Week 3 Flashcards
Zelfconcept
Het geheel van overtuigingen die mensen hebben over hun persoonlijke eigenschappen.
Zelfbeeld
Een manier om jezelf te definiëren in termen van de eigen interne gedachten, gevoelens en handelingen.
Interdependent visie op het zelf
Een manier om zichzelf te definiëren in termen van iemands relaties met andere mensen, waarbij erkend wordt dat iemands gedrag vaak bepaald wordt door de gedachten, gevoelens en handelingen van anderen.
De 4 hoofdfuncties van het zelf:
- Zelfkennis
- Zelfbeheersing
- Impression management
- Eigenwaarde
Introspectie
Het proces van naar binnen kijken en je eigen gedachten, gevoelens en motieven onderzoeken.
Zelfbewustzijnstheorie
Stelt dat wanneer mensen hun aandacht op zichzelf richten, zij hun gedrag evalueren en vergelijken met hun eigen interne normen en waarden.
Causale theorieën
Theorieën over de oorzaken van eigen gevoelens en gedragingen; vaak leren we zulke theorieën uit onze cultuur.
Zelfperceptietheorie
Stelt dat wanneer onze houdingen en gevoelens onzeker of dubbelzinnig zijn, wij deze toestanden afleiden door ons gedrag en de situatie waarin het zich voordoet te observeren.
Twee-factortheorie van emotie
Het idee dat emotionele ervaring het resultaat is van een zelfperceptieproces in twee stappen waarbij mensen eerst een fysiologische opwinding ervaren en er vervolgens een passende verklaring voor zoeken.
Misattributie van opwinding
Het proces waarbij mensen verkeerde conclusies trekken over de oorzaak van hun gevoelens.
Intrinsieke motivatie
Het verlangen om een activiteit te ondernemen omdat je het leuk of interessant vindt, en niet vanwege externe beloningen of druk.
Extrinsieke motivatie
Het verlangen om een activiteit te ondernemen vanwege een externe beloning of druk en niet omdat je de activiteit leuk of interessant vindt.
Overjustificatie-effect
Beloningen kunnen mensen hun interesse doen verliezen in activiteiten die zij oorspronkelijk leuk vonden. Intrinsiek –> Extrinsiek
Fixed mindset
Het idee dat we een vaste hoeveelheid vaardigheden hebben die we niet kunnen veranderen.
Growth mindset
Het idee dat prestaties het resultaat zijn van hard werken, het uitproberen van nieuwe strategieën en het zoeken naar input van anderen.
Sociale vergelijkingstheorie
Het idee dat we leren over onze eigen capaciteiten en houdingen door onszelf te vergelijken met andere mensen.
Opwaartse sociale vergelijking
Jezelf vergelijken met mensen die beter zijn dan jij met betrekking tot een bepaalde eigenschap of vaardigheid.
Neerwaartse sociale vergelijking
Jezelf vergelijken met mensen die slechter zijn dan jij wat betreft een bepaalde eigenschap of vaardigheid.
Sociale afstemming
Het proces waarbij mensen de houding van een ander overnemen.
Zelfbeheersing
Het vermogen om onmiddellijke verlangens te bedwingen om lange termijn doelen te bereiken.
Impression management
De poging van mensen om anderen zichzelf te laten zien zoals zij gezien willen worden.
Ingratificatie/vleien
Het proces waarbij mensen zichzelf vleien, prijzen en in het algemeen sympathiek proberen te maken voor een ander persoon, vaak met een hogere status.
Selfhandicapping
Mensen creëren obstakels en excuses voor zichzelf, zodat ze, als ze de taak slecht uitvoeren, zichzelf niet de schuld hoeven te geven.
Behavioral self-handicapping
Mensen handelen op manieren die de kans verkleinen dat zij in een taak zullen slagen, zodat zij, als zij falen, de schuld kunnen geven aan de obstakels die zij hebben gecreëerd.
Gerapporteerde self-handicaps
Mensen hebben diverse kant-en-klare excuses voor het geval dat ze falen.
Zelfreferentie effect
Mensen onthouden relevante informatie over hun eigen leven/persoonlijkheid beter.
Cocktailparty effect
Ons vermogen om specifieke geluiden/stemmen te herkennen in een drukke omgeving.
Spotlight effect
De neiging om te geloven dat anderen meer aandacht aan ons besteden dan in werkelijkheid het geval is.
Persoonlijke identiteit
Hoe een individu zichzelf ziet op basis van unieke kenmerken, ervaringen en eigenschappen.
Relationele identiteit
De rol die iemand speelt in specifieke interpersoonlijke relaties. Gaat om hoe je jezelf ziet in relatie tot anderen.
Sociale identiteit
De groepen waartoe een individu behoort, gaat om de gedeelde kenmerken en waarden die individuen met andere groepsleden verbinden.
(Leon Festinger) Cognitieve dissonantie
Het ongemak dat mensen ervaren wanneer zij zich gedragen op een manier die hun eigenwaarde bedreigt.
Postdecision dissonance
Dissonantie na de beslissing wordt verminderd door het gekozen alternatief aantrekkelijker te maken en het afgewezen alternatief te devalueren.
Lowballing
Onethische strategie waarbij een verkoper een klant ertoe aanzet een product tegen een lage prijs te kopen, vervolgens beweert dat het een vergissing was en de prijs verhoogt. Vaak zal de klant instemmen met de aankoop tegen de opgeblazen prijs.
Rechtvaardiging van inspanning
De neiging van individuen om hun voorkeur voor iets waar ze hard voor gewerkt hebben te vergroten.
Externe rechtvaardiging
Het geven van een reden of verklaring voor dissonant persoonlijk gedrag die buiten het individu ligt.
Interne rechtvaardiging
Het verminderen van dissonantie door iets aan jezelf te veranderen, zoals houding of gedrag.
Contraproductief gedrag
Handelen op een manier die tegen iemands particuliere overtuiging of houding ingaat.
Onvoldoende bestraffing
Er ontstaat dissonantie wanneer een individu onvoldoende externe rechtvaardiging heeft voor zijn verzet tegen een gewenste activiteit of object. Kan ertoe leiden dat individuen de verboden activiteit of het verboden object devalueren.
Hypocrisie-inductie
Het opwekken van dissonantie door personen uitspraken te laten doen die in strijd zijn met hun gedrag, je herinnert ze aan de inconsistentie tussen waar zij voor stonden en hun gedrag.
Zelfbevestigingstheorie
Mensen kunnen bedreigingen voor hun eigenwaarde verminderen door zichzelf te bevestigen op gebieden die geen verband houden met de bron van de bedreiging.
Narcisme
De combinatie van een buitensporige zelfliefde een een gebrek aan empathie voor anderen.
Terreurmanagementtheorie
Het gevoel van eigenwaarde dient als een buffer, die mensen beschermt tegen angstaanjagende gedachten over hun eigen sterfelijkheid.