Week 1 Flashcards
staat
een staat is een organisatie die voorrang heeft boven andere organisaties, die effectief gezag uitoefent over een gemeenschap van mensen die op een bepaald grondgebied leven
Middeleeuwen
Persoonlijk recht van vorsten. erfelijk en overdraagbaar. gewone volk beschermd tegen de ‘normale risico’s’.
16e eeuw
Macchiavelli beschrijft hoe een gezagdrager op moet treden om de eenheid van Italië te bewerkstelligen. mens nu individu ipv lid van gemeenschap.
trias politica
Door Montesquieu (rechter), in 1748. Gescheiden machten. Checks and balances.
verschil trias politica toen en nu
- nu niet meer geheel gescheiden. regering nu 2 taken, uitvoerende en zelfstandige taak.
- opereren niet meer geheel afhankelijk van elkaar maar werken ook samen.
methode bij staatsrechtswetenschap
historisch-systhematische methode.
bronnen staatsrecht
- grondwet
- gewoonterechtelijk regels
- aantal geschreven regelingen in de vorm van wetten of AmvB’s
(4. Internationaal recht)
onderscheid grondwetten
rigid constitutions (NL) en flexible constitutions (Britten)
ongeschreven recht
vb: verhouding parlement, bewindslieden en koning. grondwet is dus ‘onvolledig’. moeilijk om aan te passen wegens rigid constitution
ongeschreven rechtsregel ALS
staatskundige praktijk én rechtsovertuiging
overige bronnen van staatsrecht:
organieke wetten en reglementen van orde
opstand
Willem van Oranje centrale figuur. leek bij pacificatie van gent (1576) erop dat nl verenigd kon blijven maar holland botste met calvinistische zeeland. Unie van Utrecht –> gemeenschappelijk verzet aantal gewesten tegen Spanje
plakkaat van verlatinge
1581, zetten officieel landsheer Filips II af. werd een soort nieuwe grondwet. 7 gewesten vormden samen de Republiek der verenigde nederlanden.
generaliteitsland
gebieden die lang onder spaans gezag stonden. S-G bestuurde voor hen. Raad van State was bestuurder.
Napoleon
zorgde ervoor dat zijn broer Lodewijk Napoleon koning van Nl werd. gevolg = constitutie 1806.
gijsbert karel van hogendorp
leidende figuur bij herwinnen onafhankelijkheid 1813. bood 1813 schets van een grondwet aan aan prins willem. (zoon willem V)
grondwet 1814 en 1815
grondwet voor verenigde nederlanden in 1814 verklaarden dat Willem I soevereine vorst was. nieuwe ontwerp meer stemmen tegen dan voor, maar toch aangenomen. grondwet van 1815 bracht het tweekamerstelsel.
democratische staatsorganisatie toetsen aan:
- legaliteitsbeginsel
2. verantwoordingsplicht
organieke wetten
wetten die een grondwettelijke opdracht uitvoeren om een materie bij de wet te regelen
pragmatieke sanctie
4 nov 1549. regelt de erfopvolging van alle 17 gewesten op gelijke wijze. Philips en Karel de Stoute hebben poging gedaan tot centralisatie maar dit is niet gelukt door het Groot Privilege.