Week 39: poststructuralisme Flashcards

1
Q

Poststructuralisme

A

stelt dat taal (waaronder ook beelden) niet neutraal is, maar dat taal de realiteit construeert. Taal vormt categorieën. Taal oefent macht uit door ‘ware kennis’ te claimen en te institutionaliseren. Kennis betekent daarom macht. Het poststructuralisme stelt kritische en ethische vragen bij alle kennisclaims.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Discours:

A

discours betreft een overheersende opvatting of overheersend beeld over een bepaald onderwerp. Deze opvatting of dit beeld wordt in stand gehouden door taal. Taal is namelijk onderliggend aan een cultureel systeem van denkbeelden, opvattingen en normen dat het denken, handelen en ervaren van ons als mensen organiseert. Daarnaast is de macht bij discours relationeel; je bezit geen macht, maar macht is het gevolg van relaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Panopticisme:

A

gebaseerd op het idee van een koepelgevangenis met in het midden een wachttoren met lampen. De gevangen kunnen niet zien of ze in de gaten worden gehouden, maar ze voelen zich op elk moment bekeken. Daarom gaan ze zich gedwongen netjes gedragen. Foucault generaliseert het idee van het panopticum naar het dagelijks leven. Institutionele structuren (scholen, leger, etc.) zorgen voor een machtsmechanisme: mensen denken dat ze constant in de gaten worden gehouden. Daarom gaan ze zich volgens bepaalde regels en normen gedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Twee soorten (voor deze cursus) macht van Foucault:

A

Soevereine macht
Disciplinerende macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Soevereine macht:

A

ook wel repressieve macht, gaat om macht in de klassieke zin. Wordt direct uitgeoefend op het individu: opsluiting, heffingen. Duidelijk zichtbaar en duur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Disciplinaire macht:

A

sturing op individueel niveau via discoursen waarin macht, kennis en taal samengaan. Macht is hierbij geen bezit, disciplinaire macht construeert de wereld en wij handelen er simpelweg naar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Drie vormen van disciplinering:

A
  • Categorisering: wat wordt gedefinieerd als ‘goed of normaal, en wat als slecht of abnormaal?
  • Surveillance: anderen en jezelf continu in de gaten houden in relatie tot de norm
  • Normalisering: je gedragen aanpassen zodat je meer aan de norm gaat voldoen, of anderen daartoe bewegen (anderen aanmoedigen, kan expliciet maar ook via een blik)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly