Week 4 - De subjectieve zuide van een strafbaar feit: opzet Flashcards

1
Q

Opzet bestaat uit een volitief en een cognitief deel. Wat houdt dit in?

A

Dit houdt in dat de dader willens en wetens heeft gehandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De wetenschap van de dader wordt beoordeeld aan de hand van het normaliteitssyllogisme. Wat houdt dit in?

A

Het normaliteitssyllogisme houdt in dat gekeken wordt naar wat ieder normaal persoon weet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vier wettelijke vormen van opzet kennen we?

A
  1. Oogmerk
  2. Opzettelijk
  3. Wetende dat
  4. Ingeblikt opzet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vormen van feitelijke opzet kennen we?

A

Vol opzet, opzet met zekerheids- of noodzakelijkheidsbewustzijn en voorwaardelijk opzet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt vol opzet in?

A

Wanneer er sprake is van vol opzet heeft de dader doelbewust een gevolg of voltooiing van een handeling nastreeft. De dader heeft willens en wetens gehandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt het zekerheids- of noodzakelijkheidsbewustzijn in?

A

De dader handelt met het oog op een begeerd gevolg, terwijl een ander, niet primair bedoeld gevolg, noodzakelijkerwijs uit zijn handelen voortvloeit. De dader moet bewust zijn geweest van dit gevolg. Het cognitieve element is hier sterker dan het volitieve element.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer is er sprake van voorwaardelijk opzet?

A

Er is sprake van voorwaardelijk opzet wanneer de dader bewust de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg aanvaard. Er is sprake van een afgezwakt willen en een afgezwakt weten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Met welke feitelijke opzetvormen kan de wettelijke opzetvorm ‘oogmerk’ bewezen worden?

A

Oogmerk kan enkel bewezen worden met de feitelijke opzetvormen Vol opzet en Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de verhouding tussen opzet en op gevolg gerichte delicten?

A

Het gevolg is onttrokken aan de opzetseis. Enkel ten aanzien van het gronddelict dient de opzet te worden bewezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt het kleurloos opzet in?

A

Er is sprake van kleurloos opzet wanneer de opzet niet ziet op de wederrechtelijkheid. Opzettelijk en wederrechtelijk zijn gescheiden door het woord ‘en’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer is er sprake van boos opzet?

A

Dit is het geval wanneer de opzet ook ziet op de wederrechtelijkheid van de gedraging. De opzet en de wederrechtelijkheid zijn niet gescheiden in de delictsomschrijving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe wordt vastgesteld of er een aanmerkelijke kans is dat een gevolg intreedt?

A

Dit is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Wordt beoordeeld aan de hand van de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het moet gaan om een naar algemene ervaringsregels aanmerkelijke kans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt beoordeeld of de aanmerkelijke kans op het intreden van een gevolg bewust is aanvaard?

A

Er wordt gekeken naar de aard van de gedraging, verklaringen van de verdachte en getuigen en de omstandigheden van het geval. Sommige gedragingen kunnen naar uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer gericht op een bepaald gevolg dat het - behoudens contra indicaties - niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg heeft aanvaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

HR HIV-I

A

De aanmerkelijke kans mag niet afhankelijk worden gesteld van de aard van het gevolg, het moet altijd gaan om naar algemene ervaringsregels aanmerkelijke kans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

HR Slaan met pistool

A

De aard van de gedragingen en de omstandigheden waaronder het strafbare feit is verricht spelen een rol bij het vaststellen of de verdachte welbewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat een bepaald gevolg zou intreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

HR HIV-IV

A

Welbewust een bepaald risico nemen is gevaarzettend. Dat brengt op zichzelf nog niet mee dat daardoor een zodanige kans op een bepaald gevolg in het leven is geroepen dat deze naar algemene ervaringsregels als aanmerkelijk kan worden beschouwd. Slechts onder bijzondere omstandigheden kan dat anders zijn.

17
Q

HR Porsche

A

Voorwaardelijk opzet kan niet worden aangenomen op basis van het niet kunnen bewijzen van het aanvaarden van de aanmerkelijke kans. Contra-indicaties kunnen worden weerlegd door normaliteitssyllogisme of uiterlijke verschijningsvorm van de gedraging.

18
Q

HR Onverschillige doodrijder

A

Wanneer iemand meermaals gewaarschuwd is en de verdachte hier niet naar heeft geluisterd, kan dit een indicatie zijn dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans op het intreden van een gevolg geaccepteerd heeft.

19
Q

HR Voorbedachte raad

A

Voor een bewezenverklaring van het bestanddeel “voorbedachte raad” moet komen vast te staan dat de verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het nemen of het genomen besluit en dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Dat de verdachte voldoende tijd had om zich te beraden vormt een belangrijke aanwijzing dat met voorbedachte raad is gehandeld, maar dit weerhoudt de rechter niet om contra-indicaties aan te nemen.

20
Q

HR Bijtende honden

A

Om voorwaardelijke opzet aan te nemen moet het altijd gaan om een reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid.