Week 4 Flashcards
Wat is hemostase?
Stoppen van de bloeding na vaatwandschade
Welke 3 factoren zijn bij hemostase belangrijk?
- Lokaal: alleen op plek van schade
- Tijdsbepalend: onmiddellijk respons na schade
- Gebalanceerd: voldoende maar niet excessief
Welke structuren zijn bij hemostase betrokken?
-Bloed componenten (eiwitten en cellen)
-Bloedflow
-Vaatwand (endotheel)
Welke 2 eigenschappen hebben endotheelcellen die belangrijk zijn voor de hemostase?
Ze zijn:
-Semi-permeabel (voor doorlating o.a. eiwitten)
-Anti-coagulant (anti-stollend
Uit welke processen bestaat de hemostase?
- Primaire hemostase/aggregatie: vorming plug
- Secundaire hemostase/coagulatie: vormen fibrinedraden ter versteviging van de plug
Wat zijn de stappen van de primaire hemostase?
- Vasoconstrictie
- Endotheelcellen geven von Willebrand factor af en het vormt een kleverig netwerk
- Adhesie: bloedplaatjes hechten aan de VWF en collageen van de kapotte vaatwand
- Activatie en aggregatie: plug wordt gevormd
Hoe wordt VWF gemaakt en afgegeven?
Dimeren worden in het in ER gemaakt, die in het golgi verder aan elkaar worden gezet tot multimeren. Dan worden de multimeren in Weibel-Palade bodies opgeslagen. Bij vaatwandschade gooien de bodies via exocytose VWF uit de cel
Wat is de meest voorkomende bloedingsziekte en wat zijn de symptomen?
Ziekte van von Willebrand:
->Slijmvliesbloedingen/ blauwe plekken
Welke types van de ziekte van von Willebrand zijn er?
Type 1: verminderd VWF
Type 2: niet goed werkend VWF
Type 3: geen VWF
Welke behandelingen zijn er voor de ziekte van von Willebrand?
(Type afhankelijk!)
->VWF/FVIII concentraat (intraveneus)
->DDAVP (intraveneus / intranasaal, zorgt ervoor dat VWF wordt afgegeven uit de bodies)
->Tranexaminezuur (remt fibrinolyse)
Welke agonistem kunnen binden aan een trombocyt en het zo activeren?
-Collageen
-Thrombine
-VWF
-ADP
-Fibrinogeen
-Epinephrine
-TxA2
(Zie dia)
Wat doen NSAIDS en clopidogrel?
Ze interfereren met de ADP receptor op de trombocyten
Wat gebeurt er bij de secundaire hemostase?
- TF in het subendotheel komt in contact met het bloed, waardoor VII uit het bloed wordt omgezet in VIIa
- TF-VIIa activeert factor X tot Xa
- Xa + Va activeert trombine
- Actief trombine zet fibrinogeen om in fibrine monomeren
- Fibrine vormt fibrine fibrillen
Waar worden stollingsfactoren meestal gemaakt?
In de lever
Welke stollingsfactoren zijn vitamine K afhankelijk?
VIIa, Xa, trombine, IXa, APC + protein S
Wat is het basisprincipe van de stolling?
Omzetting van inactieve zymogenen naar actieve enzymen
Hoe wordt FX omgezet naar FXa?
Factor IXa zet mbv cofactor VIIIa (tenasecomplex) factor X om in Xa
Wat is hemofilie?
Een zeldzame X-gebonden bloedingziekte:
->Gewrichts/spierbloedingen
->Hemofilie A: tekort aan factor VIII
->Hemofilie B: tekort aan factor IX
->Ernst afhankelijkheid van hoeveelheid nog aanwezige factor
Hoe kan hemofilie worden behandeld?
(Type afhankelijk!)
-FVIII of FIX concentraat (intraveneus)
-DDAVP (intraveneus / intranasaal)
-Tranexaminezuur (remt fibrinolyse, tablet)
-Emicizumab (co-factorfunctie, subcutaan)
-Gentherapie
Wat is fibrinolyse?
Oplossen van de trombus: fibrine wordt door fibrinolytische factoren afgebroken tot fibrine degradatie factoren
Welke stof zorgt voor de fibrinolyse?
Door plasmine (geactiveerd uit plasminogeen)
Wat doet tranexaminezuur?
Het remt de fibrinolyse door binding aan plasminogeen, waardoor het niet wordt geactiveerd
Welke factoren zorgen voor controle van de secundaire hemostase?
-Antitrombine remt trombine
-TFPI (TF protein inhibtor) remt TF - VIIIa
-APC + protein S remt (de vorming van) Xa + Va
Wat is de hemostatische balans?
Balans tussen stolling en fibrinolyse
Hoe beïnvloedt bloeding de hemostatische balans?
Plaatjes en stollingsfactoren verdwijnen waardoor het evenwicht verschuift naar antistolling/fibrinolyse
Hoe beïnvloedt trombose de hemostatische balans?
Er zijn meer plaatjes, stollingsfactoren en een afwijkende bloedflow waardoor het evenwicht verschuift naar stolling
Hoe test je of de primaire hemostase goed werkt?
VWF (hoeveelheid (antigeen) & functie (activiteit))
Bloedplaatjes (aantal & functie)
Hoe test je of de secundaire hemostase goed werkt?
Leverfuncties
Vitamine K
De vorming van fibrine door stollingsfactoren; protombinetijd PT (INR), geactiveerde partiele tromboplastinetijd APTT (loop)
Welke stoornissen van primaire hemostase kunnen zorgen voor bloedingsneiging?
- Verworven:
->Trombocytopathie (medicatie: NSAIDs, ascal)
->Trombopenie - Aangeboren:
->Ziekte van von Willebrand
Welke stoornissen van secundaire hemostase kunnen zorgen voor bloedingsneiging?
- Verworven:
->Medicatie (vitamine K antagonisten, DOACs)
->Vitamine K deficientie
->Leverfalen - Aangeboren:
->Hemofilie
Beschrijf de intrinsieke pathway van secundaire hemostase
XI->IX + VIII->X + V->trombine->fibrine
Beschrijf de extrensieke pathway van secundaire hemostase
TF->VII->X(+ V)->trombine->fibrine
Trombine activeert 5, 7, 8, 11 en 13 en daarmee de intrinsieke pathway
Wat zijn de stappen van onomkeerbare celschade?
Verlies van:
1. Mitochondriale f’tie
2. Membraan structuur
3. DNA, chromatine
structuur
Wat zijn mogelijke oorzaken van celbeschadiging?
- langdurig O2-gebrek
- mechanisch
- ioniserende straling, warmte/koude, stroomstoot
- chemicaliën, toxische stoffen
- infectie, leukocyten gemedieerde schade
- genetische defecten
Waarvan hangt de ernst van de celschade af?
De mate van stress waaraan de cel wordt blootgesteld: de aard, duur en intensiteit van de schade
Waarvan is het moment dat een cel overgaat van reversibele naar irreversibele schade afhankelijk?
De celtype