Week 3: Open vs. Closed Business Models Flashcards

1
Q

3) Chesbrough (2006) – Open innovation: A new paradigm for understanding industrial innovation

Samenvatting:

A
  • Open innovatie is het gebruik van doelgerichte in- en uitstroom van kennis om interne innovatie te versnellen en de markten voor extern gebruik van innovatie uit te breiden.
  • Open innovatie veronderstelt dat kennis wijd verspreid is, dus zelfs de meest bekwame R&D-organisaties moeten externe kennis identificeren, verbinden en benutten als een kernproces in innovatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3) Chesbrough (2006) – Open innovation: A new paradigm for understanding industrial innovation

Verschil tussen open en closed:

A

Gesloten = project kunnen op slechts één manier naar binnen en naar buiten gaan

Open = ideeën kunnen op veel manieren in het proces vloeien en naar de markt stromen –> Value capture & Value creation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3) Chesbrough (2006) – Open innovation: A new paradigm for understanding industrial innovation

Wat is een anomalie bij in open innovatie

A

Anomalieën bij innovatie:
Open innovatie behandelt spill over effecten als gevolg van het businessmodel van het bedrijf (= opportuniteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

(3) Chesbrough (2006) – Open innovation: A new paradigm for understanding industrial innovation

Antecedents to Open innovation

A
  • Vier externe bronnen van nuttige kennis:
    • Suppliers and customers
    • University and government and private labs
    • Competitors
    • Other nations
    • Recent additional source: open source software
  • Bij hoge overloopeffecten en het NIH-syndroom. Exclusieve interne innovatie
  • NIH-syndroom in diepe verticale integratie
  • Voordelen van schaal & scope, toename en kosten van organiseren

Het not-invented-here syndroom (NIH-syndroom) lijkt een beetje op een chronische verkoudheid. Je voelt je niet lekker maar weet niet precies wat de oorzaak is. Ook kan je er een tijdje mee doorlopen, maar op een gegeven moment moet je er toch echt iets aan (laten) doen.

Het syndroom, de mate van acceptatie van goede ideeën van anderen, verschilt van persoon tot persoon. Verder heeft het NIH-syndroom meestal niet één duidelijk aanwijsbare oorzaak, in die zin dus een echt syndroom. Het syndroom beschrijft een aantal symptomen of klachten, bijvoorbeeld:

het wiel opnieuw uitvinden

uitblijven van echt ingrijpende veranderingen en verandermoeheid

schroom om externe hulp in te roepen bij het bedenken van oplossingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

(3) Chesbrough (2006) – Open innovation: A new paradigm for understanding industrial innovation

Welke 8 dingen zijn er nieuw in het open innovatie paradigma?

A
  1. Externe kennis speelt een even grote rol als interne kennis
  2. Het businessmodel speelt een centrale rol in het omzetten van R&D in commerciële waarde; de inventieve output krijgt de kans om via verschillende kanalen op de markt te komen;
  3. Het businessmodel is het cognitieve apparaat dat de evaluatie van R&D-projecten binnen het bedrijf focust. Terwijl bedrijven er terecht naar streven het aantal fout-positieven tot een minimum te beperken, moet een oplettende firma ook processen inbouwen om fout-negatieve resultaten te beheren, om zo de waarde ervan te bepalen en potentiële nieuwe markten en bedrijfsmodellen te identificeren (type I & type II-fouten)
  4. Door de uitgaande stromen van technologieën mogelijk te maken, kunnen bedrijven technologieën die geen duidelijke weg naar de markt hebben intern, extern op zoek gaan naar een dergelijke weg.
  5. Nuttige kennis wordt algemeen beschouwd als wijdverspreid en van over het algemeen hoge kwaliteit.
  6. IP moet actief worden beheerd wanneer IP naar binnen en naar buiten gaat
  7. Tussenpersonen worden belangrijker.
  8. Er moeten nieuwe en andere maatstaven voor de innovatieve prestaties van een onderneming worden ontwikkeld.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

(3) Laursen & Salter (2006) – Open innovation: The role of openness in explaining innovation performance among UK manufacturing firms

Samenvatting

A

Een centraal onderdeel van het innovatieproces is de manier waarop bedrijven het zoeken naar nieuwe ideeën met commercieel potentieel organiseren. Nieuwe innovatiemodellen hebben gesuggereerd dat veel innovatieve bedrijven hun zoektocht naar nieuwe ideeën hebben veranderd door open zoekstrategieën aan te nemen waarbij een beroep wordt gedaan op een breed scala van externe actoren en bronnen om hen te helpen innovatie te bereiken en in stand te houden. Met behulp van een grootschalige steekproef van industriële bedrijven koppelt dit artikel zoekstrategieën aan innovatieve performance, waarbij wordt vastgesteld dat breed en diep zoeken curvilineair is (met een omgekeerde U-vorm) gerelateerd aan prestaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

(3) Laursen & Salter (2006) – Open innovation: The role of openness in explaining innovation performance among UK manufacturing firms

Samenvatting kort:

A

Het toepassen van open zoekstrategieën waarbij een beroep wordt gedaan op een breed scala van externe actoren en bronnen, helpt bedrijven innovatie te verwezenlijken en in stand te houden

Het artikel vindt dat bedrijven die open zoekstrategieën hebben -die die breed en diep zoeken- de neiging hebben om innovatiever te zijn. Echter –> omgedraaide U-vorm

  • Hoge mate van technologische kansen en investeringen: Extern breed en diep zoeken
  • Weinig technologische mogelijkheden en investeringen: Vertrouw op interne bronnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

(3) Laursen & Salter (2006) – Open innovation: The role of openness in explaining innovation performance among UK manufacturing firms

Hypothese 1:

Externe zoekbreedte is curvilineair (met een omgekeerde U-vorm) gerelateerd aan innovatieve prestaties

A

STRONG SUPPORT

Zoekbreedte: het aantal verschillende zoekkanalen waarop een bedrijf een beroep doet.
Omgekeerde U-vorm: vanwege “over search”.
1. ACAP-probleem: Te veel ideeën om te beheren
2. Tijdsprobleem: Kom op de verkeerde tijd of plaats
3. Probleem met aandachtstoewijzing: weinig ernstig nemen

acap = Absorptive capacity

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

(3) Laursen & Salter (2006) – Open innovation: The role of openness in explaining innovation performance among UK manufacturing firms

Hypothese 2:

Externe zoekdiepte is curvilineair (met een omgekeerde U-vorm) gerelateerd aan innovatieve prestaties

A

STRONG SUPPORT

  • *Zoekdiepte:** de mate waarin bedrijven intensief putten uit verschillende zoekkanalen of ideeën
  • *Omgekeerde U-vorm**: Te afhankelijk worden van externe bronnen en vanwege de toewijzing van beperkte middelen (resources allocation) –> beperkte middelen om te verdelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

(3) Laursen & Salter (2006) – Open innovation: The role of openness in explaining innovation performance among UK manufacturing firms

Hypothese 3:

Hoe radicaler de innovatie, hoe minder effectief extern zoeken zal zijn in het beïnvloeden van innovatieve prestaties.

A

Mostly supported

Incrementele innovatoren zullen waarschijnlijk een bredere (maar minder intensieve) aantrekkingskracht hebben dan niet-innovatieve innovatoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

(3) Laursen & Salter (2006) – Open innovation: The role of openness in explaining innovation performance among UK manufacturing firms

Hypothese 4:

Hoe radicaler de innovatie, hoe effectiever de externe zoekdiepte zal zijn in het beïnvloeden van innovatieve prestaties

A

Largely supported

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

(3) Laursen & Salter (2006) – Open innovation: The role of openness in explaining innovation performance among UK manufacturing firms

Hypothese 5:

De R&D-intensiteit van de onderneming is complementair aan de externe zoekbreedte en -diepte bij het vormgeven van innovatieve prestaties

A

Niet supported

  • Bedrijven met een hoge R&D-intensiteit zijn beter in staat om een groot aantal zoekkanalen te benutten in termen van breedte en diepte (hoge R&D-intensiteit = hoog ACAP)
  • Niet uitgevonden Hier Syndroom: nieuwe ideeën van buitenstaanders van de hand wijzen ten opzichte van de prestaties ervan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

(3) Laursen & Salter (2006) – Open innovation: The role of openness in explaining innovation performance among UK manufacturing firms

Dus de bevindingen zeggen:

A
  • De resultaten wijzen er sterk op dat het breed en diepgaand zoeken (sterke mate van openheid) via verschillende zoekkanalen kunnen leiden tot ideeën en middelen die bedrijven kunnen helpen innovatieve kansen te creëren en te benutten
  • Het zoeken naar innovatie is tijdrovend en duur (“Over search”-kantelpunt) –> Externe bronnen moeten zorgvuldig worden beheerd
  • Indicate substitute effect: ext. openness & inter. R&D
  • External search Depth –> Early stage: Radical
  • External search Breadth –> Later stage: Incremental
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

(3) Lichtenthaler (2011) – Open innovation: Past research, current debates, and future directions

Samenvatting

A

Het concept van open innovatie heeft de laatste tijd veel aandacht gekregen. Dit is met name nu van belang omdat veel bedrijven verplicht zijn open innovatie toe te passen, ondanks de moeilijkheden die verband houden met het beheer van deze activiteiten. Na een definitie te hebben gegeven van open innovatie die het afbakent van open source, wordt een overzicht gegeven van eerder onderzoek, waarin de volgende belangrijke thema’s van eerder open innovatieonderzoek worden geïdentificeerd: technologietransacties, gebruikersinnovatie, bedrijfsmodellen en innovatiemarkten. In het licht van de huidige controversiële debatten over de waarde van het open innovatiekader evalueren we de literatuur en beoordelen we of open innovatie een duurzame trend is in plaats van een managementmanier. Op basis hiervan presenteren we een conceptueel kader dat de basis vormt voor het bespreken van kritische open innovatieprocessen en hun implicaties voor het managen van open innovatie op organisatorisch, project- en individueel niveau. Zo beoordelen we de multilevel determinanten van de make-or-buy, integrate-or-relate en keep-or-sell beslissingen bij het openstellen van het innovatieproces. Vervolgens stellen we een onderzoeksagenda voor op basis van dit conceptuele kader, met bijzondere nadruk op de organisatorische antecedenten en prestatiegevolgen van open innovatie en op belangrijke onderzoeksontwerpkwesties. Tot slot bespreken we de implicaties voor managementopleidingen en -praktijk en geven we een conclusie en visie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

(3) Lichtenthaler (2011) – Open innovation: Past research, current debates, and future directions

Inbound open innovation:

Outbound open innovation:

Open innovation

A
  • Inbound open innovation:
    • Outside-in exploration: Acquisition
  • Outbound open innovation:
    • Inside-out exploitation: Commercialization
  • Open innovatie wordt gedefinieerd als het systematisch uitvoeren van kennisverkenning, -behoud en -exploitatie binnen en buiten de grenzen van een organisatie gedurende het gehele innovatieproces.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

(3) Lichtenthaler (2011) – Open innovation: Past research, current debates, and future directions

Four lines of open innovation research

A
17
Q

(3) Lichtenthaler (2011) – Open innovation: Past research, current debates, and future directions

Conceptual framework for Open innovation bestaat welke 3 stappen?

A

Knowledge exploration

Knowledge Retention (vasthouden van kennis)

Knowledge exploitation

18
Q

(3) Lichtenthaler (2011) – Open innovation: Past research, current debates, and future directions

Conceptual framework for Open innovation

Knowledge exploration?

A

Interne kennisverkenning beschrijft het genereren van nieuwe kennis binnen het bedrijf (bijv. uitvindingen die het resultaat zijn van onderzoek)
Externe kennisverkenning beschrijft het zoeken van kennis bij externe partners.

19
Q

(3) Lichtenthaler (2011) – Open innovation: Past research, current debates, and future directions

Conceptual framework for Open innovation

Knowledge retention?

A

Interne kennisbehoud vloeit voort uit de noodzaak om kennis op te slaan over een langere periode.
Externe kennisbehoud heeft betrekking op kennis die in de interorganisatorische relaties van een bedrijf bewaard wordt, zoals allianties.

20
Q

(3) Lichtenthaler (2011) – Open innovation: Past research, current debates, and future directions

Conceptual framework for Open innovation

Knowledge exploitation?

A

Onder interne kennisexploitatie wordt verstaan de interne toepassing van kennis in eigen producten.
Externe kennisexploitatie verwijst naar de overdracht van kennis naar buiten (bv. technologielicentie).

21
Q

(3) Lichtenthaler (2011) – Open innovation: Past research, current debates, and future directions

Wat is de conclussie?

A

Implicaties voor een succesvol open innovatieprogramma:

  • Pas de strategie aan,
  • ontwikkel organisatiecapaciteiten en hun bepalende factoren op meerdere niveaus.
  • Octrooien worden gezien als middelen die technologieoverdracht bevorderen.
22
Q

(3) Lichtenthaler (2011) – Open innovation: Past research, current debates, and future directions

Intern vs extern overzicht

A