week 4 athena sv Flashcards

1
Q

soorten agressie (situational determinant of agression) en betekenis

A
  • vijandige agressie:
    gedrag dat komt uit gevoelens van boosheid/vijandigheid, gericht op schaden anderen op fysieke/psychologische manier.
  • instrumentele agressie:
    komt niet voort uit pure vijandigheid maar als doel om status te verhogen, aandacht te trekken of uit politieke/ideologische opvattingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk seizoen verhoogde agressie en meer gewelddadige misdaden?

A

in de zomer. Met warm weer.
hitte windt mensen op en mensen weten niet dat dit de bron is van hun opwinding. Dat kan leiden tot verkeerde attributie, zodat mensen hun opwinding toeschrijven aan de persoon i.p.v. situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat komt er uit onderzoeken over mediageweld?

A
  • mensen worden agressiever door blootstelling aan mediageweld
  • mediageweld leidt vooral tot agressie wanneer de kijker zich identificeert met de gewelddadige persoon of als de kijk op agressie gerechtvaardigd is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn beperkingen in onderzoeken naar invloed mediageweld op agressie?

A

beperkingen:

  • maatstaaf agressie bijna niet generaliseerbaar naar geweld in echte wereld.
  • onzeker of blootstelling eraan blijvende effecten op agressief heeft.

(onderzoek naar deze bezorgdheden:
Kinderen die veel naar gewelddadige TV keken waren agressiever dan volwassenen en meer kans veroordeling misdaad.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De gevolgen van het spelen van gewelddadige videospellen zijn

A

meer agressief gedrag: deelnemers van gewelddadige videospellen (meer dan van het golfspel) gaven langere en meer intense straffen aan teamleden die verloren in het spel.

  • in 1999 vermoordden twee tieners op Columbine High School 12 klasgenoten, een leraar en zichzelf. Hun acties leken op die van een videogame die ze veel speelden. sociale afwijzing leek bij te dragen aan hun agressie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

5 reacties geassocieerd met het spelen van gewelddadige videospellen (Anderson & collega’s):

A
  • meer agressief gedrag
  • minder prosociaal gedrag
  • meer agressieve gedachten
  • meer agressieve emoties zoals woede
  • hogere bloeddruk en hartslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarom draagt sociale afwijzing bij aan agressie? (evolutionare verklaring)

A

het is voordelig om bij een groep te horen. Afwijzing kan evolutionair gezien de dood betekenen. afwijzing activeert systeem voor verdediging bij bedreigingen: Fight-or-flightsysteem; afgifte cortisol en defensieve agressieve neigingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

sociale afwijzing activeert in de hersenen:

A

hersengebieden verantwoordelijk voor verwerken fysieke pijnlijke stimuli (anterior cingulaat).
(aangetoond door studie online spel bal overgooien waarbij deelnemer wordt buiten gesloten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

mensen die vaak worden afgewezen….

A

worden sneller agressief.

MAAR:
Veel bewijs van link tussen afwijzing en geweld is een correlatie, geen oorzaak.

Vele andere factoren spelen mee zoals familiedynamiek, genetische neigingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

veel soorten geweld zijn waarschijnlijker in landen, staten en wijken in de VS, waar grotere inkomensgelijkheid bestaat. Verklaringen zijn:

A
  • gevoelens van sociale afwijzing van diegene onder samenleving zorgen voor geweld.
  • ongelijkheid zorgt voor ondermijning van gevoelens van vertrouwen en goede wil bij mensen en leidt tot meer misdaad/geweld
  • ongelijkheid zorgt voor meer extreme concurrentie tussen mannen voor economische middelen en toegang tot vrienden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Berkowitz stelde dat een fight-or-flightrespons van woede kan ontstaan door een ….

A

onaangename stimulus. Bijvoorbeeld: heet weer kan ontspanning veroorzaken, maar ook agressief gedrag omdat mensen het als ongemakkelijk ervaren.

Berkowitz kwam er ook achter dat als mens boos is en in buurt van wapens, ze meestal agressiever optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

‘dehumanisatie’ betekenis en soorten:

A

het toeschrijven van niet-menselijke eigenschappen aan anderen.

  1. persoon kan ontkend worden in menselijke natuur (wat hem onderscheidt van niet levende dingen zoals robots).
  2. persoon kan ontkend worden in menselijk uniciteit (wat hem onderscheidt van andere soorten).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waarom kan dehumanisering leiden tot agressie en wanneer vaak dehumanisering?

A

het is gemakkelijker om mensen die minder menselijk lijken, pijn te doen.

