week 2 Flashcards

1
Q

wat zijn de functies van water

A
  1. warmte regulator
  2. oplosmiddel
  3. reagent
  4. transport
  5. mechanische functies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

uit hoeveel water bestaan wij?

A

man: 63%
vrouw: 52%
baby: 75%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoeveel % van het totale vocht zit in plasmawater

A

7,5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoeveel % van het totale vocht zit in extracellulaire vloeistof

A

20

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoeveel % van het totale vocht zit in bindweefsel water

A

7,5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoeveel % van het totale vocht zit in botwater

A

7,5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoeveel % van het totale vocht zit in intracellulaire vloeistof

A

55

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoeveel % van het totale vocht zit in transcellulaire vloeistof

A

2,5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

input water

A

voedsel 700 ml
vocht 1 tot 1,5 l
metabolisme 300 ml

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

output water

A

huid 500 ml
ademen 350 ml
faeces 150 ml
urine 1,5 tot 2 l

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de oorzaken van dehydratie

A
  1. te weinig drinken
  2. diarree en overgeven
  3. verbranding huid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn de gevolgen van dehydratie

A

verminderde fysieke inspanning, constipatie, hart- en vaatziekten, vermoeidheid, verminderde mentale inspanning, alertheid en concentratie en reactievermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de gevolgen van waterintoxiteit

A

hoge urine productie, natriumverlies, hyponatriëmie, hoofdpijn, beroerte, coma, dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is het verschil tussen extra en intracellulair

A

in extra zit natrium in intra kalium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de colloïd osmotische druk

A

concentratie eiwitten in het bloed. eiwitten hebben een water afzuigend effect van cel naar bloedvat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoeveel kunnen de nieren uischeiden

A

1 liter per uur

17
Q

wat is encefalopathie

A

ziekte van hersenen. de concentratie na in hersenen wordt te laag : hyponatriëmie (zwelling van hersenen) een coma kan ontstaan