Week 4 - Originaire wijzen van eigendomsverkrijging Flashcards
Wat zijn de verschillende vormen van originaire eigendomsverkrijging?
Verjaring, occupatie, vinderschap, schatvinding, natrekking, verbinding, zaaksvorming, vruchttrekking en substitutie.
Welke twee vormen van natrekking bij onroerende zaken kennen we en wat zijn de verschillen hiervan?
Horizontale natrekking: een gebouw of werk wordt direct nagetrokkken door de grond omdat het erop gevestigd is.
Verticale natrekking: een gebouw of werk wordt nagetrokken door een naastgelegen gebouw.
Wat houdt natrekking in en waar is dit te vinden?
Art. 5:3 BW
De eigenaar van een zaak is eigenaar van al haar bestanddelen.
Wat houdt zaaksvorming in en waar is dit geregeld?
Art. 5:16 BW
Wanneer iemand uit één of meer roerende zaken een nieuwe zaak vormt, dan wordt deze eigenaar van de oorspronkelijke zaak/zaken.
Wat is vermenging en waar is dit geregeld?
Art. 5:15 BW
Er is sprake van vermenging wanneer stoffen of andere zaken die onderling niet individualiseerbaar zijn, worden verenigd tot één zaak. Hier gelden dezelfde regels voor als voor natrekking van roerende zaken.
Welke twee vormen van vermenging kennen we en wat houden deze in?
Eigenlijke vermenging: wanneer de zaken niet meer uit elkaar te halen zijn (denk aan vloeistoffen)
Oneigenlijke vermenging: de zaken zijn no individualiseerbaar, maar het eigendom kan niet langer bewezen worden (HR Teixeira de Mattos)
Wat houden het individualiseringsbeginsel en het eenheidsbeginsel in?
Individualiseringsbeginsel: een zaak moet kunnen worden onderscheiden van zijn soort.
Eenheidsbeginsel: alle delen van een zaak tezamen maken één zaak.