Week 2 (laatste 2 college's) Flashcards

1
Q

HUNAULT score

A
  • alleen bij onbegrepen subfertiliteit
  • leeftijd vrouw
  • duur onvruchtbaarheid in jaren
  • bent u al eerder spontaan zwanger geweest
  • verwezen door
  • hoeveel procent van het zaad is goed beweeglijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

oorzaken subfertiliteit categorieën verdeeld

A
  • 30% man
  • 30% vrouw
  • 30% combinatie
  • 10% onbegrepen subfertiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

subfertiliteit behandelschema

A

zie plaatje slides week 2

  • let op bij prognostisch model >30%, expectatief dus afwachten want kans groter dan met IVF kans
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

alle soorten behandelingen subfertiliteit onder elkaar

A
  • fetiliteitschirurgie
  • ovulatie-inductie
  • IUI
  • IVF
  • ICSI - PESA - TESE
  • chirurgie man
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

fertiliteitschirurgie vrouw (wat kan er allemaal)

A
  • adhesiolyse
  • coagulatie endometriose
  • resectie endometrioom (klachten/afmeting)
  • resectie hydrosalpinx
  • myoomenucleatie per laparotomie
  • hysteroscopische resectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

WHOII/ PCOS (ovulatie inductie) medicatie opties

A
  • clomifeencitraat
  • tamoxifen
  • letrozol
  • FSH (injectie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

fertiliteitschirurgie contra indicaties

A
  • zeer ernstige tubapathologie
  • ernstige OAT
  • anovulatie
  • gevorderde leeftijd
  • afweging IVF versus tuba chirurgie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

WHOI (ovulatie inductie) medicatie opties

A
  • GnRH-pomp
  • FSH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hyperprolacterinemie (ovulatie inductie) medicatie optie

A
  • dopamine agonist
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

contra indicaties ovulatie inductie

A
  • dubbelzijdige tubapathologie
  • ernstige OAT - VCM < 1mln
  • BMI >34
  • WHO III
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ovulatie inductie resultaten/ risico’s

A

resultaten:
- succes 80-85%

risico’s
- 5-8% meerlingen
- overstimulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

intra uterine inseminaties indicaties, resultaten en risico’s

A
  • onbegrepen subfertiliteit, Hunault <30% IUI- MOH (milde ovariele hyperstimulatie)
  • matige OAT - VCM > 3
  • cyclusstoornis in combinatie met OAT

resultaat:
- 7-9% per cyclus
- cumulatieve kans: 20-25%

risico’s
- 10-40% meerlingen
- infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

IVF indicaties, resultaten en risico’s

A
  • afgesloten eileiders (absolute tuberpathologie)
  • verminderde vruchtbaarheid man
  • onbegrepen vruchtbaarheidsstoornissen
  • Cyclusstoornissen (na ovulatie inductie)
  • hooggradige endometriose

resultaten
- 1 op 35 kinderen ontstaan na IVF

risico’s
- meerlingen 5-6%
- overstimulatie (OHSS)
- infectie
- bloeding
- risico op aangeboren afwijkingen 4,5% (bevolkingsrisico 3%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe werkt IVF

A
  • stimulatie van follikelgroei (hyperstimulatie)
    > FSH injecties
  • uitschakelen eigen cyclus
    > onderdrukken LH piek - voorkomen ovulatie

-> hCG waardoor eicellen losgelaten worden, voor ze losgelaten worden = eicelpunctie en eitjes uit ovaria gehaald en naar lab gehaald

-> op dag 5 worden embryo’s teruggeplaatst in baarmoeder

  • zie slides wanneer welke
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

OHSS (hyperstimulatie) tekenen en symptomen

A

(ivf risico)
incidentie
- 3-6% mild-matig
- 0,3-1,8% ernstig

tekenen
- hemoconcentratie (bloed dikker)
- leucocytose, thrombocytes
- electrolytenstoornis
- ascites
- pleurale en pericardiale effusie
- ARDS

symptomen
- opgeblazen gevoel
- snel gewichtstoename
- misselijk, braken, diarree
- dyspneu
- oligurie
- lethargie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ICSI indicatie/afwijkingen kans

A
  • ernstige OAT (<1x10^6 bewegende zaadcellen)
  • total fertilitzation failure bij IVF

*meer (geslacht)chromosomale afwijkingen (0,6 versus 1,2%)
* enige verschil IVF: zaadcel wordt in eicel geplaatst door naald ipv bij elkaar gevoegd

16
Q

chirurgie man opties

A
  • refertilistatie (vasovastomie)
  • varicocoele
  • MESA
  • TESE
17
Q

wanneer MESA, PESA of TESE

A

obstructieve azoospermie
- PESA: percutane epididymale sperma aspiratie
- MESA: microscopische epididymale sperma aspiratie

non-obstructieve azoospermie
- TESE: testiculaire sperma extractie

18
Q

checken en factoren van aandacht bij bepalen wel/ geen behandeling willen doen voor subfertiel paar

A

ethische:
- erfelijke ziekte, chromosoomafwijkingen, familiaire aandoeningen

psycho-sociale factoren voor toekomstig kind:
- psychiatrische voorgeschiedenis
- verslavingsproblematiek
- uithuisplaatsingen
- zwakbegaafdheid of juridische veroordeling voor geweldsdelicten
- (kinder)mishandeling van een van de wensouders
- inschatting psychische draagkracht subfertiele paar
- medische zinvolheid behandeling

19
Q

preconceptiezorg en preventie (visie verloskunde/ gynaecologie)

A
  • levensloopbenadering gynaecologie en verloskunde: aandacht voor gezondheid en preventie en niet alleen voor ziekte

visie verloskunde:
- gezonde zwangerschap en een kansrijke start (programma vd overheid)

20
Q

wat is preconceptie zorg?

A
  • nadruk voorafgaand aan de conceptie, de preconceptionele periode
  • instrument gericht op risico-identificatie
  • risico’s minimaliseren > uitkomst van gezondheid verbeteren
  • geïnformeerde keuze
  • gezondheid van aanstaande ouders en het toekomstige kind
  • maximaal effect
21
Q

Preconceptiezorg voorbeelden

A

algemene preconceptiezorg
- algemene voorlichting

individuele preconceptiezorg:
- algemeen
- specialistisch
- zwangerwijzer.nl
- zwangerHap (van voedingscentrum)

uitgevoerd door: huisarts, verloskundige, gynaecoloog, kinderarts of andere specialist

  • zie slide algemene zorgadviezen
22
Q

farmacologisch kompas mist info voor zwangere vrouwen dus kijk op

A

Lareb website

23
Q

preconceptiezorg - counseling de valkuilen

A

*impact van zwangerschap op ziekte en van ziekte op zwangerschap

  • veranderingen in vrijwel alle orgaansystemen in de normale zwangerschap
  • hanteren van zwangerschap specifieke referentiewaarden
24
Q

risico hypertensie en zwangerschap (preconceptie zorg)

A
  • risico gesuperponeerde preeclampsie (25%)
  • omzetten valsartan naar zwangerschapsprooi medicatie zoals: nifedipine, labetalol of methyldopa
  • benadrukken therapietrouw/ thuismetingen
  • leefstijl
  • FUPEC : follow up preeclamspie
25
Q

risico SLE en zwangerschap (preconceptie zorg)

A
  • maternale mortaliteit 20x hoger dan zonder SLE
  • 2-4x hoger risico zwangerschapscomplicaties; PE/HELLP, trombose, pulmonale hypertensie
  • beoordeling orgaanbetrokkenheid/ ziekteactiviteit/ antilichamen
  • beoordeling medicatie (hydroxychloroquine is veilig)
26
Q

risico antifosfolipiden syndroom en zwangerschap (preconceptie zorg)

A
  • geen indicatie voor standaard profylactische antistolling
  • advies geen anticonceptiepil te gebruiken
  • wel profylactische antistolling in zwangerschap/ kraambed

obstetrisch antifosfolipiden syndroom:
- een of meer vroeggeboortes van morfologisch normale neoanten voor 34ste week door ernstige pre-eclampsie of placenta insufficientie
- anticardiolopine antistoffen IgG, IgM en lupus anticoagulans+

27
Q

risico diabetes gravidarum en zwangerschap (preconceptie zorg)

A
  • herhalingskans 60-75%
  • jaarlijk glucose controle
  • leefstijl
28
Q

risico hypertensie zwangerschapscompilatie (preconceptie zorg)

A
  • herhalingskans
  • risicoreductie (acetylsalicylzuur en calciumsuppletie)
  • leefstijl
29
Q

preconceptiezorg bemoeizorg?

A

NEE> sociale verantwoordelijkheid
- opbouw/structuur maatschappij geeft ongezondheid
- verantwoording maatschappij om ongezondheidsverschillen aan te pakken

30
Q

adviesvragen klinische genetica Preconceptioneel advies

A

zie plaatje slides