Week 3 Flashcards
imprinting even uitzoeken
was vorig jaar tt vraag (stambomen etc)
anticonceptie gebruik ontwikkeling
- sociologische/ economische ontwikkeling
- individuele vrijheid, normen
- verlaging moeder/ kindersterfte
wie gaat er over anticonceptie?
1e lijns zorg (huisartsen NHG en NVOG)
wat is de ideale vorm van anticonceptie?
- 100% betrouwbaar
- geen negatieve effecten gezondheid
- goedkoop
- eenvoudig te gebruiken
- toegankelijk
- direct toepasbaar
- reversibel
- geen effect op seksualiteitsbeleving
- toepasbaar door man/ vrouw
*geen enkel middel voldoet hieraan
coitus interruptus (CI)
‘voor het zingen de kerk uit’
- geen neg effecten op gezondheid
- goedkoop
- toegankelijk
- direct toepasbaar
- reversibel
hormonale anticonceptie
hoofdwerking
- follikelontwikkeling en ovulatie verhinderen (onderdrukken LH piek) (>door mn progestagene component)
- onderdrukken follikelontwikkeling (onderdrukken FSH stijging) (>door oestrogeen/ progesteron component)
nevenwerkingen (progestagenen):
- transformatie van endometrium (verstroen proliferatie/ differentiatie proces)
- veranderingen in cervixaal slijmproductie (stug/dik)
- beïnvloeding tuba- motoriek-/peristaltiek
hormonale anticonceptie
- combinatie progestativum en oestrogeen: hypo-gonadotrofie
- oestrogeen toegevoegd, mn. ter stabiliseren endometrium
- monofasische versus meerfasepreparaten
- progestageen is afgeleid van nor-testosteron > androgene werking, 2e en 3e generatie synthetisch progestageen minder androgeen
*monofasisch lijkt beter te zijn dan cyclus volgen
*door androgeen krijg je last van lipidenprofiel en daardoor hart/vaatziekten
voordelen hormonale anticonceptie
- cyclusregulatie
- minder bloedverlies en dysmenorroe
- minder androgeen effect (SHBG)
- minder endometriumcarcinoom, overiumcarcinoom
nadelen hormonale anticonceptie
- tromboserisico verhoogd (DVT, toegeschreven aan EE component; verhoging stollingsfactoren V, VII, VIII, X, fibrinogeen) (Progestageen 2e generatie mogelijk betere ‘counteractors’ dan 3e generatie)
- cardio-vasculaire aandoeningen risico mogelijk verhoogd (lage EE dosis, androgene werking, hypertensie, dyslipidemie; maar lijkt sterker verbonden met roken)
- cerebrovasculaire accidenten (arteriële trombose, geassocieerd met oestrogeen component; zeldzaam)
neveneffecten van hormonale anticonceptie
- metabolisme; verstoorde glucose tolerantie test (geen DM)
- serum lipiden; verhoogde triglyceriden, HDL/LDL ratio: afhankelijk van ‘androgeniciteit’
- binding globulines; TBG, SHBG, CBG hoger, vrije fractie lager
- lever adenoma; door hogere EE component
hormonale anticonceptie & kanker risico
- mamacarcinoom lijkt verhoogd met name bij jonge gebruikers maar effect verdwijnt na staken (overall OR 1.1-1.2)
- ovarium carcinoom en endometrium carcinoom; significant beschermend effect
- BRCA-I/II genmutatie: onzeker, nog te weinig robuuste data; OAC lijkt beschermend tegen ovarium carcinoom, hoger risico mamacarcinoom is onduidelijk
- benigne leverafwijkingen en hepatocellulair carcinoom; lijkt verhoogd, echter waarschijnlijk vooral bij bij 1e generatie OAC
meestvoorkomende klachten hormonale anticonceptie
- hoofdpijn; vaak spanningshoofdpijn, starters, EE ontsteking (migraine met aura misschien geen OAC geven)
- onregelmatige bloedingen; spatting tgv<EE
- libidovermindering; lijkt meer stress/angst
- stemmingswisseling; PMS: onttrekking P e/o EE. als dit onafhankelijk van stopweek is; relatief E-rijkere pil of P-armere pil
- gewichtstoename; niet evidence-based aangetoond (misschien lifestyle change)
*meestal zijn dit ‘insteleffecten’ die na 3 mnd weer over zijn
advisering over hormonale anticonceptie (keuze afweging voor algemeen/pil)
algemeen
- betrouwbaarheid, acceptabiliteit, gebruiksgemak
bij keuze voor pil meewegen:
- betrouwbaarheid door innamefouten
- gebruikgemaakt
- veiligheid (interferentie met andere medicamenten of contraindicaties)
contravindicaties hormonale anticonceptie
(afwegen tov risico op zwangerschap)
- trombose in VG of trombofilie
bijv. factor V leiden mutatie dragerschap
- cardiovasculaire aandoeningen
potentierand effect van roken (<10/d), leeftijd > 35jaar, hypertensie (>100 mmHg diast), huidige generatie progestagenen gunstiger voor lipidenprofiel
- ischemic stroke
arteriële trombose door oestrogenen, cave bij pronomen (migraine met aura: progesteron only preparaat geven)
- leveraandoening (benigne adenomen, cirrhose)
progesteron only pil lijkt minder risico te hebben
- mamacarinoom, gynaecologische maligniteit
counseling bij keuze hormonale anticonceptie
- voorgeschiedenis
- cardiovasculaire risicofactoren
- migraine met aura
- veneuze trombo-embolie bij familieleden
- geneesmiddelen gebruik
- borstvoeding
*zie slides
nuva ring
- combinatie
- 2,7 mg EE & 11,7 mg etonogestrel (ENG)
- 15mu EE & 120mu ENG / 24 uur
- constante spiegels
- geen first pass effect lever
- 3 weken in 1 week niet
- tijdens coitus misschien niet prettig
- vergeten
- pearl index: 0,4
- doorgebruiken
EVRA pleister
- drielagig
- o,75mg EE &6 mg Norelgestromin
- 20mu g EE & 150mu g NEg/24 uur
- 3 weken, 1 stopweek
- geen huidverzorgende producten gebruiken
- baden&douchen
- doorgebruiken kan
minipil
- alleen progestativa
- 75mu desogestrel
- endometrium decidualisatie
- cervix slijm verdikking
- mindere mate ovulatie remming
- continue gebruik
- marge van vergeten kritiek (3-6 uur)
- betrouwbaar
- kan met borstvoeding (2 weken PP starten)
Implanon
- alleen progestageen
- 25-30mu etonogestel/ 24 uur
- onderdrukt ovulatie (LH-piek): minder de follikelgroei
- spotting (ongeveer een half jaar)
- bloedingspatroon veranderd
- 3 jaar werkzaam
- uiterst betrouwbaar
- inbrengen vergt ervaring
prikpil (depo provera)
- 150 mg i.m. medroxyprogesterone/ 3 maanden
- vrijwel volledige onderdrukking ovulaties, in beperkte mate ook follikelontwikkeling
- atrofische bloedingen & amenorroe
- lange nawerking (1-2 jaar)
- < botmineraal dichtheid
hormonale anticonceptie; pil vergeten
uitgangspunt 7 dagen regel:
- tenminste 7 dagen achtereen onderdrukking nodig
- verlengt pil vrije periode tot >7 (betrouwbaarheid minder!)
- interval tussen 2 pillen < 36 uur: alsnog innemen, geen aanvullende maatregelen
hormonale anticonceptie: nood
doel
- verhinderen van ovulatie door hormonale onderdrukking LH piek
- verhinderen innestelen embryo
principe:
- hoge dosis progestagenenL onderdrukt LH en verstoord implantatie window
opties:
- levonorgestrel: onderdrukking LH piek (synthetisch progestageen)
- Ulipristal: onderdrukking LH piek + beinvloeding endometrium (progesteron receptor modulator)
- IUD: beinvloeding endometrium
waarom moeten dokters iets weten over seks
- ziekte of handicap kan seksuele disfuncties of problemen geven
- seksuele klachten soms symptoom van ziekte
- seksuele problemen soms met medicijnen of operaties te behandelen
- seksuele problemen als gevolg van medisch handelen
- fijn seksleven is gezond; betere prognose/ goede preventie
prevalentie seksuele problemen (mannen/vrouwen)
mannen
11% heeft minimaal 1 disfunctie:
- vroegtijdige zaadlozing
- erectiestoornis
- risicogroep: oudere mannen >70
vrouwen
15% heeft minimaal 1 disfunctie:
- orgasmeproblemen
- lubricatieproblemen
- dyspareunie
- risicogroep: jonge vrouwen <25 (50% regelmatig pijn, 11% altijd)
wat is de definitie van gezonde seksualiteit
seksueel gedrag dat als egosyntoon en bevredigend wordt ervaren en waardoor geen schade wordt berokkend aan zelf of anderen
*ergosyntoon= als passend ervaren
biopsychosociaal model
seks wordt beïnvloed door:
biologisch:
- leeftijd
- gezondheid
- medicatiegebruik
psychologisch:
- persoonlijkheid
- psychische problemen
- omgaan met seksualiteit
- verwachtingen
- normen/ waarden
sociaal:
- cultuur
- religie
- relatie
- opvoeding
psychotische cirkel naar bacroft
zie slides
opwinding en zin
- seksuele antigeneigdheid
- ervaring van seksuele opwinding en verlangen
sterke stimuli > opwinding > seksuele actie
incentive motivatie model
uitgangspunt:
- je hebt zin omdat je seks hebt
voorwaarden voor zin en opwinding: incentive motivatie model
- intact seksueel systeem
- stimuli met seksuele betekenis
- geschikte omstandigheden (mogelijkheid tot seksuele activiteit)
zin krijgen in seks
context
- individueel
- partnerrelatie
- situatie
communicatie
prikkels
- intern
- extern
genitaal lichaamsbeeld meisjes
meisjes
- onbekendheid
- onzekerheid
- vergelijking media/porno
- asymetrisch
- te grote labia minora
- vies (overmatige hygiene)
- niet ‘van zichzelf’
nodig
- ontdekken
- bekijken
- mastrubatie
- correcte hygiene
- acceptatie
- positief lichaamsbeeld
genitaal lichaamsbeeld jongens
jongens
- onzekerheid
- prestatiedruk
- vergelijking media/porno
- te klein
- te krom
nodig
- acceptatie
- zelfvertrouwen
- positief lichaamsbeeld
- richten op plezier/ ervaring
praten over seks en attitude
gaat ook over jezelf
- eigen normen, waarden en ervaringen
woordgebruik
- welke woorden, zijn de woorden duidelijk, grenzen bewaken ondanks intiem onderwerp
motiverende gespreksvoering
- reflectief luisteren
- open vragen
- ondersteunen + bevestigen
- samenvatten
- veranderingsuitspraken
seksuele levensloop fases
eerste levensfase: 0-25
tweede levensfase: 25-55
derde levensfase: ouder dan 55
vierde levensfase: ouder dan 75
eerste levensfase
0-25 jaar
- lichamelijke ontwikkeling
- ontdekken lichaam (voelen, kijken, doktertje, masturbatie)
- eerste seksuele ervaringen v.a. 12 jaar
wat moet er ontwikkeld worden in eerste levensfase
- lichamelijke rijping
- genderidentiteit
- genderrol gedrag
- seksuele orientatie
- seksueel gedrag binnen waardensysteem (socialisatie)
- integratie seksualiteit in persoonlijkheid en levensstijl
voorwaarden gezonde seksuele ontwikkeling
- intacte seksuele anatomie/endocrinologie
- intact brein
- overeenkomend fentotypisch geslacht en genderidentiteit
- affectrijk pedagogisch klimaat (knuffel van je ouders)
- positief voorbeeldgedrag tav relationeel gedrag
- positieve boodschappen tav seksualiteit in informeel en formeel curriculum
- mogelijkheid tot leeftijdspecifiek conventueel ‘sexual rehearsel play’
seksueel gedrag prepuberaal
- weinig bekend
- retrospectief onderzoek moeilijk
- observaties van ouders onbetrouwbaar
- cijfers per land zeer verschillend (VS lager dan NL/zweden)
solitair seksueel contact:
- geslachtsdeel voelen
- mast hand
- wrijven
- voorwerp
- seksuele spelletjes
feiten en cijfers
- 1e coitus op 18,6 jaar
- seksueel plezier bij jongens/ meisjes gelijk
- meer tolerantie homoseksualiteit
- goed beschermd zwangerschap
- jonger starten (<14 jaar), meer risico (grensoverschrijding, zwangerschap SOA)
in welke houdingen is coitus mogelijk bij een dikke zwangere buik?
- rand bed
- zijligging, achterlangs
- schaar
- been over man
- hondjes
seks tijdens zwangerschap 1e trimester
zin: daalt (fysiek ongemak)
coitusfreq: daalt
fyiologische opwinding: continu doorbloeding bekken
pijn: borsten bij opwinding
angst: miskraam, beschadiging vrucht
seks tijdens zwangerschap 2e trimester
zin: normaliseert
coitusfreq: normaliseert
fysiologische opwinding: continu doorbloeding bekken
pijn: bij opwinding zonder orgasme
orgasme: 50% makkelijker
resolutie: niet meer volledig, langzamer (door continue doorbloeding kan voelen als continue geil, orgasme ‘helpt’ niet)
seks tijdens zwangerschap 3e trimester
zin: daalt
coitusfreq: daalt
pijn: bij orgasme (wee)
angst: veroorzaken bevalling
orgasme: pijn
algemeen: minder sexy, minder aantrekking man, fysiek ongemak
*zie slides hele overzicht
seks na de partus
- tot 3 weken na kans op infecties verhoogd
- vermoeidheid: hormonale veranderingen, emoties, nachtrust, aandacht baby
- lactatie (borstvoeding): prolactine verhoging (ovaria liggen stil)
- eerste maanden fysiologische seksuele reacties vrouw: vastcongestie, spiercontracties
- ingang vagina minder strak: minder intense beleving
- beschadiging vagina: grotere kans dyspareunie
hormonen na partus en seks
Lage E: atrofie
Lage A: minder zin, minder opwindbaar
extra vermoeidheid (aantrekkelijkheid)
oxytocine vrijgave: melkuitstoot, contracties uterus (prettig, orgasme, verwarrend)
stoppen lactatie: binnen 4 weken weer als normaal
derde fase en seks
55-75 jaar
- hormonale veranderingen
- overgang, menopauze
- verlies van partner
androgenen
- bij mannen en vrouwen hebben androgeen *faciliterende8 rol
- seksuele prikkel is eerder seksuele betekenis
- testosteron maakt brein + genitaliën klaar voor seks (arousability, responsivitu, gedachten/fantasieen, nachtelijke responsen, genitale sensitiviteit)
- toch geen absolute factor
- laag androgeen: moeilijker maar niet onmogelijk
oestrogenen
- kwaliteit vd huid vagina: dagelijks last
- geen invloed lubricatie (duurt alleen langer)
- bij voldoende stimulatie + seksuele opwinding geen dyspareunie
- oestrogeen maakt lijf klaar voor testosteron (trofische staat urogenitaal systeem, effect op stemming, geen direct effect seksuele responscyclus)
menopauze en dyspareunie
- 20-30% postmenopausaal heeft vaginale droogheid
- geen verschil in vaginale vasocongestie met/ zonder FSAD bij adequate seksuele stimulatie
- de oestrogenen compenseren niet langer de gebrekkige opwinding
- opwinding ontwikkelt trager
- resolutie voltrekt ook trager
- minste verandering bij regelmatig doorlopen van seksuele respons
- advies: meer tijd, meer directe genitale stimulatie, zorgen voor opwinding + lubricatie
*oestrogenen compenseren niet langer de gebrekkige opwinding
zin na de menopauze
- door verlenging androgenen: minder zin
- door verlaging oestrogenen/ verlaging SHBG: verhoging bio-available androgen, meer zin in seks
- door verandering in oestrogenen: overgangsklachten, minder zin in seks
mannen en penopauze
- vanaf 50 jaar relatief snelle daling testosteron
- onzekerheid over mannelijkheid
- meer tijd/ stimulatie nodig tot opwinding, erectie en ejaculatie
- refractaire periode duurt langer (tot 24 uur)
seksuele satisfactie op oudere leeftijd is afhankelijk van: (belangrijk)
- geestelijke + fysieke gezondheid
- seksueel actief blijven
- positieve attitude tov seksualiteit
- hebben van een partner
- vrijfrequentie neemt af bij ouder worden: wordt mede bepaald door relatie duur
> dus nieuwe relatie = toename vrijfrequentie
overlijden partner en seksualiteit
man overlijd 5-6 jaar eerder, vrouw trouwt meestal 2-3 jaar ouder
gemiddeld overleeft vrouw haar man 8 jaar:
- eenzaamheid
- rouw
- depressie
- loyaliteitsconflicten (rouwimpotentie)
voordelen van ouder worden
remmingen verminderen = toename seksueel plezier
- geen prestatie
- geen angst zwangerschap
- vrijer omgaan met lichaam
- meer intimiteit
verschillen jong/ oud seksualiteit
- fysiek ouder worden
- seks op jonge leeftijd: vooral fysieke potentie
- emotionele rijping: echte seksuele intimiteit en intensiteit
- ouder meer seksuele problemen maar minder last
PLISSIT model
niveau 1 = permission (assessment)
- normaliseren en erkennen seksualiteit
niveau 2 = limited information (education)
- geruststelling en realiteitstoetsing
- zelfredzaamheid vergroten
- voorkomen chronische seksuele problemen
niveau 3 = specific suggestion (counseling)
- simpele gedragsadviezen
- timing van seks en meer tijd nemen
niveau 4 = intensive therapy (referral)
- ‘streekoefeningen’, psychotherpie, cognitieve gedragstherapie
- relatie therapie
(70% kan met niveau 1-3 al behandeld worden)
MRI van eten en seks
komen redelijk overeen
sexual respons cycle (uit je hoofd leren)
- verlangen (desire)
- opwinding (arousal)
- plateau
- orgasme
- herstel (refraction)
*zie plaatje slides
verschil man/ vrouw refractaire periode
- mannen (halfuur tot week)
- vrouwen (meerdere orgasmes na elkaar kan)
van seksuele disfunctie is sprake als
- adequate stimulatie (extern)
- > 6 maanden aanwezig
- lijdensdruk
- (DSM-V)
seksuele disfuncties per sexual respons cycle stuk
verlangen
- verminderde zin in seks
opwinding/plateau
- lubricatie verlies
- erectiele dysfunctie
- dyspareunie
- vaginisme
orgasme
- anorgasmie
- aspermie (an/retrogade ejaculatie)
- premature/ vertraagde ejaculatie
- climacturie (mannen: urineverlies tijdens orgasme)
herstel
- dissatisficatie
- pijn, dyspareunie
- priapisme (erectie die niet weggaat)
- persistant sexual arousal disorder (PSAD) (continue gevoel van opwinding gaat niet weg)
*zie slides voor totale plaatje
anamnese seksuele disfunctie (niet per se anatoom)
tijd
- levenslang (primair)
- verworven (secundair)
context
- gegeneraliseerd
- situationeel (partner, solo)
oorzaak
- vasculair
- neurogeen
- endocrien
- iatrogeen; medicatie, operatie
- psychogeen
- mixed
tijdslijn
repertoir
last: mild, matig, ernstig
prevalentie seksuele disfunctie man
57-85 jaar
- erectiele disfunctie 37%
- verminderde zin 28%
- premature ejaculatie 28%
- anorgasmie 20%
prevalentie seksuele disfunctie vrouw
57-85 jaar
- verminderde zin 43%
- lubricatie verlies 39%
- anorgasmie 34%
- dysparunie 17%
stimulatie gebieden hersenen orgasme vrouw
zie plaatje slides
mannen tijdens remslaap
ongeveer 3-6 keer een erectie
erogene zone’s bij soloseks of bij partner seks
zie plaatje slides het verschil tussen beide bij mannen/ vrouwen
vragenlijsten over seksuele responscyclus
IIEF; 15 vragen over laatste 4 weken heteroseksuele partner seks
- erectie bij seksuele activiteit
- erectie bij coitus
- tevredenheid coitus
- ejaculatie/ orgamse
- verlangen
- tevredenheid seksleven
- vertrouwen in erectie
FSFI ; 19 vragen over laatste 4 weken heteroseksuele partner Seks
- opwinding; freq, mate, vertrouwen, tevredenheid
- lubricatie; freq, moeite, duur, tevredenheid
- orgasme; fra, moeite, tevredenheid
- satisfactie; emotionele band, seksuele relatie, seksleven algemeen
- pijn bij vaginale penetratie; tijdens, na, mate
hormonen en seksuele responscyclus
verlangen
- dopamine
- testosteron
- serotonine
- opgooiden
opwinding
- dopamine
- testosteron
- norepinephrine
- prolactine
orgasme
- serotonine
- testosteron
- oxytocine
werkt viagra altijd?
nee, er is bepaalde mate van zenuwstimulatie nodig
- alleen door remming gruanulatie cyclase; zorgt voor langere erectie
seksuele responscyclus (platau/ orgasme) zenuwletsel voorbeelden
- dwarslaesie
- CVA
- parkinson
- Multiple sclerose
- hersentrauma
- epilepsie
- perifere neuropathie
- iatrogeen; chirurgie kleine bekken
morbus peyronie
kromme penis door stukje verhard weefsel
- prevalentie 0,4-3%
- 40-70jaar
- roken, DM, M.dupuytren, M.lederhosen, peniel trauma, tympanosclerose
- palpabele fibreuse plaque corpora cavernosa
- pijn in erectie
- erectieklachten
- lengte verlies
- pijn bij coitus
x en y zijn samen
hemizygoot
spierdystrofie van Duchenne
- frequent voorkomende erfelijke ziekte 1 op 3500-4000 jongens
2 klinische vormen
- Duchenne muscular dystrophy (DMD)
- beker musculair dystrophy (BMD)
klinische symptomen Duchenne
Manifesteert zich bij jongens tussen 18 maanden tot 4e levensjaar
- Laat lopen
- Moeilijkheden bij het opstaan
van de grond - Vaak vallen
- Moeilijkheden bij het beklim-
men van trappen door spier-
zwakte - Pseudo-hypertrofie van de
kuitspieren (opzwellen spier-
weefsel)
ernstige complicaties Duchenne
- Orthopedische vervormingen door verkorting van pezen & spieren
- Verlamming ademhalingsspieren
(permanente beademing op de leeftijd van 20-25 jaar) - Hartstilstand (cardiomyopathie)
- Mentale retardatie (30-50%)
- Reden overlijden: niet te behandelen of niet tijdig onderkende
hartproblemen of longinfecties
overerving Duchenne
X-linked recessief
67% moeder draagster: dochter, 50% drager, zoon 50% aangetast
33% nieuwe mutatie/ de novo
14% kiemcelmozaicisme
vrouw heeft 2 X chromosomen en man maar 1, waarom zijn verschillen tussen man/vrouw niet groter
PER CEL heeft de vrouw ook maar
één X-chromosoom actief, de andere
wordt geïnactiveerd en vormt een
zogenaamde Barr body. Dit proces
heet X-inactivatie of Lyonisatie.
XIC
X inactivatie centrum
In het XIC ligt het XIST gen Xq13 produceert een 15 kb RNA
- dit RNA vormt een soort inactiverende coating- dit RNA is noodzakelijk voor de initiatie van de inactivatie, niet
voor het in stand houden
pseudoautosomale regio’s
zie slides week 3
X-inactivatie bij meervoudige X aneuploidie
alle overtollige Xen worden geïnactiveerd
- 47,XXY / 47,XXX / 48, XXXX / etc.
- meerdere Barr bodies
Xpter is altijd actief
- monosoom (haploïnsufficient) in Turner females 45,X of 46,X,del(Yp)
- disoom + Y in XXY verklaart mogelijk het fenotype
- trisoom in XXX verklaart mogelijk het fenotype
Inactivatie van X-chromosomen
- Random in de blastocyst (mozaïek)
- Dochtercellen hetzelfde activiteitenpatroon
- Gecondenseerd X-chromosoom (Barr body) = geen transcriptie/ late replicatie
- Xpter is altijd actief
- In de meiose zijn beide X-chromosomen actief