week 5 Flashcards
waar worden somieten in opgesplitst?
- sclerotoom - axiaal skelet
- dermatoom - onderhuids weefsel
- myotoom - skeletspieren
welke sclerotomen vormen welk deel van de wervelkolom?
S1-S4 - occipitaal
S5-S12 - cervicaal
S13-S24 - thoracaal
S25-S29 - lumbaal
S30-S34 - sacraal
hoe ontstaat de segmentatie van de somieten?
via het clock en wavefront model met 2 ingrediënten:
1. gradiënten van vitamine A zuur en FGF
2. oscillerende genen
determination front + clock genen AAN: begin somiet
determination front + clock genen UIT: eind somiet
hoe is een skeletspier opgebouwd?
spierbundel in spiervezel in sacromeer in myofibril in myofilament
wat voor soorten filamenten bevat een spier?
dunne filamenten: actine en dikke filamenten: myosine
wat is de crossbrigde cycle?
- attached state
- atp binding - release state
- hydrolysatie ATP - cocked state
- nieuwe binding ADP - weak cross-bridge state
- loslating Pi - strong cross-bridge state
- conformatieverandering - post powerstroke state
- ADP loslating - terug naar attached state
wat is de rol van calcium bij spiercontractie?
troponine C bindt met calcium om conformatieverandering aan te gaan. hierdoor komt een bindingsplaats vrij.
welke soorten contractie zijn er?
kracht ontwikkeling: isometrische contractie
kracht verplaatsing: isotone contractie
welke dingen hebben invloed op de krachtlevering van een spier?
- mate van uitrekking, in rustlengte is hij het grootst
- bindingsplaatsen: hoe meer overlap, hoe meer bindingsplaatsen, hoe meer krachtontwikkeling
- lange spier kan relatief snel verkorten
welke 3 typen spiervezels zijn er?
type 1: langzaam, en langzaam vermoeid
type 2a: snel, maar wel langzaam vermoeid
type 2b: snel, maar ook snel vermoeid
welk type spiervezels geven de rode kleur aan spieren?
type 2b: veel bloedvoorziening nodig voor veel O2.
wat is een motorische eenheid?
een motorische eenheid is een motoneuron met alle daardoor geïnnerveerde spiervezels
hoe meer vezels per motoneuron, hoe minder precieze bewegingen de spier hoeft te maken
welke verschillende typen spierweefsel onderscheiden we?
- skeletspierweefsel
- dwarsgestreept
- snelle contractie
- invloed van de wil - hartspierweefsel
- dwarsgestreept
- snel maar ritmische contractie
- niet onder invloed van de wil - glad spierweefsel
- langzame contractie
- niet onder invloed van de wil
wat zijn lichtmicroscopische kenmerken van de skeletspier?
- lange, cilindrische, meerkernige cellen
- dwarsstreping
- meerkernigheid door fusie mononucleaire myoblasten
- ovale kernen aan periferie
- sterke kleuring voor eiwitten
wat is een sacromeer?
een contractie-eenheid die van Z-lijn tot Z-lijn plaatsvindt