Bijvoorbeeld:
bij pestgedrag dehumaniseren pesters hun slachtoffer.

wanneer je verbinding voelt met iemand of groep neemt dehumanisatie af.

dehumaniseren van buitenstaander is makkelijk en gebeurt snel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

afstand nemen van agressie zorgt voor:

A
  • meer vrede in woede uitlokkende contexten
  • minder verhoging bloeddrug
  • hoger gevoel van kalmte
  • bij het in de toekomst kijken minder neiging anderen schuld te geven en meer vergevingsgezind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vragen aan mensen waarom ze boos zijn in de 3e persoon stellen zorgt voor:

A

minder negatieve emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

het is makkelijker voor mensen om rustig te redeneren over problemen van: zichzelf / een ander

A

een ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

feit over cultuur en agressie:

A

bepaalde waarden en gebruikelijke manieren om zelf en ander te construeren maken leden van sommige culturen meer agressief dan leden van andere culturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

mensen in een eercultuur…..:

A

zijn bezorgd over hun reputatie van taaiheid, machismo en bereidheid/vermogen om zichzelf te verdedigen als reactie op beledigingen: overgevoeligheid voor beledigingen (ondanks minder stabiliteit voor sociale relaties).

mensen voelen zich daardoor verplicht te reageren met geweld om eer/reputatie te beschermen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

mogelijke verklaring geweldreacties voor reputatiebescherming bij eercultuur:

A

eerculturen waren vroeger culturen die regelmatig rond trokken, waardoor ze meer kwetsbaar waren en dus bereid om tegen bedreigingen in te gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

in landen waar vrouwen lagere status hebben dan mannen:

A

worden vrouwen blootgesteld aan verwaarlozing en geweld.

extra feiten:

  • jaarlijks overlijden 1000 meisjes binnen sekshandel
  • 1 op de 5 vrouwen op de wereld is ooit verkracht
  • wereldwijd worden honderd miljoen vrouwen vermist
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

definitie voor culturen waarin verkrachting gebruikt werd als oorlogsdaad tegen vijandelijke vrouwen, als ritueel of als dreiging om vrouwen gehoorzaam te laten zijn:

A

verkrachtingsvatbare culturen (Sandy).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

verkrachtingsvatbare culturen kenmerken:

A

waarschijnlijker om veel geweld, geschiedenis van frequente oorlogsvoering en nadruk op machismo en mannelijke taaiheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

houden prevalentie van verkrachting verband met cultuur van seksueel beperkende overtuigingen of praktijken?

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

in welke culturen is verkrachting meer voorkomend

?

A

in culturen waarin vrouwen een lagere status hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

inclusieve fitness:

A

zelf overleven en zorgen voor het overleven van je nakomelingen.

voor zorg voor nakomelingen (ouderlijke zorg) is veel tijd en materiële middelen nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

inclusieve fitness bij stiefouders/stiefkinderen:

A

er is geen verbetering in inclusieve fitness bij stiefouders die zorgen voor stiefkinderen. dat zou kunnen verklaren waarom relatie tussen deze twee vaak slechter/moeizamer zijn.
(stiefkinderen vaker misbruikt dan genetische nakomelingen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

verschil in agressie vormen bij man en vrouw:

A

mannen meer vatbaar voor fysieke agressie, vrouwen meer kans op relationele of emotionele agressie (roddelen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

redenen mannen meer fysieke agressie vanuit evolutionair oogpunt:

A

voortplantingssucces vergroten.

  • lengte en kracht kunnen daarbij voordeel hebben en helpen bescherming nakomelingen
  • testosteron: hogere niveaus agressie, dominant gedrag, assertiever gedrag.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

reden mannen meer fysieke agressie, standpunt van culturele theoretici:

A

mannen zijn agressiever zijn door rollen die ze krijgen in samenleving:
ouders, docenten, sociale media, sociale instituties cultiveren vaak onbewust meer agressiviteit in mannen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

de precaire mannelijke hypothese

A

de mannelijke geslachtsidentiteit van kracht en hardheid kan beschadigd worden door verschillende factoren zoals verliezen wedstrijd of ontslagen worden.

identiteit van mannen is kwetsbaarder dan die van vrouwen waardoor mannen meer risicovol, agressiever gedrag vertonen voor bewijzen mannelijkheid.

studie: mannen die haar van pruik moesten vlechten konden vaker tegen bokszak stootten (vrouwelijke taak vormde bedreiging).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

promotie van mispercepties tijdens propaganda tijdens oorlog of verkiezingen leiden vaak tot

A

toeschrijving van onmenselijke misvattingen door groepen aan rivaliserende groepen in escalerende conflicten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

waardoor negeren tegenstanders aspecten van elkaar waar ze het over eens zijn?

A

eigen groepsleden zien ze als goed en andere groep als slecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

reactieve devaluatie

A

minder waarde hechten aan aanbod voor onderhandeling omdat het aanbod van de andere groep is.

komt door negeren overeenkomsten in belangen van de andere groep: er van uit gaan dat belang van andere groep precies tegenover gestelde is als belang van eigen groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

(Tetlock: simplistic reasoning & rhetoric) tegenstanders kunnen op complexe of eenvoudige manier met elkaar communiceren/redeneren. Die complexiteit/eenvoud van de positie wordt bepaald door:

A
  1. het niveau van differentiatie of aantal principes en argumenten in de positie
  2. het niveau van integratie of verbindingen tussen de verschillende principes en argumenten.

hoe complexer een positie, hoe meer argumenten en principes en meer verbindingen er gemaakt worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

leiders die complexer spreken en rekening houden met overwegingen van andere kant zijn ……….. want ……..

A

meer waarschijnlijk om escalerende conflicten te voorkomen.

hoe complexer een positie, hoe meer argumenten en principes en meer verbindingen er gemaakt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

wat doen tegenstanders tijdens of na een conflict van agressie?

A

stoppen met communiceren en scheiden van elkaar. weinig kans dat ze naar het probleem kijken vanuit elkaars perspectief. oplossing zou zijn actief het perspectief van de ander in te beelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

vermindering in mate van competitie, agressie en mispercepties kan door:

A

face-to-facecommunicatie.

Het kan dus vrede en samenwerking bevorderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

de innovatieve aanpak door strafrechtssystemen van meerdere landen die focust op restoratieve gerechtigheid:

A

mensen die getraind zijn in begeleiding en de wet bemiddelen tussen daders en slachtoffers van misdaden.

slachtoffers die meewerkten rapporteerden minder wraakgedachten en hebben 2 x zoveel kans om dader te vergeven en te zeggen dat strafrechtsysteem eerlijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

(Pinker) we leven in een minder agressieve en zeer samenwerkende periode in de menselijke geschiedenis. dat komt door:

A

sociale media:
Stelt mensen meer bloot aan argumenten tegen oorlog en geweld.

Ontwikkeling cijfers/letters:
Geletterdheid en vaardigheid met cijfers hebben ons slimmer gemaakt; meestal kiezen slimmere mensen ervoor om conflicten op te lossen zonder geweld.

de wereld is onderling meer verbonden:
door zelfde belangen van landen en mensen.
Vooral door globalisering en sociale media.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Altruïsme

A

prosociaal gedrag waarvan anderen profiteren en gedaan zonder dat er voordelen zijn voor de uitvoerende persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

De drie motieven van Batson voor altruïstische acties:

A
  1. sociale beloning: geprezen worden en positieve aandacht
  2. persoonlijke nood: helpen van anderen in nood om eigen nood te verminderen.
  3. empathische zorg: identificeren met iemand in nood, samen met de bedoeling om ander te helpen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Studie van Batson naar altruïsme:

A

deelnemers die empathisch bezorgd waren, waren bereid schokken te nemen voor bondgenoot, zelf als ze weg mochten. deelnemers die meer met eigen ongemak bezig waren bij het zien van schokken bij bondgenoot, namen minder schokken en gingen eerder weg.

beperking:
deelnemers die meer schokken namen konden dit doen uit hoop op een goede indruk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

(studie van batson naar beperking eerdere studie) deelnemers die anoniem waren wilden vooral hulp geven aan een ander als:

A

ze empathie voor de ander hadden, doordat de onderzoeker ze vroeg zich te verplaatsen in de ander.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

vrijwilligerswerk is het hulp geven aan ander zonder compensatie.

Het lijkt de levensduur te verhogen zeggen redders uit de 2e wereld oorlog, want:

A

empathische bezorgdheid is een krachtige drijfveer voor prosociaal gedrag in menselijke gemeenschappen, en kan via opvoeding doorgegeven worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

de moord op kitty genovese laat zien:

(kitty in NY werd gestalkt en vermoord buiten haar huis. meerdere mensen hoorden en zagen haar gegil maar deden niks, pas na 30 min. werd politie gebeld)

A

dat er processen zijn die altruïstische acties remmen. Een factor die rol speelt om iemand te helpen is of er anderen in de buurt zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

bijstand interventie (bystander intervention):

A

de handeling om iemand te helpen als mensen getuigen van een noodgeval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

spreiding van de verantwoordelijkheid zorgt er voor dat:

A

mensen minder snel helpen wanneer er andere mensen bij zijn. mensen gaan er dan vanuit dat meer mensen de situatie zien en dat die wel zullen ingrijpen: iedereen voelt zich minder verantwoordelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

wanneer zijn mensen wel meer geneigd om ander te helpen?

A
  • als schade aan slachtoffer duidelijk te zien is
  • als de behoefte dubbelzinnig is (als iemand gilt)
  • als het slachtoffer meer op jezelf lijkt (lid eigen etnische groep).
  • als de kosten geassocieerd met het helpen niet al te groot zijn (kom je zelf in gevaar).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

pluralistische onwetendheid

A

mensen reageren/grijpen in minder snel wanneer mensen onzeker zijn over wat er gebeurt en wanneer ze ervan uit gaan dat alles oke is omdat niemand anders reageert. het zou dan genant zijn om iets te doen als ook echt blijkt dat er niks aan de hand is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

manieren die effectief zijn om hulp te krijgen bij nood

A
  • duidelijk maken van behoefte aan hulp

- selecteren/aanspreken van specifieke persoon bij vraag om hulp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

(Steblay) Mensen op platteland helpen eerder dan mensen in een stad. de huidige situatie van iemand is hier meer invloedrijk dan de achtergrond van iemand. verklaringen zijn:

A
  • in steden meer prikkels, waardoor je minder opmerkt
  • in steden leven meer verschillende populaties, waardoor kans dat iemand met jezelf vergelijkbaar is, kleiner is.
  • in stad zijn meer mensen die kunnen helpen, waardoor meer spreiding/diffusie van verantwoordelijkheid
  • in landelijke omgeving is kans op waarneming van je altruïstische actie door een bekende groter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

mensen met minder geld willen in verhouding tot hun inkomen meer geld aan goede doelen geven, want:

A

mensen in lagere klassen beleven meer schaarste in hun middelen waardoor ze:
meer sterke relaties opbouwen met mensen –> meer empathisch zijn naar anderen.

mensen van hoge klassen reageren wel even prosociaal als mensen van lage klassen bij zien van zielige arme kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

bij de belangrijkste religies van de wereld ligt de nadruk op

A

mededogen, altruïsme, anderen vriendelijk behandelen.

primen van mensen met religieuze concepten leidt bij hen tot grotere vrijgevigheid.

54
Q

aspect dat samenwerking (coöperatief gedrag) kan beïnvloeden:

A

het gevoel dat je bekeken wordt. stippen in driehoek kan helpen want het doet mensen denken aan menselijk gezicht en het gevoel dat ze worden waargenomen.

55
Q

uit evolutionair perspectief is altruïstisch gedrag niet voordelig, door het opmaken van middelen die voor jezelf en nakomelingen zou willen gebruiken.

verklaringen waarom altruïstisch gedrag nog steeds bestaat:

A

kin selectie:
een evolutionaire strategie: gedrag dat kans op overleving van genetisch verwante ander vergroot wordt bevorderd.
in dit geval zouden mensen meer geneigd zijn mensen te helpen die familie zijn (voor overleving van eigen genen). uit onderzoek blijkt dat mensen dit inderdaad doen.

wederkerig altruïsme:
de veronderstelling dat wanneer we anderen helpen, verwachten dat we in de toekomst iets terug krijgen van ze.
vanuit evolutionair standpunt vergroot dit je overlevingskans door conflictvermindering en vorming van allianties.

56
Q

opvallend aspect aan menselijke relaties:

A

vijandige relaties kunnen snel veranderen in samenwerkende relaties en andersom.

de neiging om samen te werken voor gezamenlijke doelen is bijna kenmerkend voor de mens.

57
Q

het gevangenendilemma

A

het spel waarin twee gescheiden deelnemers worden gevraagd of ze willen samenwerken (en als beide dit kiezen = evenveel geld) of deserteren (en alleen de persoon die dit kiest krijgt meer geld en de ander niks). maar, als beide deelnemers deserteren kiezen krijgen ze beide heel weinig geld.

samenwerking en vertrouwen leidt dus tot de grootste uitbetaling.

58
Q

je wil liever met iemand samen werken als:

A

je opvatting van die persoon, grotendeels door non-verbaal gedrag, goed is.

Als diegene vriendelijk lacht, een betrouwbaar gezicht heeft en op jezelf lijkt.
En , als je het idee hebt dat iemand NIET hebzuchtig is.

59
Q

wat kan het resultaat van een gevangenendilemma beïnvloeden?

A

de reputatie van een persoon, bestaande uit collectieve overtuigingen, evaluatie/indruk van anderen die ontwikkelen in groep/sociaal netwerk.

60
Q

wanneer vertrouwen we op roddels?

A

als je meer wil weten over iemand zijn reputatie.

61
Q

Als er veel roddelgedrag is binnen een groep dan….

A

hebben groepsleden meer neiging tot coöperatief gedrag (samen werken).

door bewustzijn van de dreiging van roddels en wat dat kan doen met de reputatie wanneer groepslid egoïstisch gedrag vertoont.

62
Q

wat kan ons niveau van competitie en samenwerking beïnvloeden?

A

de manier waarop de expliciete labels geven aan situaties.

onderzoek Liberman, Samuels, Ross:
zelfde spel met naam wallstreet of comunity game. de deelnemers die comunity game speelden werkten 2 x zoveel samen.

63
Q

onderzoek naar invloed van culturen bij het ultimatumspel van het gevangenendilemma (Joseph Henrich) (er werd toegevoegd dat deelnemer bedrag mocht aanbieden aan responder) liet zien:

A

mensen zijn meer bereid tot samenwerking dan je zou verwachten. Hoe meer leden binnen een cultuur van elkaar afhankelijk waren (bijv, eten zoeken), hoe groter het bedrag dat ze aanboden aan de responder.

64
Q

culturen waarin mensen meer van elkaar afhankelijk zijn:

A

religieuze culturen;
arme culturen;
culturen met veel blootstelling aan geweld;

ze creëren sociale voorwaarden die vereisen dat mensen afhankelijk zijn voor overleving en legt de basis voor samenwerking.

65
Q

econoom Adam Smith zegt dat het voor mensen en samenlevingen het beste is als:

A

individuen op een zelfzuchtige manier kunnen optreden.

studies lieten zien dat training in economie mensen aanmoedigt meer egoïstisch te handelen.

66
Q

in het onderzoek van Axelrod, naar hoe samenwerking haar oorsprong heeft in de evolutie, keek hij naar samenwerking (tussen verschillende geleerden en normale mensen) voor het maken van een goed computerprogramma voor de beste keuzes in het gevangenen dilemmaspel. Het winnende computerprogramma gebruikte de:

A

tit-for-tat-strategie:
men werkt samen met tegenstander in de eerste ronde en daarna in de andere rondes doet men na wat de tegenstander deed.

Deze strategie is coöperatief, niet jaloersmakend, niet-exploitabel, vergevingsgezind en makkelijk te herkennen: deelnemers zien snel dat de strategie is gebruikt.

67
Q

Emoties zijn

A

korte specifieke subjectieve reacties (psychische en fysiek) die helpen doelen te behalen.

Ze zijn meestal gericht op iets specifieks. Ze kunnen helpen onze omgeving te interpreteren en moedigen ons aan om te handelen.

STEMMINGEN duren langer en stemmingsstoornissen kunnen maanden of jaren blijven.

68
Q

evolutionaire benadering van emoties:

A

emoties zijn adaptieve reacties voor overleving gerelateerde bedreiging en mogelijkheden. Dus emoties zouden universeel moeten zijn.

69
Q

culturele benadering van emoties:

A

emoties worden beïnvloed door waarden en rollen in bepaalde culturen en verschillen per cultuur.

70
Q

Darwin’s principe van bruikbare bijbehorende gewoonten, met zijn 3 hypothesen:

A

Darwin: emoties komen voort uit gedrag dat nuttig blijkt in evolutionaire geschiedenis.
zijn hypothesen:

  • alle mensen hebben zelfde 30/40 gezichtsspieren die ze gebruiken voor voor communicatie van soortgelijke emoties in de geschiedenis. Dus mensen in alle culturen zouden op zelfde manier moeten kunnen communiceren en emoties waarnemen.
  • omdat we een evolutionaire geschieden delen met zoogdieren, zouden onze emotie-uitdrukkende gedragingen hetzelfde moeten zijn.
  • blinde mensen kunnen expressies laten zien die gelijk zijn aan ziende mensen, doordat het laten zien van emoties een gecodeerd evolutionair proces is.
71
Q

Darwins hypothesen werden getest door amerikanen en leden van een stam emoties op foto’s van gezichten te laten beoordelen.
boosheid, afgunst, angst, geluk, verdriet, verbazing.

uitkomst:

A

beide groepen deden het meer nauwkeurig dan dat je zou verwachten op basis van kans.

72
Q

feiten die darwin’s hypothesen over emoties ondersteunen:

A
  • chimpansees laten zelfde soort gezichtsuitdrukkingen zien als mensen. Schaamte lijkt op verzoening bij andere zoogdieren. schaamte –> verzoening –> minder conflicten en verwantschap.
  • atleten die blind zijn tonen dezelfde expressie bij trotse- en verlies emoties, terwijl ze hiervoor nooit visuele input hebben gehad van hun cultuur.
73
Q

in bepaalde culturen hebben mensen de neiging om specifieke manieren van emotie uitdrukking te ontwikkelen.

culturen kunnen ook verschillen in ‘focale emoties’. betekenis:

A

focale emoties:
emoties die relatief vaak voorkomen en met meer intensiteit worden ervaren binnen een cultuur.

de mate waarin een emotie focaal is, kan zowel verbaal als non-verbaal worden ontwikkeld.

In China (interafhankelijke cultuur) wordt de emotie schaamte meer intens ervaren dan in onafhankelijke culturen.

74
Q

Affect valuatie theorie:

A

emoties die culturele idealen begunstigen zijn gewaardeerd en dus meer prominent in de sociale levens van mensen binnen die bepaalde cultuur.

dat kan leiden tot meer diversiteit tussen gedrag van mensen binnen een bepaalde cultuur.

75
Q

voorbeelden van affect valuatie theorie in landen:

A

in amerika wordt de emotie opwinding enorm gewaardeerd. Mensen hebben hier meer kans om verslaafd te raken aan drugs (coke) daardoor.

In oost-azië waarderen ze gevoelens van kalmte meer. dat zorgt voor minder opwindend gedrag.

76
Q

display regels

A

regels die bepalen hoe, wanneer en aan wie mensen emoties uitdrukken. daardoor kunnen mensen hun emoties meer of minder intens maken of maskeren of neutraliseren.

culturen variëren erg in display regels.

77
Q

beschadiging aan orbitofrontale cortex (deel frontrale kwab direct achter oogkassen) zorgen voor ….. en vertellen ons dat…..

A

het verlies van het vermogen om eigen emoties te vertrouwen en je op manier te gedragen die past bij de situatie.

emoties gedragen zich dus als een taal die onze sociale interacties leidt. “emoties zijn grammatica van sociale relaties.”

78
Q

emoties kunnen het toewijdingsprobleem (langetermijnrelaties verwachten dat we iets opofferen voor een ander, ook als je geneigd bent om iets anders te doen) oplossen door:

A
  • het uitdrukken van emoties kan je oprechte toewijding aan anderen en hun welzijn laten zien
  • emoties motiveren ons om eigen belangen om te ruilen voor welzijn van anderen.
    (schuld –> excuses voor oplossen conflict.
    oxytocine wordt geassocieerd met ervaringen en expressies van liefde –> promoot toewijding)
79
Q

Emoties coördineren samenwerking door

A

Uiten van emoties op goede momenten en kennen van emoties van anderen.

