Week 4 - De subjectieve zuide van een strafbaar feit: opzet Flashcards
Opzet bestaat uit een volitief en een cognitief deel. Wat houdt dit in?
Dit houdt in dat de dader willens en wetens heeft gehandeld.
De wetenschap van de dader wordt beoordeeld aan de hand van het normaliteitssyllogisme. Wat houdt dit in?
Het normaliteitssyllogisme houdt in dat gekeken wordt naar wat ieder normaal persoon weet.
Welke vier wettelijke vormen van opzet kennen we?
- Oogmerk
- Opzettelijk
- Wetende dat
- Ingeblikt opzet
Welke vormen van feitelijke opzet kennen we?
Vol opzet, opzet met zekerheids- of noodzakelijkheidsbewustzijn en voorwaardelijk opzet.
Wat houdt vol opzet in?
Wanneer er sprake is van vol opzet heeft de dader doelbewust een gevolg of voltooiing van een handeling nastreeft. De dader heeft willens en wetens gehandeld.
Wat houdt het zekerheids- of noodzakelijkheidsbewustzijn in?
De dader handelt met het oog op een begeerd gevolg, terwijl een ander, niet primair bedoeld gevolg, noodzakelijkerwijs uit zijn handelen voortvloeit. De dader moet bewust zijn geweest van dit gevolg. Het cognitieve element is hier sterker dan het volitieve element.
Wanneer is er sprake van voorwaardelijk opzet?
Er is sprake van voorwaardelijk opzet wanneer de dader bewust de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg aanvaard. Er is sprake van een afgezwakt willen en een afgezwakt weten.
Met welke feitelijke opzetvormen kan de wettelijke opzetvorm ‘oogmerk’ bewezen worden?
Oogmerk kan enkel bewezen worden met de feitelijke opzetvormen Vol opzet en Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn.
Wat is de verhouding tussen opzet en op gevolg gerichte delicten?
Het gevolg is onttrokken aan de opzetseis. Enkel ten aanzien van het gronddelict dient de opzet te worden bewezen.
Wat houdt het kleurloos opzet in?
Er is sprake van kleurloos opzet wanneer de opzet niet ziet op de wederrechtelijkheid. Opzettelijk en wederrechtelijk zijn gescheiden door het woord ‘en’.
Wanneer is er sprake van boos opzet?
Dit is het geval wanneer de opzet ook ziet op de wederrechtelijkheid van de gedraging. De opzet en de wederrechtelijkheid zijn niet gescheiden in de delictsomschrijving.
Hoe wordt vastgesteld of er een aanmerkelijke kans is dat een gevolg intreedt?
Dit is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Wordt beoordeeld aan de hand van de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het moet gaan om een naar algemene ervaringsregels aanmerkelijke kans.
Hoe wordt beoordeeld of de aanmerkelijke kans op het intreden van een gevolg bewust is aanvaard?
Er wordt gekeken naar de aard van de gedraging, verklaringen van de verdachte en getuigen en de omstandigheden van het geval. Sommige gedragingen kunnen naar uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer gericht op een bepaald gevolg dat het - behoudens contra indicaties - niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg heeft aanvaard.
HR HIV-I
De aanmerkelijke kans mag niet afhankelijk worden gesteld van de aard van het gevolg, het moet altijd gaan om naar algemene ervaringsregels aanmerkelijke kans.
HR Slaan met pistool
De aard van de gedragingen en de omstandigheden waaronder het strafbare feit is verricht spelen een rol bij het vaststellen of de verdachte welbewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat een bepaald gevolg zou intreden.