Week 3 Flashcards
HvJ Trojani
Autonoom Europees concept: WERKNEMER
Rechtstreekse werking van discriminatieverbod op grond van nationaliteit (18 VWEU)
Casus: een Frans onderdaan verricht in een opvang van het Leger des Heils in België 30 uur verscheidene werkzaamheden in ruil voor huisvesting en wat zakgeld. Hij vraagt een bestaansminimum in België aan. Hij beroept zich erop dat hij een werknemer is en dus recht heeft op gelijke behandeling België wijst de aanvraag af, omdat de man geen Belg is en daarnaast ook geen werknemer.
Hof kijkt naar oude rechtspraak (Bettray): arbeid dat enkel een middel ter revalidatie of wederopneming van de betrokkenen in het arbeidsproces is, zorgt er niet voor dat die persoon als werknemer is aan te merken. Maar dit is exceptioneel.
Hof gaat ervan uit dat IEMAND EEN WERKNEMER IS ALS DIE ENIGSZINS SERIEUZE ARBEID VERRICHT.
Het Hof zet niet uiteen wat serieuze arbeid inhoudt en laat dit oordeel aan Belgische rechter over. Het Hof GEEFT VINGERWIJZINGEN MEE VOOR DE NATIONALE RECHTER:
- REËEL en DAADWERKELIJKE ARBEID
- PRESTATIES DIE NORMALITER OP DE ARBEIDSMARKT WORDEN VERRICHT
- AARD van de PRESTATIE en WIJZE van VERRICHTING arbeid
In casu geen werknemerschap, maar België had zelf (los van EU recht) verblijfsrecht gegeven aan Trojani. Het Hof heeft dus aangekaart dat Trojani daardoor toch recht had op het bestaansminimum.
Iemand die OP ZOEK IS NAAR WERK valt ook onder de vrijheid van werknemerschap (ANGONESE), mits deze op zoek is naar arbeid in de zin van het VWEU.
HvJ Baumbast
par 50
par 52
par 73
Verblijfrecht voor ouders en kinderen na vervallen van werknemerschap
RECHTSTREEKSE WERKING van vrijheid van reizen en verblijven (21 VWEU)
Casus: Baumbast had drie jaar in het VK gewerkt. In die tijd waren de kinderen naar Engelse school gegaan. Baumbast verliest de status van werknemer in het VK. → Rechtsvraag: blijven de kinderen rechten ontlenen (toen aan Vo 1612/68) om te verblijven en naar school te gaan?
Teleologische toepassing: wat is het doel van vrij verkeer? Weghalen van alle belemmeringen
PAR 50: De eerbiediging van de vrijheid van personen kan slechts worden verzekerd indien voor de integratie van het gezin van de communautaire werknemer in het gastland OPTIMALE VOORWAARDEN gelden.
PAR 52: Het toekomstige risico dat een werknemer wellicht een lidstaat moet verlaten, waardoor kinderen op een niet logisch tijdstip school zouden moeten verlaten, is een belemmering om een baan niet te accepteren (= ruime interpretatie). KINDEREN LEIDEN HET RECHT OM SCHOOL AF TE MAKEN AF VAN HET RECHT VAN HUN OUDERS ALS WERKNEMERS.
PAR 73: Kinderen mogen school afmaken, maar kinderen hebben hun ouders nog nodig! OM HET RECHT VAN DE KINDEREN EFFECTIEF TE MAKEN, MOGEN OUDERS IN HET LAND VERBLIJVEN totdat de kinderen de school hebben afgemaakt.
Let op: ouders moeten VOLDOENDE MIDDELEN voor bestaan hebben (balans met de sociale zekerheid in het gastland)
Voorbeeld van de logica van het HvJ: er is snel een belemmering, maar deze kan worden gerechtvaardigd
HvJ Zambrano
par 42-43
UITZONDERING op ZIS
Casus: Dhr Zambrano is een asielzoeker uit Colombia in België. Met zijn vrouw krijgt hij in België twee kinderen. Omdat de kinderen stateloos dreigen te worden krijgen zij van rechtswege de Belgische nationaliteit (en de kinderen zijn dus EU burgers!). Het asielverzoek van de (Colombiaanse) ouders wordt afgewezen en dhr en mw Zambrano (en hun Europese kinderen) dreigen uitgezet te worden. RL 2004/38 niet van toepassing want er is GEEN SPRAKE VAN BEWEGING. Het gaat om twee Belgische kinderen in België en dus is er sprake van een zuiver interne situatie.
PAR 42-43: Burgerschap geldt meestal niet in een ZIS, maar in die omstandigheden VERZET ART. 20 VWEU zich tegen nationale maatregelen die tot gevolg hebben dat UNIEBURGERS HET EFFECTIEVE GENOT wordt ontzegd van de belangrijkste aan hun status van burger van de Unie ONTLEENDE RECHTEN.
Er is namelijk van uit te gaan dat een weigering van een arbeidsvergunning van ouder ertoe zal leiden dat de kinderen, burgers van de Unie, zullen worden verplicht het grondgebied van de Unie te verlaten om hun ouders te volgen. Tevens loopt de betrokken persoon, indien hem geen arbeidsvergunning wordt afgegeven, het risico niet over voldoende bestaansmiddelen te beschikken om te voorzien in zijn eigen onderhoud en in dat van zijn gezin, wat er eveneens toe zou leiden dat zijn kinderen, burgers van de Unie, zouden worden verplicht het grondgebied van de Unie te verlaten. In die omstandigheden zullen bedoelde BURGERS VAN DE UNIE IN DE FEITELIJKE ONMOGELIJKHEID VERKEREN DE BELANGRIJKSTE RECHTEN UIT TE OEFENEN die ze ontlenen aan hun status van burger van de Unie.
OUDERS HEBBEN EEN AFGELEID RECHT VAN HUN KINDEREN DIE UNIEBURGERS ZIJN.
Zambrano BEPERKT UITGELEGD. De Unieburger moet echt gedwongen worden om het grondgebied van de EU te verlaten. Wanneer slechts een ouder wordt uitgezet, dan kunnen de kinderen bij de andere ouder verblijven in de lidstaat. Ook mag de Unieburger wel gedwongen worden om naar een andere lidstaat te vertrekken
HvJ Dano
par 69
par 73
par 78
Casus: Roemeense Dano verblijft met haar zoontje Florin in Duitsland. Zij heeft geen werk en heeft ook nooit werk gezocht, maar wordt onderhouden door haar zus. Zij ontvangt wel kinderbijslag en bijlagen voor haar zoontje, maar Dano vraagt ook een uitkering aan in Duitsland, maar deze wordt geweigerd omdat ze niet voldoet aan de vereisten van artikel 7 RL 2004/38. Dano stelt dat zij, als EU burger in Duitsland, recht heeft op gelijke behandeling en dus sociale zekerheid.
Hof kijkt naar art. 24 van de Richtlijn als uitwerking van art. 18 VWEU (gelijke behandeling).
PAR 69: Daaruit volgt dat een burger van de Unie, wat de TOEGANG TOT SOCIALE UITKERINGEN betreft, zich er ALLEEN OP KAN BEROEPEN gelijk te worden behandeld als een onderdaan van het gastland, indien zijn VERBLIJF op het grondgebied van het gastland VOLDOET AAN DE VOORWAARDEN VAN RL 2004/38:
- werknemer
- student
- familielid
(- of voldoende middelen van bestaan hebben, MAAR dan is een sociale uitkering niet nodig)
PAR 73: Hof wilt VOORKOMEN dat burgers van de Unie die onderdanen van een andere lidstaat zijn, een ONREDELIJKE BELASTING VOOR HET SOCIALE BIJSTANDSSTELSEL van het gastland vormen
PAR 78: Lidstaat moet mogelijkheid hebben uitkering te weigeren aan ‘ECONOMISCH NIET-ACTIEVE BURGERS van de Unie die hun recht van vrij verkeer uitoefenen met als ENIG DOEL SOCIALE BIJSTAND van een andere lidstaat te genieten hoewel zij niet over voldoende bestaansmiddelen beschikken om in aanmerking te komen voor een verblijfsrecht.
= BURGERSCHAP KAN NIET GEBRUIKT WORDEN OM SLECHTS IN EEN ANDERE LIDSTAAT SOCIALE ZEKERHEID TE VERKRIJGEN
- sterke politieke boodschap van het Hof
Zie ook Alimanovic
Let op: voor uitzetting zijn strengere eisen!!
HvJ Coman
par 23-24
par 36
par 45
- Burger in eigen lidstaat kan beroep op art. 21 VWEU (analoge toepassing van RL 2004/38) indien de burger gebruik heeft gemaakt van zijn vrij verkeersrecht.
- Definitie echtgenoot in art. 2(2)a Rl 2004/38 in het geval van een huwelijk van gelijk geslacht
Casus: Roemeen Coman trouwt met een Amerikaan in België (huwelijk van gelijk geslacht), waar hij werkt. Ze willen terug naar Roemenië verhuizen. Roemenië erkent geen huwelijken tussen partners van gelijk geslacht en de Amerikaan mag niet mee.
- Roemenië stelt daarnaast dat 2004/38 niet geldt , omdat het gaat om een ZIS (een Roemeen in Roemenië), MAAR wanneer een burger GEBRUIK HEEFT GEMAAKT VAN ZIJN VRIJ VERKEERSRECHTEN, dan kan het zo zijn dat de Richtlijn inderdaad niet van toepassing is, MAAR dan kunnen de REGELS VAN DE RICHTLIJN MIDDELS ART. 21 VWEU ANALOOG WORDEN TOEGEPAST. De burger kan dus een INDIRECT BEROEP doen op zijn burgerschapsrechten.
Ratio: het zou een BELEMMERING zijn als een burger zijn rechten onder het vrij verkeer kwijt raakt (meenemen van partner) wanneer ze terugkeren naar eigen lidstaat
- Roemenië stelt dat het concept ‘echtgenoot’ in 2(2)(a) 2004/38 geen huwelijken van gelijk geslacht omvat.
Dus kan COMAN KAN RECHT ONTLENEN AAN 21(1) VWEU om zijn partner van gelijk geslacht mee te nemen. Coman zou belemmert worden indien hij gebruik maakt van zijn recht van vrij verkeer en het burgerschapsrecht en bij het terugkeren naar eigen lidstaat burgerrechten verliest.
par 36: Roemenië mag zich niet zo op zijn nationale recht beroepen.
par 45: HUWELIJK VAN GELIJK GESLACHT WORDT BESCHERMD TEN AANZIEN VAN HET VERBLIJFSRECHT. Het enige wat EU recht verplicht is dat lidstaten een in een andere lidstaat gesloten huwelijk ERKENNEN ENKEL MET HET OOG OP HET VERBLIJFSRECHT (dus NIET voor ouderschap, fiscaal recht of sociale rechten)
Terugkerende burger heeft recht op erkenning van zijn huwelijk.
Nationale definitie van het huwelijk mag in stand blijven.
HvJ Oostenrijk tegen Duitsland (Tol)
par 69
par 78
Toegang tot publieke infrastructuur
Casus: Duitsland wil tol (infrastructuurheffing) invoeren voor gebruik snelwegen om er zo voor te zorgen dat iedereen die de snelweg gebruikt ook betaalt. Maar VOERTUIGEN DIE IN DUITSLAND ZIJN GEREGISTREERD WORDEN VOLLEDIG GECOMPENSEERD VIA DE BELASTING. De adviseurs van Duitsland wisten dat een tol opleggen aan buitenlanders in strijd is met het Unierecht. Oostenrijk heeft een zaak tegen Duitsland aangespannen.
Hof:
- MAATREGELEN MOETEN SAMEN WORDEN BEKEKEN: de tol en de belastingen
- voor niet-Duitsers wordt het gebruik van de snelwegen duurder en voor Duitsers niet
= DISCRIMINATIE
- GEEN RECHTVAARDIGING voor de discriminatie
PAR. 69: In die omstandigheden moet tot de slotsom worden gekomen dat het in casu aan de orde zijnde COMPENSATIEMECHANISME DISCRIMINEREND is ten aanzien van de houders en bestuurders van in andere lidstaten dan Duitsland geregistreerde voertuigen, gelet op het feit dat de door voornoemde lidstaat ingevoerde verlaging van de belasting in feite tot gevolg heeft dat de houders van in Duitsland geregistreerde voertuigen worden vrijgesteld van infrastructuurheffing.
PAR 78: Gelet op een en ander moet de eerste grief worden aanvaard en moet worden vastgesteld dat de Bondsrepubliek Duitsland de krachtens ART. 18 VWEU op haar rustende verplichtingen NIET IS NAGEKOMEN nagekomen door de invoering van de infrastructuurheffing en de gelijktijdige invoering van een vrijstelling van motorvoertuigenbelasting ten gunste van de houders van in Duitsland geregistreerde voertuigen ten belope van een bedrag dat minstens gelijk is aan de betaalde heffing.
Kritiek: Duitsland betaalt zelf al belasting voor hun wegen.
HvJ Topfit
art. 21 VWEU: vrijheid van reizen en verblijven - SPORTEN
Casus: Italiaanse die sinds 2003 in Duitsland woont kan door een verandering van het reglement van de Duitse sportbond niet meer officieel meedoen voor prijzen bij hardloopcompetities, waar hij altijd aan deelneemt. In het reglement staat namelijk dat hardlopers de Duitse nationaliteit moeten hebben. De Duitse rechter stelt aan het Hof de prejudiciële vraag of deze NATIONALITEITSEIS IS TOEGESTAAN
Beperkingen op het gebied van sport NIET PER SE EEN SCHENDING van het EU-recht inhouden, bijvoorbeeld NIET als deze beperking is ingesteld vanwege het SPECIFIEKE KARAKTER VAN BEPAALDE SPORTEVENEMENTEN, zoals wedstrijden tussen nationale ploegen
Een stelsel van VOORAFGAANDE TOESTEMMING dient altijd gebaseerd te zijn op OBJECTIEVE CRITERIA, die NIET DISCRIMINEREN en VOORAF BEKEND ZIJN, en waarbij willekeur moet worden voorkomen.
Unierecht VERZET zich tegen het reglement, TENZIJ dat reglement kan worden GERECHTVAARDIGD op grond van objectieve overwegingen die evenredig zijn aan de nagestreefde legitieme doelstelling (regels gaan niet verder dan nodig voor de doelstelling), hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.
HvJ Antonissen
art. 45 VWEU: vrijheid van werknemers
OMVAT OOK het recht op een verblijfsvergunning voor het ZOEKEN NAAR WERK.
MAAR de verblijfsvergunning kan beperkt worden, zoals in casu tot 6 maanden.
HvJ Groener
art. 7 Vo 492/2011: gelijkheid van behandeling van werknemer
art. 3 Vo 492/2011: taaleis kan gesteld worden
Een TAALEIS in sommige gevallen GEEN INBREUK maakt op vrij verkeer van personen wanneer het NOODZAKELIJK IS VOOR DE TE VERRICHTEN ARBEID en dan alleen tot het NIVEAU dat nodig is om het niveau uit te oefenen
HvJ Angonese
art. 45 VWEU: vrijheid van WERKNEMERSCHAP
Iemand die OP ZOEK IS NAAR WERK of SOLLICITEERT naar werk valt ook onder de vrijheid van werknemerschap, MITS deze solliciteert op werk zoals omschreven in TROJANI.
De GELIJKE BEHANDELING IN DE SOLLICITATIEPROCEDURE is juist bescherming die deze vrijheid biedt.
HvJ Lawrie-Blum
art. 45 VWEU: vrijheid van WERKNEMERSCHAP
WERKNEMER = iemand die gedurende een bepaalde tijd voor een ander en onder diens gezag werkzaamheden verricht en als tegenprestatie een beloning ontvangt
Ook (anders) omschreven in Trojani
HvJ Metock
Een verblijfsrecht wordt NIET ONDERMIJNT wanneer de echtgenoot ILLEGAAL VERBLEEF TEN TIJDE VAN HET SLUITEN VAN HET HUWELIJK, want het wordt afgeleid van een Unieburger die wel geldig verblijft en diegene heeft het recht om zijn of haar partner bij zich te hebben
HvJ Alimanovic
Sociale zekerheid bij verblijf
Zie DANO
Zelfst al heeft iemand een GELDIG VERBLIJFSRECHT, dan mag een lidstaat BEPERKINGEN OPLEGGEN OMTRENT DE SOCIALE ZEKERHEID