Week 2 - Legaliteitsbeginsel, overgangsrecht en rechtsmacht Flashcards
Wat is het materieel strafrechtelijke legaliteitsbeginsel en waar is dit geregeld?
Art. 1 Sr
Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.
Het gaat hier om zowel wetten in materiële zin als wetten in formele zin.
Binnen het legaliteitsbeginsel zijn enkele deelbeginselen te vinden. Eén hiervan is het Nullum crimen sine lega beginsel. Wat houdt dit beginsel in?
Geen feit is strafbaar zonder voorafgegane wettelijke strafbepaling.
Binnen het Nullum crimen sine lege-beginsel ligt het lex certa-vereiste. Wat houdt dit vereiste in?
Dit beginsel houdt in dat de wettelijke strafbepaling voldoende duidelijk en helder moeten zijn.
Binnen het legaliteitsbeginsel zijn enkele deelbeginselen te vinden. Eén hiervan is het Nulla poene sine lege beginsel. Wat houdt dit beginsel in?
Duidelijk moet zijn welke straf opgelegd kan worden indien het strafbare feit gepleegd wordt.
Binnen het legaliteitsbeginsel zijn enkele deelbeginselen te vinden. Eén hiervan is het Nulla poene sine lege praevia beginsel. Wat houdt dit beginsel in?
Dit is het verbod van terugwerkende kracht.
Wat houden het verbod van extensieve interpretatie en het verbod op analogie in?
De rechter mag bij het behandelen van een zaak niet te ver afwijken van de delictsomschrijving.
Wat is de uitzondering op het legaliteitsbeginsel?
Art. 1 lid 2 Sr
“Bij verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, worden de voor de verdachte gunstigste bepalingen toegepast.”
Wanneer is er sprake van een verandering in de wetgeving in de zin van art. 1 lid 2 Sr?
- Wijziging die verband houdt met de delictsgedraging.
Hier wordt de beperkt materiële leer gebruikt. Beperkt houdt hier in dat slechts veranderingen die voortvloeien uit veranderd inzicht omtrent strafwaardigheid meegenomen worden. Materieel houdt hier in dat niet enkel wetswijzigingen aangaande strafbepalingen maar ook wetswijzigingen die doorwerken in strafrechtelijke normering tellen. - Wijzigingen in regels van sanctierecht
Wanneer er een wetswijziging omtrent de sanctienorm is, dient de rechter dit direct toe te passen.
Wat is het uitgangspunt over wie de rechtsmacht heeft in een bepaald geval?
Art. 2 Sr
“De Nederlandse strafwet is toepasselijk op ieder die zich in Nederland aan enig strafbaar feit schuldig maakt”
Wat is de situatie wanneer wetswijziging omtrent verjaring plaatsvindt?
De nieuwe verjaringstermijn wordt met terugwerkende kracht verleend. Indien een feit eenmaal verjaard is, blijft dit feit verjaard.
Kan terugwerkende kracht verleend worden bij internationale misdrijven?
In het geval van een internationaal misdrijf mag enkel bij wet terugwerkende kracht verleend worden. Dit mag dus niet door de rechter gebeuren.
Hoe wordt bepaald of het strafbare feit plaatsgevonden heeft in Nederland?
- Leer van de lichamelijke gedraging: waar het delict plaats heeft gevonden.
- Leer van het instrument: waar het instrument waar het strafbare feit mee is gepleegd is gebruikt.
- Leer van het gevolg: de persoon die geraakt wordt door het strafbare feit bevindt zich in Nederland.
- Ubiquiteitsleer: knoopt aan bij alle bovenstaande leren.
Waar ligt de rechtsmacht wanneereen Nederlander deelneemt aan een strafbaar feit in het buitenland?
Uit de rechtspraak volgt dat de Nederlandse strafrechter bevoegd is wanneer een persoon (geen rechtspersoon) deelneemt aan een strafbaar feit in het buitenland.
Wat houdt het actieve nationaliteitsbeginsel in?
Het actieve nationaliteitsbeginsel houdt in dat Nederland de rechtsmacht heeft omdat de verdachte de Nederlandse nationaliteit heeft. Hiervoor is vereist dat er sprake is van dubbele strafbaarheid (art. 7 Sr). In Nederland moet de gedraging een misdrijf opleveren.
Wat houdt dubbele strafbaarheid in?
Dubbele strafbaarheid houdt in dat een feit in Nederland strafbaar gesteld is, maar ook in het land waarin het gepleegd is.