week 4 Flashcards
op welke manieren is het zenuwstelsel op te splitsen?
centraal: hersenen (hersenzenuwen) en ruggenmerg
perifeer: zenuwen naar dermatoom/myotoom (perifere ganglia, receptoren, perifere delen van spinale zenuwen en hersenzenuwen)
hoe werkt de embryologie van de hersenen?
begint met neurale buis –> celwanden van neurale buis verdikken en verdraaien –> vorming ventrikelsysteem hersenen –> vanuit wanden van neurale buis groeien hersenen
wat zijn de onderdelen van de hersenen?
- telencephalon: cerebrum en subcorticale kernen
- diencephalon: (hypo)thalamus
- mesencephalon: middenhersenen
- metencephalon: cerebellum
- myelencephalon: medulla oblongata
waaruit vormt de hersenstam?
middenhersenen, pons, medulla
hoe is de oriëntatie in het centrale zenuwstelsel opgebouwd?
voorkant: rostraal (normaal anterior)
bovenkant naar achterkant: dorsaal
vanaf ruggenmerg normale naamgeving
hoe worden de gebieden in de hersenen gevormd?
door gyrus en sulcus
verschillende sulci:
- sulcus centralis
- sulcus lateralis
welke gebieden omvat de hersenen?
- frontalis
- pariëtalis
- occipitalis
- temporalis
(5. cerebellum)
hoe worden hersenhelften genoemd en hoe zijn ze verbonden?
hemisferen. ze zijn verbonden via axonen en via de hersenbalk (corpus callosum)
welke soorten subcorticale kernen zijn er?
basale ganglia (sensorisch/motorisch systeem)
amygdala (limbisch systeem)
hippocampus (cognitieve systeem)
hoe ziet de input –> output er uit van de verschillende systemen en welke systemen zijn er?
- sensorisch systeem: input –> thalamus –> primaire schors …
- motorisch systeem: … –> primaire motorische schors –> ruggenmerg –> skeletspieren
- cognitieve systeem: planning, selectie
- limbisch systeem: emoties, pijn
waar zijn neuronen te vinden?
centraal:
- grijze stof: cellichamen en dendrieten
- witte stof: axonen
- spinale zenuwen
perifeer: perifere zenuwen naar dermatoom
wat is een ander woord voor glia?
steuncel
hoe werken neuronen?
ze zetten chemische signalen om naar elektrische signalen en weer terug naar chemische
het is een integratie van prikkels, waarbij ze zelf moeten beslissen of ze ze wel of niet door willen geven.
waaruit is een neuron opgebouwd?
- dendrieten (celuitloper)
- soma (cellichaam)
- axon heuvel
- axon (met myelineschede)
- pre-synaptisch einde (transmitter in vesiculi)
- synaps
hoe worden neuronen geclassificeerd?
projectie: lange afstand of lokaal
dendritische structuur: pyramidevorm of stervorm
aantal uitsteeksels: uni-/bipolair of multipolair
verbindingen tussen cellen kunnen zowel divergent, focussed of convergent zijn.
wat onderscheidt gliacellen van neuronen?
ze hebben geen axon en geen actiepotentialen. ze hebben wel elektrische activiteit, dus ook elektrische mogelijkheden
welke typen gliacellen zijn in ons lichaam te vinden?
centraal:
- oligodendrocyten (maken myeline)
- astrocyten (maken bloed-hersenbarrière)
- microglia (zorgen voor fagocytose)
- ependymcellen (maken hersenvloeistof)
perifeer:
- satelliet cellen
- schwann cellen (zorgen voor myelineschede)
wat is de belangrijkste vorm van actief ionentransport?
Natrium-Kalium pomp: 3 natrium ionen er uit, 2 kalium ionen er in. dit verbruikt ATP want het is een actief proces.
wat is de membraanpotentiaal in rust?
ongeveer -70 mV. vooral kaliumkanalen staan dan open.
hoe werkt een actiepotentiaal?
bij een actiepotentiaal begint het potentiaal negatief. synaptische polarisaties zorgen voor depolarisatie in de cel vanaf drempelwaarde. natrium stroomt naar binnen en zorgtvoor snelle depolarisatie. kaliumkanalen gaan open en er is sprake van repolarisatie.
welke krachten hebben een invloed op de bewegingen van ionen in vloeistof?
- chemische: diffusie gaat van hoge naar lage concentratie
- elektrische: + wordt aangetrokken door -
wat is de nernst vergelijking?
Ek is de evenwichtspotentiaal voor K+. dit is de potentiaal waarbij de netto K+-stroom 0 is. met behulp van de nernstvergelijking kan de evenwichtspotentiaal van ieder geleidbaar ion berekend worden via de verhouding van de extra- en intracellulaire concentratie.
wat kan je berekenen met de goldman vergelijking?
Vm. de membraanpotentiaal bevindt zich altijd tussen Ek en Ena. hoe groter de permeabiliteit voor een ion, des te dichter ligt de membraanpotentiaal bij dit ion. in rust Pk > Pna. daarom ligt Vm dichtbij Ek.