Week 5 Flashcards

1
Q

hoe worden de ligamenten bij bevalling verslapt bij preggers

A

hormonen relaxine en oxytocine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

liesbreuk

A

foramen van fruchaud

kan bekneld raken en buikinhoud kan been ingaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoeveel wervels

A

7 c
12 th
5 lum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarom kunnen C wervels beter draaien

A

?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

C wervel

A

foramen transversarium voor a. vertebralis

gespleten p spinosus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

th wervel

A

gewrichtvorming met ribben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

l wervel

A

proc costalis

grotere corpus vertebrae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waaruit bestaat discus intervertebralis

A
anulus fibrosus
nucleus pulposus (zacht, stootkussen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

rugspieren

A
extrinsiek = oppervlakkig
intrinsiek = erector spinae en trunci
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

whiplash associated disorders

A

van achteren botsing auto

grootste schade tussen c4 en c6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

spondylolisthesis

A

bovenste wervel schuift voor de onderste

4 graden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

neurogene claudicatio

A

versmalde anatomie of te veel druk op zenuwbanen

zitten, bukken geeft klachtmindering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

neh neurogene claudicatio

A

conservatief

  • fysio
  • pijnstilling

operatief

  • decompressie
  • laminectomie
  • spondylodese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

spondylodese

A

fuseren van deel van wervels

vaak met instrumentatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

oorzaken spondylolisthesis

A

hoeft niet altijd degenreatieve stoornis te zijn
kan ook erfelijk
smalle isthmus
vaak bepaalde bewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welk antigeen bewijst voor m Bechterew?

A

HLA-B27, maar is geen goeie screeningsmarker

17
Q

wanneer ontstaat inflammatoire rugpijn?

A

voor het 40e levensjaar

18
Q

klachten bechterew

A
inflammatoire rugklachten
beperkte beweeglijkheid wervelkolom
pijn/stijve rug
sacrolitis
enthesitis
artritis
19
Q

inflammatoire rugklachten

A
begint voor 40e
als je beweegt gaat het beter
geen verbetering bij rust
nachtelijke pijn
sluipend begin

bij 4 vd 5 heb je inflamm rugklachten

20
Q

hoe heet de tet om lumbale flexie index te meten

A

schober test
- 10 cm op rug, dan bukken, hoeveel langer is het geworden?

5 cm = normaal

21
Q

sacro-iliitis

A

ontsteking SI gewricht

22
Q

eerste keus behandeling voor Bechterew

A

NSAIDs
conservatieve shiz

anders:

  • TNF blokkers
  • anti-il17
23
Q

DISH

A

diffuse iliopatische skeletale hyperostose

wervels aan elkaar gegroeid

24
Q

types botdestructie

A

geografisch
moth-eaten
perfectief

25
Q

aspecifieke lagerugpijn

beh

A

<6wk acuut
tussen subactuut
>12wk is chronisch

beh

  • opbouwende belasting
  • pijnstilling
26
Q

wondgenezing fases

A

ontsteking
proliferatie
remodellatie

27
Q

typen wonden

A

acute (binnen 30 d genezen)

chronisch

28
Q

extrinsieke factoren gestoorde wondgenezing

A
infectie
meds
roken
malnutritie
vreemde partikels
radiatie
29
Q

intrinsieke factoren gestoorde wondgenezing

A
DM
art/ven insuf
neoplasmata
ouderdom
stollingsstoornis
leverziekten
30
Q

wond behandeling

A

primaire wondgenezing

secundair: wond open laten

31
Q

conservatieve wondbehandeling

A

voorkomen infecties
reinigen
wond beschermen
vochtig houden