Week 1, les 1 Flashcards
de zwakte van het internationale recht
er is geen internationale overheid die het recht kan gaan afdwingen
wat gebeurt er met staten die zich niet aan de afspraken houden?
zijn kunnen maar beperkt tot de orde worden geroepen
De sterkte van het internationale recht
op nationaal niveau bestaan er effectieve mechanismes voor handhaving van het internationale recht
-nationale rechters kunnen mensenrechtenverdragen toepassen in nationaal recht
-staten zijn van elkaar afhankelijk, geschillen worden onderling opgelost
wat moet er worden verstaan onder soevereiniteit van een staat?
de staat heeft zelf het zeggenschap over het eigen grondgebied
hoe verhoudt het sluiten van een verdrag of het toetreden tot een internationale organisatie zich tot soevereiniteit?
zelfbinding = de staat kan iets zelf besluiten en zelf verplichtingen aangaan
verdragen sluiten of opzeggen
toetreden of uittreden
wat is de staat voor speler?
centrale speler en rechtssubject
internationale organisaties en individuen zijn ook rechtssubjecten
Wat kenmerkt een staat? noem de criteria op, 5 stuks
een bevolking
een grondgebied
een effectief gezag
de capaciteit om internationale betrekkingen aan te gaan
onafhankelijkheid
betekenis internationaal recht in nederlandse rechtsorde
Art. 93 Gw
Art. 94 Gw
beide voorlezen zelf
wat voor soort systeem heeft Nederland?
monistisch systeem
bepaalde regels van het internationale recht werken direct door in het nationale recht
welk ander systeem bestaat er naast monistisch?
dualistisch
dit betekent dat die regels eerst omgezet moeten worden van internationaal naar nationaal
welke instelling kan uitspraken doen over geschreven en ongeschreven bronnen?
Het Internationaal Gerechtshof, instelling van de VN
IGH
Den Haag
twee soorten verdragen
bilaterale verdragen = verdragen tussen twee staten
multilaterale verdragen = verdragen tussen meer dan twee staten
Art. 2 lid 1 sub a Weens verdragenverdrag
de definitie van het begrip verdrag
schriftelijke overeenkomst
bedoeling van de partijen staat centraal
Art. 26 Weens verdragenverdrag
pacta sunt servanda
elk verdrag dat in werking is verbindt partijen en moet door hen te goeder trouw worden uitgevoerd
Art. 38 IGH
rechtsbronnen internationaal recht
gewoonte = praktijk, blijk van recht is opinio juris
keuze lidstaten, twee begrippen
intergouvernementeel = lidstaat kan bij zo’n organisatie zelf beslissen of je akkoord gaat met een afspraak of besluit
supranationaal = lidstaat kan gebonden worden aan besluiten waar hij zelf niet mee instemt
info over de VN
belangrijke rol bij vrede en veiligheid
190 lidstaten aangesloten
Het Handvest van de VN begint met een preambule
verschillende organen van de VN
4 stuks
veiligheidsraad = bindende bevoegdheden, 5 permanente leden, 10 niet permanente leden
algemene vergadering = alle lidstaten vertegenwoordigd, elk lid heeft een stem
de secretaris generaal = hoofd van het secretariaat, benoemd door de av
het internationaal gerechtshof = voornaamste gerechtelijke orgaan VN
Hoe ziet het tentamen eruit?
Open vragen
17 stuks
casussen
2,5 uur de tijd
publiekrecht bundel mee
andere naam oud voor internationaal recht
volkenrecht
recht van volkeren
ius gentium
De primaire bronnen van het internationaal recht
verdragen = EVRM, geschreven
besluiten van internationale organisaties = EU, geschreven
algemene rechtsbeginselen = pacta sunt servanda, gedraging uit praktijk, ongeschreven
gewoonterecht = praktijk, elkaar helpen, ongeschreven
Verschil tussen de EU en de VN
EU = landen hebben een deel van hun soevereiniteit overgedragen
VN = landen behouden hun soevereiniteit
tribunalen
tribunaal = geschillen tussen personen
gerechtshof = geschillen tussen staten
-Internationaal Gerechtshof
-Internationaal Strafhof
-Rwanda tribunaal
-Joegoslavië tribunaal
kenmerken van een verdrag
schriftelijke overeenkomst
tussen staten
bindend
bedoeling staat centraal