Week 5 Flashcards
Wat zijn oorzaken van atherosclerose?
-Inactiviteit, roken, voeding
-Erfelijke factoren
-Comorbiditeiten: hypertensie, diabetes, nierschade, hypercholestromie
Hoe ziet een stabiele atherosclerotische plaque eruit?
-Excentrisch
-Dikke fibrotische kap over een lipidekern
-Afweercellen kunnen voor afbraak kap zorgen
Hoe ziet een instabiele atherosclerotische plaque eruit?
Dunne fibrotische kap over een lipidekern
Hoe kan de flow over een vaatbed berekend worden waarvoor er een stenose is?
Flow = (Pa-Pv)/ (Rstenose+Rarteriolen)= (Pa’-Pv)/ Rarteriolen
Waarvan is verandering van drukverval over een stenose afhankelijk?
Flow, want Rstenose is constant
Welke pathofysiologische verschijnselen kunnen O2 aanbod verlagen?
-Vaatspasme (beschadigd endotheel)
-Trombose
Waardoor sterft bij een hartinfarct nooit 100% van het at risk gebied af?
De randen van het spier krijgen nog O2 door diffusie
Wat zijn de determinanten van celschade bij O2 tekort?
- duur van O2 tekort
- gevoeligheid voor O2 tekort
- alternatieve bloedtoevoer (collateraal flow)
- volledige versus partiële vaatobstructie
Hoe beïnvloedt de temperatuur de gevolgen van een myocardinfarct?
Een lagere temperatuur zorgt voor een rechtsverschuiving van de schade-tijdsduur curve, omdat het basaal metabolisme verlaagd wordt
Hoe zijn ‘collateralen’ aanwezig in de hersenen?
Cirkel van Willis
Wat is ischemische precondionering?
->Als het hart al vaker korte periodes zonder zuurstof heeft gezeten is het uiteindelijke infarct veel kleiner
->Dit is ook zo bij geleidelijke afsluiting
->Kan ook op afstand: naadtgelegen gebied, nier, darm, spier
Wat is het effect van ischemische postconditionering?
Bij geleidelijke reperfusie ontstaat er minder schade
Welke adaptaties bestaan er om irreversibele schade door ischemie tegen te gaan?
-Preconditionering
-Angiogenese
Hoe kan O2 aanbod vervangen worden in de lever?
De poortader heeft nog 60% van de oorspronkelijke hoeveelheid O2
Wat zijn de risicofactoren van atherosclerose?
-Diabetes
-Hyperlipidemie
-Hypertensie
-Leeftijd
-Geslacht (mannen vaker)
-Levensstijl
Wat zijn achtereenvolgens de stappen van aandoeningen door atherosclerose?
- Asymptomatisch (tot 50% stenose)
- Claudicatie, angina
- Gangreen
- TIA/CVA, myocardinfarct, acuut bedreigd been (calcificatie/trombose)
Wat zijn de uitingsvormen van atherotrombose?
-TIA (lichte beroerte) of CVA (beroerte)
-ACS in hart
-Perifeer arterieel vaatlijden (claudicatio intermittens, rustpijn, necrose)
Wat is de epidemiologie van arterieel vaatlijden?
-5% >50 jaar symptomatisch
-15 >50 jaar asymptomatisch
-25% vd PAV patienten heeft diabetes
Welke verhoogde risico’s geeft PAV?
Meer risico op:
-7x op coronair lijden
-3x op CVA
-6x op cardiovasculaire morbiditeit/mortaliteit
-3x op overall morbiditeit
Wat is de 5-jaar mortaliteit van claudicatie?
20% (waarvan 75% CV)
Wat is de 5-jaar prognose van claudicatie (van de niet overledenen)?
-75% stabiele claudicatie
-20% progressieve claudicatie
-5% kritische ischemie
Wat is de 1-jaar prognose van kritische ischemie?
-25% amputatie
-50% levend met 2 benen
-25% mortaliteit (50% na 5 jaar)
Wie is at risk voor perifeer vaatlijden?
<50j, diabeet en een andere risicofactor
>50j, gerookt of diabeet
>70j
Beenklachten bij inspanning of ischemische rugpijn
Afwijkende perifere pulsaties
Bekend met atherosclerotisch lijden van hals, krans of nierslagader
Wat is het typische klachtenpatroon bij claudicatio intermittens?
-Pijn in spieren: bil, dijbeen of kuit
-Na inspanning, zoals lopen
-Wordt minder in rust
Waar duidt pijn in de kuit, dijbeen of bil op?
Verstopping in:
-A. femoralis: kuit
-A. iliaca externa: dijbeen
-A. iliaca interna: bil
Waar kijk je bij lichamelijk onderzoek naar om claudicatio intermittens te kunnen aantonen?
-Pulsaties
-Souffles
-Afwezigheid haar/atrofie huid
-Depending rubor
-Blanching
-Necrose/ niet-genezende wonden
Wat zijn blanching en depending rubor?
Blanching: als de patient ligt en zijn been optilt wordt de voet wit
Depending rubor: als de patient dan zijn benen over het bed laat hangen wordt de voet rood
In welke arterien wordt gekeken voor pulsaties bij lichamelijk onderzoek naar claudicatio intermittens?
