Week 4 Flashcards

Dividendbelasting, conditionele BB op rente en royalty’s

1
Q

Portfolio investeringen (DB + Uitleg + Gevolg DB)

A

Art. 10-3 DB
Passieve investeringen om rendement te behalen, zonder intentie om zeggenschap of controle over buitenlandse vennootschap te verwerven.
Dividenden hierop komen in aanmerking voor vrijstelling of vermindering van DB.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Inhoudingsplichtige (DB)

A

Art. 7-2 DB
De entiteit die de opbrengst ter beschikking stelt/uitkeert en de belasting moet inhouden en afdragen in NL.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Entiteit (BB)

A

Art. 1.2-1 BB
Art. 3.3-1 BB
Een in NL gevestigde vennootschap/rp of een vergelijkbare buitenlandse entiteit met v.i. in NL.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

3 soorten uitdelingen van de winst (DB)

A

Art. 3-1-a DB
1) Formeel dividend (kan ook in natura)
2) Verkapt dividend
3) Inkoop van aandelen (m.u.v. inkoop ter tijdelijke belegging)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geldige zakelijke reden inhoudingsvrijstelling, Art. 4-3-c DB

A

Directe aandeelhouder drijft materiële onderneming waaraan het belang in inhoudingsplichtige kan worden toegerekend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geen geldige reden inhoudingsvrijstelling, Art. 4-3-c DB

A

Vennootschap die zich uitsluitend bezighoudt met het ontvangen van dividenden en overdracht ervan aan de uiteindelijk gerechtigde (of andere doorstroomvennootschappen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voordeelgerechtigde (BB)

A

Art. 1.2-1 BB
Lichaam dat gerechtigd is tot de voordelen (Art. 3.1 BB), degene die uiteindelijk profiteert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uiteindelijk gerechtigde

A

Degene die zelf kan beschikken over de opbrengst alsof het van degene zelf is, kan binnenlands en buitenlands zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voordeelgerechtigde omgekeerd hybride lichaam (BB)

A

Art. 1.2-1-a BB
Een omgekeerd hybride lichaam wordt aangemerkt als voordeelgerechtigde m.b.t. voordelen (Art. 3.1 BB) waartoe de houders van dat lichaam door tussenkomst van dat lichaam zijn gerechtigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Omgekeerd hybride lichaam (VPB)

A

Art. 2-11 VPB
NL merkt entiteit als fiscaal transparant aan en achterliggende participanten als belastingplichtig.
Terwijl het land waar de participanten wonen/gevestigd zijn, de entiteit als zelfstandig belastingplichtig beschouwt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Inhoudingsplichtige (BB) (7)

A

Art. 1.2-1-b BB
NV, BV, vereniging, stichting, andere NL rechtspersonen, naar recht van andere staat opgerichte lichamen en omgekeerd hybride lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie is verplicht dividendnota uit te keren? (DB)

A

Art. 9-1 DB
Inhoudingsplichtige

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kwalificerend belang (BB + Uitleg + Jurisprudentie)

A

Art. 1.2-1-d BB
Doorslaggevende invloed op besluitvorming.
In ieder geval indien je > 50% aandelen/stemrechten hebt. Afhankelijk van afspraken ook m.b.t. zeggenschap/winstrechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Inhoudingsmoment (DB, algemeen)

A

Art. 7-3 DB
Op moment dat dividend ter beschikking wordt gesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarop ziet BB?

A

Rente- en royaltybetalingen vanuit NL naar laag belaste jurisdicties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kwalificerende eenheid (BB)

A

Art. 1.2-1-g BB
Lichamen die gezamenlijk handelen met als hoofddoel of een van de hoofddoelen om de heffing van belasting bij een van die lichamen te ontgaan.

17
Q

5 soorten belastingplichtigen voor BB (BB) (INOHO)

A

Art. 2.1-1 BB
Lichaam dat gerechtigd is tot voordelen (Art. 3.1 BB) én:
1) In laag belaste jurisdictie is gevestigd
2) Niet in laag belaste jurisdictie is gevestigd maar de voordelen aldaar aan v.i. worden toegerekend
3) Onzakelijke tussenschakel
4) Hybride lichaam
5) Omgekeerd hybride lichaam

18
Q

Algemeen belastingplichtige voor BB (BB)

A

Art. 2.1-1 BB
Voordeelgerechtigde

19
Q

Geldlening (BB) (algemeen + kamerstukken)

A

Schuld die voortvloeit uit een overeenkomst van geldlening of daarmee vergelijkbare overeenkomst.
Niet enkel civielrechtelijke geldleningen, maar ook daarmee vergelijkbare overeenkomsten.

20
Q

Genietingstijdstip (BB) (4) (BvTRVi)

A

Het voordeel wordt:
1) Betaald/verrekend
2) Ter beschikking gesteld
3) Rentedragend
4) Vorderbaar en inbaar

21
Q

Moment inhouding niet-beursgenoteerden

A

Vaak op moment wanneer AVA besluit neemt tot uitkering, tenzij opschortende voorwaarden.

22
Q

Moment inhouding beursfondsen

A

Vaak bij betaalbaarstelling, ter beschikking stellen.

23
Q

Moment opbrengstgerechtigdheid beursgenoteerde aandelen (DB)

A

Art. 1a-2 DB
Registratiedatum

24
Q

Registratiedatum (DB)

A

Moment aan het eind van de werkdag op de door de uitgevende instelling vastgestelde datum.