Week 4, les 2 Flashcards

1
Q

waarvoor is subsidiaire bescherming bedoeld?

A

als vangnet voor personen die juridisch geen vluchteling zijn maar toch internationale bescherming nodig hebben
deze vallen onder het verbod van refoulement
Art. 2/3 EVRM, vluchten voor willekeurig geweld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ander woord voor refoulement verbod

A

uitzettingsverbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

in welk artikel staat de burger die vlucht voor willekeurig geweld

A

Art. 15c Kri

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Art. 18 Kri

A

kernbepaling subsidiaire bescherming
aspecten uit dit artikel;
-bindende bepaling
-algemene voorwaarden moeten bekeken worden, dus de artikelen 4 tm 8 Kri

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

subsidiaire bescherming
twee vormen van bescherming in Kri

A

a grond = vluchtelingschap
b grond = subsidiaire bescherming, als je niet bent aangemerkt als vluchteling
Art. 15 Kri

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk artikel van het evrm moet je erbij pakken als het gaat om art. 15 kri?

A

art. 3
folterverbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

mag je de persoonlijke situatie betrekken in Art. 15 Kri

A

ja in alle subs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly