week 3 Flashcards
wat zijn de functies van de nieren
- uitscheiding restproducten
- reguleren zuur-base balans
- reguleren water-zout balans
- beïnvloeden aanmaak erytrocyten (rode bloedcellen)
waar zit de nier hilus
deel waar de haarvaten op aansluiten
waar zit de nierkapsel
stevige buitenkant van nieren
waar zit de cortex
rand aan nierkapsel
waar zit de medulla
grote vliesjes binnen cortex
waar zitten de nefronen
in de medulla
hoe gaat het urinewegstelsel ter werking?
- filtratie / aanmaak voorurine witte en rode bloedcellen blijven over in het bloed
- reabsorptie (waardevolle stoffen worden gereabsorbeert)
- secretie. bij het capillairennetwerk word nog meer afvalstoffen aan het nierkanaal afgegeven
- excretie. urine verlaat de nieren
waar is de bloeddruk afhankelijk van?
- bloedvolume
- hartslag
- elasticiteit
- perifere weerstand (de weerstand van de bloedvaten)
hoe word de bloeddruk gereguleerd?
In de hypothalamus en hypofyse door het hormoon ADH.
in de nieren door het hormoon RAAS
in het hart door het hormoon ANP
wat is de belangrijkste functie van de nieren
zorgen voor homeostase, afvoeren van afvalstoffen en restproducten.
wat is een nefron
een nefron is een filtereenheid. het is verantwoordelijk voor het filteren van het bloed en vorming van urine (diurese)
hoe wordt er uit voorurine vocht weggehaald?
voorurine heeft een bepaalde osmolariteit. je wilt het vocht terughalen. Bij lis van henle gaat h2o weg, zout niet. Het nierkanaal heeft dus een hogere osmolariteit dan weefselvocht, dus het water stroomt passief weg voor een gelijke concentratie
wat is systolisch
bovendruk
wat is diastolisch
onderdruk
wat is vasoconstrictie
samentrekken bloedvat