andere ziektes uitsluiten, extreem hoog risico valt buiten CVRM. Dan pas bep absoluut risico of primaire preventie nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly