Week 4 Flashcards
Voor welke bloedcel is G-CSF een groeifactor?
Neutrofiele granulocyt
Wat doet een kinase altijd?
Fosforyleren
Wat is er aan de hand bij polycythemia vera (PV)?
Teveel rode bloedcellen
Wat is er aan de hand bij essentiële trombocytose (ET)?
Teveel bloedplaatjes
Wat is er aan de hand bij primaire myelofibrose (PMF)?
Overvloedige fibrose in het beenmerg
Welke 3 verschillende soorten mutaties kunnen er optreden bij myeloproliferatieve neoplasieën (MPN)?
- JAK2-mutatie
- CALR-mutatie
- MPL-mutatie
Welke 3 vormen van myeloproliferatieve neoplasieën (MPN) zijn er?
Polycythemia Vera (PV)
Essentiële trombocytose (ET)
Primaire myelofibrose (PMF)
Hoe wordt myeloproliferatieve neoplasieën (MPN) behandeld?
- Plaatjesaggregatie remming
- Plaatjesreductie
- Bij myelofibrose (PMF) en een slechte levensverwachting kun je een allogene stamceltransplantatie doen.
- Bij polcycythemia vera (PV) kun je aderlating doen om het hematocriet en de viscositeit van het bloed te verlagen.
Wat zijn de 2 functies van Paneth cellen in de darm?
- Productie van lysosymen, wat een antimicrobiële werking heeft.
- Ze zorgen ervoor dat stamcellen, stamcellen kunnen blijven.
Wat is de effector van het WNT-pathway?
B-catenine
Wat gebeurd er als WNT bindt aan een WNT-receptor in de stamcel?
Dan laat APC en dus het destructiecomplex los van B-catenine en dan kan B-catenine binden aan de transcriptiefactor TcF en worden er targetgenen die celdeling bevorderen aangezet.
Hoeveel jaar zit er gemiddeld tussen het ontwikkelen van een dysplasie en een echte maligniteit?
17 jaar
Door welke 2 manieren kunnen er veranderingen zijn in de genexpressie, zonder dat er veranderingen in het DNA optreden?
- DNA-methylering (MDS)
- Histonmodificatie
Wat gebeurd er bij methylering van het DNA, zoals dit gebeurd bij myelodysplastisch syndroom?
Er wordt een methylgroep (-CH3) aan cytosine toegevoegd op plaats 5 van de ringstructuur. Dit gebeurd onder invloed van DNA-methyltransferase (DNMT), waarbij 5-methylcytosine ontstaat. Methylering maakt het DNA minder toegankelijk. En het vindt alleen plaats op cytosines met een g ernaast (CpG-eiland).
Waar komen CpG-eilanden veel voor en wat heeft dit voor gevolgen?
In de promotorregio van tumorsuppressorgenen. Hypermethylering treedt op wanneer er teveel cytosine moleculen gemethyleerd zijn. Als dit gebeurd vindt er minder transcriptie plaats en als dit bij tumorsuppressorgenen gebeurd kan het als gevolg hebben dat er kanker ontstaat.
Hoe zorgt een gemethyleerde cytosine voor verminderde transcriptie?
Aan het gemethyleerde cytosine kunnen bepaalde eiwitten (methyl CpG binding proteins) binden. Deze schuiven DNA in elkaar, waardoor de promotor niet meer beschikbaar is voor transcriptiefactoren en DNA-polymerase.
Wat is het werkingsmechanisme van 5-azacytidine?
Het is een cytidine homoloog dat niet gemethyleerd kan worden en zo kan het in de plaats komen voor cytidines die wel gemethyleerd kunnen worden.
Hoe heet de risicoclassificatie van MDS?
IPSS-R
Welke 2 dingen kan een cel doen bij cellulaire stress?
Apoptose of senescence
Wat doet Bcl-2 bij apoptose?
Remt apoptose
Wat doet BAX bij apoptose?
Stimuleert apoptose
Waar in de cel doen Bcl-2 en BAX hun werk?
Aan de mitochondriale membraan
Wat gebeurd er als Cytochroom C wordt vrijgemaakt?
Dit leidt tot initiatie van de caspade cascade, hierdoor wordt eiwit afgebroken en dan gaat de cel dood.
Wat houdt senescence in?
Bij senescence gaat de cel onomkeerbaar in de G0 fase van de celcyclus. De celmorfologie verandert en de cel wordt platter en groter. De cel maakt veel celcyclus remmende eiwitten (p53, p21, p16) en produceert SASP (Senescence-Associated Secretory Phenotype) factoren: Uitgescheiden eiwitten zoals cytokines, groeifactoren, enzymen. SASP factoren veroorzaken ontstekingen.
Welke 3 positieve punten heeft senescence en welke 2 negatieve punten heeft het?
Positief: Embryogenese, beperken van weefselschade, beschermen tegen het ontstaan van kanker.
Negatief: Weefselveroudering en tumorprogressie
Welke 4 genen reguleert p53?
- p21 -> remt de celcyclus
- BAX -> stimuleert apoptose
- MDM2 -> feedbackmechanisme
- GADD45 -> DNA-herstel