Onderzoek:
Mensen kunnen sympathie, liefde, dankbaarheid goed communiceren naar een vreemde door korte aanraking op onderarm.

80
Q

Aanraking zorgt voor betere samenwerking want in een sportteam ….

A

Speelden spelers beter als ze elkaar af en toe aanraakten. aanraken motiveert dus om beter samen te werken.

81
Q

We vertrouwen op onze emoties om …

A
  • status te laten zien

- je plek te weten

82
Q

Wat helpt je om je verbonden te voelen met grote sociale collectieven en om je plek/status binnen een sociale groep te begrijpen?

A

Emoties.

83
Q

Wat zijn de meest opvallende emoties binnen een groep en waarom?

A

Trots en woede. Omdat ze macht en status aangeven.

84
Q

Emoties leiden vaak onze perceptie, redeneringen en beoordelingen op manier die:

A

Zorgen dat we snel kunnen reageren op uitdagingen/mogelijkheden die we dagelijks tegen komen.

85
Q

Emoties kunnen onze percepties/bredere oordelen beïnvloeden.
Voorbeelden:

A

Angst maakt je meer oplettend voor dreiging.

Boosheid bereidt je voor om bedreiging en agressie te zien. (Als je boos bent zie je sneller een neutraal voorwerp als wapen).

86
Q

Moral dumbfounding =

A

Wanneer je overtuigd bent dat iets fout is maar je kan niet uitleggen waarom.

Voorbeeld:
Mening over incest. Alle culturen vinden het immoreel maar kunnen niet goed verklaren waarom.

87
Q

Sociale intuïtionistische model van morele beoordeling:

A

Morele beoordelingen komen door snelle emotionele intuïtie die de manier beïnvloed waarop men redeneert over bepaalde dingen.

88
Q

Verbreed-en-bouw hypothese

A

Negatieve emoties vernauwen onze perceptie

positieve emoties verbreden onze gedachten en acties die zorgen dat mensen meer vergelijking zien tussen zichzelf en anderen. —> sterkere sociale relaties.

89
Q

De morele fundatie theorie:
Er zijn 5 universele domeinen waarin specifieke emoties tot morele beoordelingen kunnen leiden.

De 5 domeinen zijn:

A
  • zorg/kwaad:
    Lijden van anderen.
    Getriggerd door signalen van zwakheid en pijn; wakkert emoties zoals sympathie aan
  • eerlijkheid/vals spelen:
    Zorgen dat anderen op eerlijke manier handelen.
    Getriggerd door oneerlijke daden; wakkert emoties zoals woede aan.
  • loyaliteit/verraad:
    Toewijding aan groepen, basis van sterke en verbonden groepen; emoties van trots of woede.

-autoriteit/subversie:
Gevaarlijke ziekten en besmetting vermijden, net als sociaal onzuivere ideeën of acties; emoties als afkeer.

90
Q

Als iemand een regel in een van de 5 domeinen van de morele fundatie theorie schendt door zijn gedrag, dan…

A

Ontstaan er bij jezelf bepaalde emoties die je oordeel over het juiste of verkeerde beïnvloeden.

Na het eerste onderbuikgevoel (bijvoorbeeld afkeer bij incest) vertrouwt men op meer deliberatieve processen om een definitief oordeel te fellen over goed/fout.

91
Q

De belangrijkste aanjager voor moreel oordelen volgens Haidt =

A

Emoties

92
Q

Volgens psychologen bestaat geluk uit de twee meetbare componenten:

A

1: levenstevredenheid: hoe goed je denkt dat het gaat met je leven
2: emotionele gezondheid: het evenwicht van positieve en negatieve emoties op elk moment gedurende een bepaalde tijdsduur. (Gaat er om hoe je je voelt op een bepaald moment)

93
Q

Geluk is geassocieerd met

A

Creativiteit
Betere prestaties op werk
Betere gezondheid

94
Q

Onderzoek naar affectieve voorspellingen (voorspellen van emoties in de toekomst) laat zien:

A

Deelnemers overschatte hun ongelukkige reactie op verbreken romantische relatie

95
Q

Overschatting van negatieve emoties bij affectieve voorspelling kan worden verklaard door:

A

Immuun verwaarlozing:
Neiging om eigen veerkrachtigheid te onderschatten.
(Zorgt voor gedachte dat problemen in leven geluk meer verminderen dan daadwerkelijk het geval is)

Focalisme:
Te veel focussen op centrale aspecten van een gebeurtenis terwijl andere kleinere aspecten ook tevredenheid vormen.

96
Q

Hoe we ons plezier herinneren wordt sterk voorspeld door

A

Het piekmoment van plezier tijdens een gebeurtenis.

En hoe je je voelt aan het einde van de gebeurtenis (dit voorspelt meer je algemene gevoel van plezier).

97
Q

Wat heeft weinig impact op je herinnering van plezier?

A

De lengte van de plezierige gebeurtenis.

= duration neglect (negeren van de duur)

98
Q

Principes die je kan volgen om geluk na te streven:

A

1: geluk is samenzijn, sociaal isolement werkt averechts.
2: geld brengt gelukt tot bepaald punt (tot comfortabel inkomen want meer geld; misschien minder tijd vrienden familie)
3: oefen dankbaarheid. Stilstaan bij wat je hebt maakt gelukkiger.
4: meer geven dan nemen. Geld besteden aan ander is meer blij dan geld besteden aan jezelf.
5: focus op ervaring en minder op materiële goederen. Ervaringen blijven hangen.

6: maak ervaringen waarvan je onder de indruk bent.
Zelfs korte ervaringen van ontzag leiden tot uitgebreid gevoel van tijd.
(Praten, natuur, mooie film)

99
Q

Componenten van emotionele reactie:

A

–> emotionele prikkel

–> appraisal (primair = snel, / secundair = langzaam)

–> reactie
(lichamelijke reactie)
(gedragsexpressie)
(subjectieve gevoelens)

–> action tendency (fight/flight)

100
Q

componenten van emotionele reactie kunnen ook terug naar elkaar koppelen in plaats van begin tot eind in een keer doen.

dus mensen zijn altijd in staat om te intervenieren met de eigen emotionele reactie.

uitleg:

A

Maar die stappen koppelen ook naar elkaar terug.

Bijvoorbeeld:
Actie heeft invloed op prikkel (schrikken, je vlucht, je gaat weg van de emotionele prikkel).

De sociale omgeving is van grote invloed. Met name kijken hoe omgeving reageert, wat een gepaste reactie is.

van actie terugkoppelen naar appraisel;
wat maakt dat is zo reageer? Waarom doe ik dit? Dan weer gedrag aanpassen (bijv. opgelucht zijn na schrikreactie als iemand je laat schrikken)

101
Q

de 6 basis emoties

A

angst, blijdschap, verdriet, verrassing, waling, woede

102
Q

Darwin:
emotionele expressie is het gevolg van evolutionaire/universele mechanismen.

(principle of serviceable associated habits)

bewijzen hiervoor zijn:

A

Emtion coding:
emoties triggeren overal dezelfde gelaatsuitdrukking
emotion decoding:
gelaatsuitdrukkingen overal op dezelfde manier geïnterpreteerd
Dit is aangeboren; universeel.
dit kan je vinden in stammen die niet eerder in aanraking zijn geweest met andere culturen. In de jaren 50 is dat gelukt. Antropologisch onderzoek bij papoea stam.
gezichten met emoties koppelden ze met juiste verhaaltjes.

103
Q

sociale functie van ‘in verlegenheid zijn’ (schaamte):

A

overtreden van sociale regels + vertonen van verlegenheid = schuld betuigen en empathie halen en er ontstaat verzoening want mensen accepteren dat als je dat laat zien. Het beschermt de sociale harmonie (groepsband).

104
Q

Voorbeeld van een ‘hardwired’ sociale functie =

A

oxytocine. aangemaakt in hypothalamus. regulatie van autonoom zenuwstelsel.

105
Q

oxytocine zorgt voor:

A
  • oxytocine verantwoordelijk voor voorbereiding vrouwelijk lichaam op zwangerschap en borstvoeding
  • versterkt ook band tussen moeder en kind.
  • in zowel mannen als vrouwen:
    • bevordert pro-sociale gevoelens (vertrouwen, affectie, samenwerking bijvoorbeeld)
    • bevordert empathische houding
    • bevordert focus op sociale cues (bijv. kijken naar ogen, gezichtsherkenning)
      Niet alleen liefde hormoon dus. Het werkt twee kanten op.
      studie:
      spel spelen voor ingroup favouritism/ outgroup derogation meting, na toediening placebo of oxytocine pufje.
      oxytocinegroep: meer ingroup liefde. MAAR: andere mensen (outgroup)straffen is gelijk bij beide groepen.
      het is dus alleen het ‘liefde hormoon’ voor je eigen groep.
106
Q

Broaden-and-build hypothesis:

A

negatieve emoties zorgen dat je inzoomt op details en geluk zorgt er voor dat je open staat voor het bredere plaatje.

107
Q

Social intuitionist model of moral judgement

A

morele oordelen vaak gebaseerd op ‘gut feelings’.

sociale intuitie als basis moreel oordeel

108
Q

gut feelings op 5 morele domeinen:

A
  • zorg/schade (sympathie, medelijden)
  • rechtvaardigheid/bedrog (verontwaardiging, bestraffing)
  • trouw/verraad (geborgenheid, wraak)
  • gezag/onderdanigheid (trots, ontzag, schaamte)
  • zuiverheid/aantasting (weerzin)
109
Q

politieke scheiding in links en rechts wat betreft gut feelings:

A

links is meer overwegingen van empathie en rechtvaardigheid.

rechts is meer over zuiverheid; goed en slecht, autoriteit, belang van de groep.

ingroup faveroutism minder in links meer in rechts; vluchtelingen niet helpen.

110
Q

affectieve valuation theory

A

Wijze waarop emoties worden beleefd en geïnterpreteerd.

111
Q

immune neglect

A

overschatten impact van een situatie en manier waarop ze er mee omgaan

112
Q

focalism ……?

A

blind zijn voor de kleine dingen ……. ?

113
Q

2 onderzoeken die voor het eerst een poging deden om te laten zien dat je goed en fout in andere perspectieven moet zien. Inspiratiebron hiervoor was de holocaust.

A
Milgram = onder druk van autoriteit (de onderzoeker).
stanford = mensen groeien hun rol in.
114
Q

Voorganger die goed/kwaad wegtrok bij religie en trok naar de psyche (en dus niet de ziel die beïnvloed wordt door goed en kwaad engelen de duivel)

A

Froooid

115
Q

Psychodynamisch model van Freud (kort):

A

ID: oerdriften
SUPEREGO: volgens regels
EGO: bemiddelaar

Ontwikkeling psychopathologie =
het ego kan de strijd niet meer beheersen. Psychische klachten ontstaan dan.

Dit model is belangrijk geweest in hoe wij nu denken, maar niet meer kloppend nu.

116
Q

Philip Zimbardo zei over ‘slecht’ gedrag:

A

je moet niet vragen wie verantwoordelijk is, maar wat verantwoordelijk is, zei hij.
‘we doen slechte appels niet in een goede mand, we doen goede appels in een slechte mand. De mand corrupts alles wat het aanraakt. ‘ (de barrel is het systeem in Amerika hier).

117
Q

Hoe komt het dat er met warmer weer meer geweld plaats vind?

A

misschien omdat we:
met warm weer meer naar buiten en sociale contacten /
fysieke stress reactie door ongemak van de hitte

–> missattributie:
iemand doet iets wat je niet leuk vind, diegene zorgt er voor dat jij je zo naar voelt, terwijl het eigenlijk door de hitte komt.

118
Q

situationele factoren voor meer geweld zijn

A

opvoeding, rol van media, hitte, etc.

119
Q

waarom geeft sociale media een vervormd beeld van de werkelijkheid

A

het toont bijna alleen maar selectieve dingen uit de werkelijkheid; alleen opvallende dingen.

–> constant blootstelling aan extremere dingen zoals geweld.

120
Q

invloed van media op geweld is niet hard te maken want onderzoek is ..

A

correlationeel van aard, en met experimenten kun je alleen korte termijn effecten aantonen.

121
Q

gevonden verschillen bij geweld door videogames:

A

jongens meer gewelddadig, maar geen verschil tussen culturen.

agressieve kinderen blijven agressief en met agressieve spellen wordt het erger.

122
Q

overeenkomsten tussen alle highschool shooters:

A
  • allemaal loners (sociaal afgewezen)

- koesterden allemaal een wrok (verwijst weer naar sociale afwijzing)

123
Q

onderzoek bij sociale afwijzing laat zien dat mensen die worden afgewezen harder/zachter straffen:

A

harder

124
Q

in landen met meer inkomensongelijkheid is een relatie gevonden met:

A
  • meer fysiek geweld
  • meer verkrachting
  • meer pesten
125
Q

Agressief gedrag, niet alleen door invloed situatie, want:

A

het is de invloed van de interpretatie van de situatie: construal.

want:
agressie is niet altijd gevolg van frustratie, en frustratie hoeft niet altijd tot agressie te leiden.

126
Q

wanneer leidt een interpretatie van een situatie tot agressie?

A
  • als situ bedreigend en onrechtvaardig wordt ervaren

- als het leidt tot woede

127
Q

als er wapens in de buurt zijn dan …

A

versterkt dat het gevoel van dreiging.

128
Q

dehumanisatie helpt morele drempel te overschrijden. = ontmenselijken van potentiele slachtoffers.

op 2 manieren:

A
  • objectivering:
    ontkennen menselijke aard door persoon als ding te zien
  • verdierlijking:
    ontkennen menselijke kwaliteiten door persoon als dier te zien
129
Q

seksueel misbruik of intimiderend gedrag & dehumanisatie door manne:

A

mannen die vrouwen met dieren vergeleken waren meer geneigd te fantaseren over seksueel misbruik

mannen die vrouwen met object vergeleken, meer over seksuele intimidatie

130
Q

In zuidelijke staten zijn meer argument-related-murders. Komt waarschijnlijk door:

A

meer eercultuur in deze staten.

131
Q

‘Altruisme is dus verkapte vorm van eigen belang’– evolutionairisten.

motieven voor Altruïsme volgens psychologen:

A
  • social rewards; boost self esteem, blij zijn met jezelf
  • personal distress; slecht tegen kunnen om anderen te zien lijden; gut feeling (eigen ongemak gevoel weghalen)

motief zonder aanwijsbaar eigen belang = empathie

132
Q

onderzoek naar altruisme bij ‘wil je tijd met janet door brengen?’

A

Uitkomst: Men wil tijd met Janet doorbrengen. Bij anonieme reactie VOORAL willen mensen tijd met Janet door brengen, bij HOGE empathie.

Zou kunnend dat mensen een goed gevoel over zichzelf wilden hebben, maar is pessimistisch opzic