-A. femoralis communis: onder lig. inguinale
-A. poplitea: in knieholte (spieren ontspannen)
-A. tibialis posterior: mediale zijde enkel
-A. dorsalis pedis: bovenop voet
Hoe zitten de vaten tov elkaar in de bovenbeen?
Van binnen naar buiten: vene, arterie en zenuw
Hoe verloopt de a. poplitea?
-Eerst splitst de a. tibialis anterior ervanaf, die in de voet de dorsalis pedis vormt
-Poplitea gaat door als de truncus tibioperonealis
-Splitst in 2 vaten, waarvan 1 de a. tibialis posterior
Wat is de DD bij pijn in de benen?
-PAV
-Neurogene claudicatie
-Arthrose/arthritis
-DVT-chronische veneuze insufficientie
-Chronisch compartiment syndroom
Wat zijn de karakter, locatie, relatie met bewegen en verbetering bij PAV?
-Karakter: krampen en vermoeidheid
-Locatie: bil, dijbeen of kuit
-Bewegen: directe relatie
-Verbetering: snelle afname bij rust
Wat zijn de karakter, locatie, relatie met bewegen en verbetering bij wervelkanaal stenose (neurogene claudicatie)
-Karakter: prikkelingen, tintelingen, gevoelloosheid
-Locatie: vanuit de rug, doortrekken naar de benen
-Bewegen: variabele relatie
-Verbetering: zitten geeft verlichting
Wat zijn de karakter, locatie, relatie met bewegen en verbetering bij veneuze stuwing?
-Karakter: branderig gevoel, oedeem, huidverkleuring, spataderen, wonden
-Locatie: kuit
-Relatie: na bewegen
-Verbetering: langzame afname bij elevatie van het been
Wat zijn de karakter, locatie, relatie met bewegen en verbetering bij arthritis of artrose?
-Karakter: pijn
-Locatie: heup of knie
-Relatie: variabel
-Verbetering: langzame afname bij rust
Wat zijn de karakter, locatie, relatie met bewegen en verbetering bij chronisch compartiment syndroom?
-Karakter: branderig gevoel
-Locatie: anticusloge (en soms kuit)
-Relatie: na overmatig bewegen
-Verbetering: langzame afname
Welke diagnostische middelen kunnen ingezet om PAV te diagnosticeren?
-Doppler: enkel-arm index en looptest
-Echo-duplex (echo met doppler)
-CT
-MRI
-Angiografie
Hoe kun je de enkel-arm index berekenen en wat betekent de uitkomst?
BDenkel/BDarm
->Iets mis als <0,9 of afname van 0,15 na inspanning
->Claudicatio rond 0,6
->Rustpijn rond 0,4
->Gangreen lager
Wat is de Fontaine classificatie van PAV?
- Geen klachten
- Claudicatio intermittens
- Rust- en/of nachtpijn
- Gangreen
Welke factoren kunnen met een echo-duplex gemeten worden?
-Stroomsnelheid
-Diameter
Wat zijn de voor- en nadelen van echo-duplex?
Voordelen:
-Niet-invasief en veilig
-Goedkoop
Nadelen:
-Operator dependent
-Dynamisch onderzoek
-Darmgas (vooral aorta-iliacaal)
Wat zijn de voor- en nadelen van CT?
Voordelen:
-Hoge sensitiviteit/specificiteit
-3D reconstructies
-Snel
-Weinig invasief
Nadelen:
-Contrastmiddel nefortoxisch
-Rontgenstralen
-Calcificaties
Wat zijn de voor- en nadelen van een MR angio?
Voordelen:
-Geen rontgen
-Niet-invasief
-3D reconstructie
Nadelen:
-Claustrofobie
-Stent artefact
Wat zijn de voor- en nadelen van een angio?
Voordelen:
-Perifeer/cruraal goed af te beelden
-Gelijk behandelen
Nadelen:
-Invasief
-Contrast nefrotoxisch
-Rontgenstraling
-Luminale afbeelding
Wat zijn de korte termijn risico’s van hypertensie?
Hypertensieve crisis (bv hersenbloeding, aorta dissectie, retinopathie)
Wat zijn de korte termijn risico’s van diabetes mellitus?
Hyperglykemie:
->Type 1: ketoacidose. Insuline toedienen. Vetverbranding door te weinig insuline
->Type 2: hyperosmolair. Vocht toedienen
Hypoglykemie
Welke indeling bestaat er voor de hypertensieve crisis?
Bloeddruk >220/120 (of daaronder met klachten die duiden op hypertensieve schade)
->Hypertensief noodgeval: acute hypertensieve orgaanschade. Langzaam bloeddruk verlagen
->Hypertensief urgentie: orale medicatie en observatie
Wat zijn de lange termijn risico’s van hypertensie op microvasculair niveau?
Nefropathie
Retinopathie
Wat zijn de lange termijn risico’s van diabetes op microvasculair niveau?
Retinopathie
Nefropathie
Neuropathie