Week 3 Athena sv Flashcards

1
Q

Betekenis en drie componenten van attitude

A

Attitude = evaluatie van een object op basis van een positief-negatief schaal.

1: aantasting / emotie = mate waarin je iets leuk vindt.
2: cognities = gedachten die gevoel versterken. Omvatten kennis, overtuigingen en daarbij horende herinneringen/associaties.
3: gedrag = neiging in gedrag iets te benaderen of te ontwijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe worden attitudes bepaald

A

Door self-report metingen,

vaak door Likert schaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

response latency

A

meting hoelang het duurt dat attitude naar boven komt, toegankelijkheid;
dus hoelang duurt voordat iemand antwoord op attitude vraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het meten van CENTRALITEIT van iemands attitude binnen het systeem van overtuigingen.

A

Verschillende attitudes binnen een specifiek domein worden gemeten en beoordeeld hoe sterk die verbonden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Impliciete attitudemetingen: niet afhankelijk van self-report.

A

Gebruikt als mensen niet willen of kunnen zeggen wat ze echt vinden van een bepaald onderwerp.
Bijv: affectieve priming & impliciete associaties test.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly