Week 3, les 1 Flashcards

1
Q

De twee belangrijke EU verdragen

A

VEU = verdrag betreffende de eu
VWEU = verdrag betreffende de werking van de eu
in art. 1 van beide verdragen staat hetzelfde qua juridische waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de regionale organisatie

A

de eu is een regionale organisatie
art. 49 VEU =
alleen Europese staten kunnen toetreden tot de eu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

doelstellingen van de eu

A

art. 3 VEU
het bevorderen van vrede, de waarden en het welzijn van de volkeren van de eu

het bieden van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht zonder binnengrenzen

het tot stand brengen van een interne markt

het instellen van een economische en monetaire unie met de euro als munt

het bijdragen aan de vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling van de aarde, solidariteit en wederzijds respect tussen de volkeren, vrije en eerlijke handel en de bescherming van mensenrechten.

lid 6
de eu streeft deze doelen na

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

een bijzondere internationale organisatie en een eigen rechtsorde

A

de eu heeft instellingen met wetgevende bevoegdheden en een hoogste rechter
het Hof van Justitie
supranationaal karakter
boven de lidstaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

primair en secundair eu recht

A

acquis communautaire
het is vooral van belang als staten willen toetreden tot de eu
zij moeten dan het acquis accepteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een acquis bestaat uit primair en secundair recht, geef uitleg

A

primair
bevat naast de verdragen ook de protocollen, Handvest EU, toetredingsverdragen en algemene beginselen
-de doelstellingen van de verdragen

secundair
alle wetgeving, besluiten en internationale overeenkomsten
-de op de grond van die verdragen aangenomen wetgeving en eventueel besluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat staat er in de volgende wetten? VEU en VWEU oja en Handvest

A

VEU = de algemene kaders van de EU
VWEU = gedetailleerde bepalingen over de bevoegdheden van de EU en een uitwerking hiervan

Het Handvest voegt hieraan belangrijke grondrechten toe
zo opereert de eu binnen de mensenrechtelijke kaders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De instellingen van de EU
7 stuks

A

het europees parlement
de europese raad
de raad
de europese commissie
het hof van justitie van de eu
de Europese centrale bank
de rekenkamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar staan de instellingen van de eu in de bundel?

A

VEU
art 13 tm 19
ook hun taken en werkwijze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het Europees Parlement

A

de leden worden gekozen door de verkiezingen in alle eu lidstaten
samen met de raad de wetgevingstaak en begrotingstaak
zij kiezen de voorzitter van de commissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de europese raad

A

regeringsleiders en staatshoofden
politieke beleidslijnen en prioriteiten
geen wetgevingstaak
wel wetgevingsvoorstel aan de commissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de raad

A

belangrijke wetgevingstaak
verder staat alles in de wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de europese commissie

A

belangrijke instelling voor wetgeving
maar ook toezicht en uitvoering wetgeving
recht van initiatief om wetgeving voor te stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

het hof van justitie

A

procedures hof
art. 251 tm 281 VWEU
verder alles in het artikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de belangrijkste instellingen van de eu bij het aannemen van eu wetgeving

A

de Europese commissie
de raad
het europees parlement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe werkt de eu?

A

supranationaal
een lidstaat is gebonden aan regels waarmee ze niet hebben ingestemd
dit is een kenmerk van een supranationale organisatie

17
Q

de beginselen van de eu

A

in de verdragen zijn beginselen vastgelegd
art. 4 tm 6 VEU

loyale samenwerking
het beginsel van bevoegdheidstoedeling
het subsidariteitsbeginsel
het evenredigheidsbeginsel

18
Q

loyale samenwerking

A

verhouding eu en lidstaten
de lidstaten zijn verplicht loyaal met de unie samen te werken

19
Q

bevoegdheidstoedeling

A

de eu mag volgens de verdragen niet op alle terreinen volledig opereren
gedeelde bevoegdheden
de lidstaten kunnen dan regels maken als de eu dit nog niet heeft gedaan

20
Q

de begroting

A

eu beschikt over groot budget om taken uit te kunnen voeren
groeit gestaagd

21
Q

verschil eu en vn

A

eu = de lidstaten dragen soevereiniteit over aan de instellingen van de eu, zij mogen dan namens de landen beslissingen nemen
supranationaal

vn = proberen samen te werken, geen bevoegdheid overdragen
intergouvernementeel

22
Q

naar welke twee wetten ga je als je vragen krijgt over de eu

A

VEU = beginselen en uitgangspunten
VWEU = uitvoeringskant

23
Q

wat zijn de beginselen en uitgangspunten van de eu?

A

vrede
haar waarden
en welzijn
art 3 VEU

24
Q

burgerrechten als burger van een lidstaat van de eu?

A

art. 9 VEU
burger van de Unie
dit staat los van burger van je eigen land
deze mensen twee paspoorten, alleen deze is niet zichtbaar

je kunt op twee manieren rechten halen
burger eu
burger eigen land

25
Q

Mag het handvest van de eu meer bescherming bieden dan het evrm

A

ja dit mag
inhoud en reikwijdte zijn beide hetzelfde
dit zodat er voorkomen kan worden dat beide rechters andere interpretaties kunnen krijgen
ruimtere bescherming bij het handvest

26
Q

de terreinen van het VWEU

A

exclusieve bevoegdheden
art. 3 vweu

gedeelde bevoegdheden
art. 4 vweu lid 2 sub a tm k

ondersteunende bevoegdheden
art. 6 vweu sub a tm g

27
Q

wat is in de grote lijnen de relatie tussen primair en secundair recht?

A

het primaire recht bevat verdragen en op basis van die verdragen wordt er wetgeving aangenomen als secundair recht

28
Q

waar heeft art 288 vweu betrekking op in relatie tot primair en secundair recht?

A

verordeningen
richtlijnen
besluiten
dit zijn voorbeelden van secundaire wetgeving

29
Q

geef voorbeelden van primaire wetgeving

A

VEU en VWEU en het Handvest

30
Q

waar behoren de toetredingsverdragen toe? primair of secundair recht?

A

primair

31
Q

waar behoren de protocollen toe, primair of secundair?

A

primair

32
Q

welke eu instelling ziet toe op de voorrang van primair recht boven secundair recht?

A

Het hof van Justitie eu
Art 19 VEU oprichting
eerbiediging van het recht en uitlegging en toepassing van het recht

33
Q

het rijtje van al het primaire recht

A

Het handvest van de Grondrechten
verdragen
protocollen
toetredingsverdragen
beginselen door het Hof

34
Q

het rijtje van al het secundaire recht

A

verordeningen
richtlijnen
besluiten
internationale overeenkomsten

35
Q

op welke bepalingen van het veu of vweu is de bevoegdheid van de eu gebaseerd om regels te maken over de verantwoordelijkheid voor asielverzoek?

A

art
67/78/79 lid 1 vweu
art 3 lid 2 veu
art 18 handvest

36
Q

wat is de verhouding tussen het eu handvest en de eu verdragen?

A

art 6 lid 1 veu
algemene bepalingen betreffende de uitlegging en de toepassing van het handvest

art 52 lid 3 handvest
reikwijdte
geven beide de verhouding weer