week 4 Flashcards

1
Q

privatisering

A

ZBO’s. minister kan leden van ZBO benoemen / ontslaan, besluiten van orgaan vernietigen en nog meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

deconcentratie

A

als de wet een bestuurstaak opdraagt aan een ambtenaar (ipv aan een orgaan van zelfstandig lichaam)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

provincies en gemeenten tweeledige bestuurstaak

A
  1. uitvoering van wetten, voor zover die aan de provincie of gemeentelijke organen is opgedragen
  2. bestuur van de huishouding van provincie of gemeente.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

manieren van decentralisatie

A
  1. functionele decentralisatie - waterschappen
  2. territoriale decentralisatie - province/gemeenten

(waterschappen tussenvorm, van beiden kenmerken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vormen van decentralisatie

A
  1. autonomie

2. medebewind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

rechtsgevolgen medebewind / autonomie.

verschillen + overeenkomsten

A

overeenkomst:
1. verantwoordingsplicht
2. aansprakelijkheid

verschil:
1. bevoegdhedentoedeling (bij medebewind mag wetgever dit ook doen.)

Dubieus:
1. voorziening bij verwaarlozing (theoretisch bij beiden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

toezicht hogere lichamen, 2 manieren + hoe het werkt

A
  1. preventief = wet eist voor bepaalde daden goedkeuring van hogere lichamen
  2. repressief = vernietiging van besluiten. wegens:
    - strijdigheid met het recht
    - algemeen belang
    • -> sinds 1983
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vernietiging mogelijkheden

A
  • schorsing en vernietiging

- ‘spontane vernietiging’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vernietigingsgronden

A
  1. strijd met het recht
    • strijd met bijv hogere regelingen
  2. strijd met het algemeen belang
    • als regeringsbeleid wordt doorkruist
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

soorten verordeningen als er sprake is van in strijd zijn met een conflictregel

A
  1. een posterieure verordening

2. een anterieure verordening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

financien provincies en gemeenten

A

voor een deel uit opbrengsten rijksbelastingen:

  1. algemene fondsen (provincie- en gemeentefonds)
  2. specifieke uitkeringen
  3. zelf belasting heffen
  4. inkomsten uit nutsbedrijven & privaatrechtelijke overeenkomsten

–> financiele verhoudingswet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bevoegdheden provinciale bestuur

A
  • instellen statencommissies
  • instellen bestuurscommissies + bevoegdheden overdragen aan hen
  • instellen adviescommissies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

dagelijks bestuur provincie

A

gedeputeerde staten, de bevoegdheid ligt bij het college van gedeputeerde staten en niet bij individuele gedeputeerden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

aanstellingswijze burgemeester

A
  1. benoeming door de raad

2. rechtstreekse verkiezing door gemeentelijke bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly