oefententamen Flashcards

1
Q

vraag 1
is er bij de afspraak sprake van een verdrag volgens internationaal recht? Motiveer je antwoord aan de hand van een bepaling van internationaal recht.

A

Art. 2 lid 1 sub a WVV
definitie verdrag en criteria
-schriftelijke overeenkomst
-tussen staten
-juridisch bindend
-bedoeling partijen staat centraal

laatste twee criteria van belang
meer een politieke overeenkomst
een besluit om samen te werken
niet juridisch bindend
voldoet niet aan criteria
geen verdrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vraag 2
vrome drie internationaalrexhtelijke rechtssubjecten in deze casus. Motiveer kort je antwoord aan de hand van de definitie

A

organen en personen die rechtshandelingen mogen verrichten zoals een overeenkomst sluiten

de staat = Tunesië regime en EU
individuen = migranten
internationale instellingen = Europese Commissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vraag 3
Mensenrechtenjuristen vinden dat de afspraak in strijd is met VN-mensenrechtenverdragen. Waaruit volgt dat mensenrechten tot doelstellingen van de VN behoren? Noem een artikel en licht je antwoord goed toe

A

Art. 1 sub 3 VN Handvest
doelstellingen VN
sub 3 = bevorderen en stimuleren van eerbied voor de rechten van de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vraag 4a
een mensenrechtenjurist stelt dat de afspraak volledig in strijd is met art. 14 van de UVRM. Wat is de juridische status van het UVRM

A

juridische status = wet, verdrag
het is niet bindend = geen verdrag, kun je afleiding uit preambule
het is alleen een verklaring door lidstaten opgesteld
geen verdrag maar verklaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vraag 4b
stel een asielzoeker beroept zich in een Nederlandse asielprocedure op het UVRM. Kan je voor een nationale rechter in Nederland een beroep doen op het UVRM? Motiveer je antwoord aan de hand van twee nationale bepalingen.

A

Art. 93 Gw
Art. 94 Gw
geen verdrag, dus geen verbindende kracht
doorwerking internationale recht naar nationaal recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vraag 5
waarom zou de franse rechter oordelen dat hier sprake is van discriminatie? motiveer kort je antwoord aan de hand van relevante bepaling uit het evrm en een protocol

A

art. 14 evrm
art. 1 protocol 12 evrm
accessoir recht, inroepen met ander artikel evrm
art. 9 evrm
hierin staat dat algemeen belang boven gaat voor onderwijs in lid 2

zie je artikel 14 evrm
altijd accessoir recht en zoeken naar ander artikel erbij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vraag 6
manon beroept zich ook op het recht van godsdienstvrijheid zoals neergelegd in art 8 evrm. Wat voor type recht is art. 9 en wat houdt dit in
.

A

gekwalificeerd recht
mogelijkheid voor belangenafweging
artikelen 8 tm 10 horen bij dit recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vraag 6b
waarom zou de franse rechter oordelen dat hier geen sprake is van een met art 9 evrm strijdig handelen door de overheid. Motiveer je antwoord aan de tekst van dit artikel

A

lid 2
geen andere beperkingen mogelijk
noodzakelijk voor de democratische samenleving
belang openbare veiligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vraag 7
Kan manon mogelijk een klacht bij het Hof voor de rechten van de mens tegen frankrijk indienen? Motiveer je antwoord aan de hand van wat je weet in de casus en benoem nog twee voorwaarden erbij. Noem een relevant artikel uit het evrm

A

vanaf art. 19 EHRM
Art. (34) 35 EVRM
alle voorwaarden in;
-alle nationale rechtsmiddelen moeten uitgeput zijn, heeft zij gedaan
-de klacht moet worden ingediend op tijd, binnen 4 maanden
-duidelijk maken dat een bepaald artikel uit het evrm geschonden is door je eigen staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vraag 8
Kan Noor voor de Nederlandse rechtbank een beroep doen op de richtlijnbepaling van art. 16 lid 3 Kri, ook als deze niet in de Nederlandse wet staat? Motiveer kort je antwoord aan de hand van de werking van een richtlijn

A

Art. 288 VWEU
richtlijn die niet is omgezet
arrest Faccini Dori
verticale werking staat

duidelijk en onvoorwaardelijk toetsen
Van Gend & Loos-arrest
kijk naar artikel
dwingende bepalingen moeilijk woord
niet duidelijk
geen beroep mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vraag 9
Kan Noor voor de Nederlandse rechter rechtstreeks een beroep doen op art 18 Handvest, Moticeer kort je antwoord aan de hand van twee artikelen in het EU-handvest

A

Art. 51/52 EU Handvest
hier kun je zelfstandig geen beroep op doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vraag 10
Als de rechtbank niet weet hoe het begrip dwingende redenen moet worden uitgelegd, is deze dan verplicht prejudiciële vragen te stellen? Motiveer kort je antwoord aan de hand van een relevante bepaling in het VWEU

A

Art. 267 VWEU
prejudiciële vragen
twee soorten rechters

hoogste = moet
lagere zoals rechtbank = mag

uitzondering
cilfit arrest
hoogste rechter hoeft geen vragen te stellen, als alles duidelijk is

rechtbank hoeft ook niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vraag 11
Kan Noor een klacht indienen bij het Hof EU? Motiveer je antwoord kort en noem een artikel uit het VWEU

A

Art. 263 VWEU
rechtstreeks en individueel geraakt
heel moeilijk om aan te tonen

praktijk = onmogelijk
theorie = kan

waarom?
verordeningen en richtlijnen zijn voor grote groepen mensen geschreven
daardoor geen individueel belang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly