Week 37: kritisch paradigma Flashcards

1
Q

Kritisch paradigma:

A

een manier om naar de wereld te kijken. Dit paradigma focust op (impliciete) structurele machtsrelaties tussen groepen in de samenleving en in organisaties. Er is kritiek op machtsstructuren, dominante wetenschappelijke benaderingen en op het positivisme. Het kritische paradigma wil de dominante structuren blootleggen, zodat sociale verandering mogelijk wordt. Hierdoor kan de positie van zwakkeren verbeteren (empowerment).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aannames van het kritisch paradigma:

A
  • Organisaties zijn geen gesloten systemen
  • Machtsrelaties zijn overal (en moeten ontmanteld worden)
  • Aannames moeten bevraagd worden (denaturalisatie)
  • Kapitalistisch denken moet worden doorbroken (antiperformativity)
  • Niemand is objectief of neutraal (reflexivity / positionality)
  • Streven naar sociale rechtvaardigheid (empowerment)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Denaturalisatie:

A

het bevragen van vanzelfsprekendheden, bestaande structuren en fundamenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Anti-performativity / anti-instrumentalisme:

A

een performatieve intentie is de intentie om kennis te ontwikkelen en te vieren die bijdraagt aan de productie van maximale output voor zo min mogelijke input. Kennis wordt dus geladen binnen een middel-doel berekening. Anti-performativiteit doorbreekt dat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Reflexivity:

A

kritisch paradigma is ook constant kritisch op zichzelf, eigen positie in samenleving. Het is reflexief op zijn filosofie en methodologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Empowerment:

A

mensen in hun kracht zetten. Iemand empoweren heeft invloed op de mate van autonomie en vrijheid die een individu heeft. Hoe meer empowerment, hoe meer ruimte om zelf keuze te maken. Bijvoorbeeld meer ruimte om voor weerstand te zorgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

‘Kritiek’ in het kritische paradigma:

A

Kritiek slaat op het uitdagen van bestaande aannames en vanzelfsprekendheden. Adler et al. (2006) heeft het over radicale kritiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sociaal constructivisme:

A

Sociaal constructivisme stelt dat de realiteit van structuren wordt gevormd door sociale, historische, economische en politieke krachten. Individuele ervaringen zijn het resultaat van die structuren. Doordat we in die structuren zitten, accepteren we bepaalde kennis, aannames, etc. als normaal of vanzelfsprekend. Daarom moeten we juist die dingen bevragen om de machtsrelaties bloot te leggen (denaturalisatie of deconstructie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly