Week 3 Flashcards
Wat bedoelen we met de regel van 2 bij de lever?
- 2e grootste orgaan
- 2e meeste complexe orgaan
- 2% van het lichaams gewicht
- Bestaat uit 2 lobben
- 2 ledige bloedtoevoer
Wat is de functie van de v. porta?
Bloed dat rijk is aan nutriënten toevoeren naar de lever.
Dit bloed is afkomstig van de maag, milt en darmen.
Wat is de functie van de a. hepatica propria?
De lever van zuurstofrijk bloed voorzien→ gaat naar de hepatocyten.
Welke vaten bevinden zich in de triade naar de lever?
- a. hepatica propria
- v. porta
- d. hepaticus
Welke weg (vaten) legt het bloed af in de lever?
v. porta+ a. hepatica propria→ sinusoïden→ centrale vene→ v. sublobularis→ v. hepatica→ v. cava inferior
Welke functionele eenheden van de lever zijn het belangrijkst?
- Klassiek hexagonale lobulus
- Acinus structuur
- Primair lobulus
Beschrijf hoe de hexagonale lobulus verloopt:
- (6) hoeken met op elke hoek een portale tractus (bevat galgang, a. hepatica en portale venue).
- Centraal een vene.
- Bloed gaat van portaal gebied naar centrale vene.
- Gal gaat van centrum naar perifeer.
Wat is een ander woord voor acinus structuur?
Portocentrische structuur
Beschrijf hoe de acinus structuur verloopt:
- Portaal gebied staat centraal.
- Penetrerende portale vene vanuit portaal gebied lopen over de zijvlakken van de hexagonale lobulus.
- 3 zones: dichts bij penetrerende vene: zone 1, dichts bij centrale vene: zone 3.
- Zone 1: meest O2- en nutriënten rijk.
- Bij ischemie: zone 3 eerst en meest aangedaan.
Beschrijf hoe de primaire lobulus verloopt:
Combinatie van hexagonale lobulus en acinus structuur.
Hoe kerken je de vene, arterie en ductus van de gal in de portale tractus?
- Vene: grootste diameter
- Arterie: dikke wand
- Ductus: nucliën te zien
Welke weg neemt gal van centraal naar perifeer?
galcanaliculi→ kanaaltjes van Hering (bevat stamcellen)→ gal-ductuli→ interlobulaire gal-ductuli
Wat zijn de functies van de lever?
- Metabolisme
- Eiwitsecretie
- Detoxificatie
- Opslag
- Afweer
Wat is de samenstelling van gal?
- Galzouten (BS) 67%
- Fosfolipide (PC) 22%
- Cholesterol (C) 4%
- Geconjugeerde bilirubine
- Elektrolyten/water
- Vetoplosbare vitaminen
- Geconjugeerde drugs
- Steroïdhormonen
- Immunoglobines (IgA)
- Glutathion
- Eiwit (o.a. mucines)
Wat is de bron en functie van galzouten?
- Hepatocyt (+poortader)
- Vormt galmicellen en PC en C
- Emulgeren/transport dieet lipiden
- Solubilisatie vit. A, D, E, K, B12
Wat is de bron en functie van cholesterol?
- Hepatocyt, via voeding (LDL, HDL)
- Afvoer in gal is de enige excretie
Wat is de bron en functie van fosfolipide?
- Hepatocyt
- Beschermt tegen toxiciteit BS
- Lost cholesterol op
Wat is de bron en functie van geconjugeerde bilirubine?
- Erytrocyt + hepatocyt
- Afvoer van metaboliet
Wat is de bron van elektrolyten/water?
- Hepatocyt (70%)
- Cholangiocyt (30%)
Wat is de bron en functie van vetoplosbare vitaminen?
- Hepatocyt
- Recirculeren via darmresorptie
Wat is de bron en functie van geconjugeerde drugs?
- Circulatie
- Lever ‘clearance’ van farmaca
Wat is de bron en functie van steroïdhormonen?
- Circulatie
- Recirculeren via darmresorptie
Wat is de bron en functie van immunoglobines?
- Hepatocyt
- Antibacterieel
Wat is de bron en functie van glutathion?
- Hepatocyt
- Antioxidant
Wat is de bron en functie van eiwitten (o.a. mucines)?
- Galduct/galblaas
- Cytoprotectie
Hoe vindt de omzetting van cholesterol tot primair galzout in de hepatocyt plaats?
- Hydroxylering C-7 in het ER: toevoegen OH-groep aan C-7 (snelheidsbeperkend)
- Hydroxylering C-12 in het ER (alleen bij cholaat)
- Stereospecifieke reductie dubbele binding ring B
- Epimerisatie 3-bèta OH→ 3-alpha OH
- Oxidatie en verkorting zijketen
Wat gebeurt er met galzouten waardoor ze kunnen emulgeren?
- Glycine of taurine worden toegevoegd waardoor respectievelijk glycocholaat of taurocholaat ontstaat.
- Dit maakt galzout een amfoteer molecuul: polaire hydrofiele kant en apolaire hydrofobe kant.
Hoe worden galmicellen gevormd?
Bij toename van galzouten in de caniculi (vanaf de kritische micellen concentratie: CMC) vormen ze oligomeren (groepen). Micellen bestaan minimaal uit 4 galzouten.
Hydrofoob binnen, hydrofiel buiten.
Welke 2 transporters zijn betrokken bij het opnemen van galzouten uit de v. porta in de hepatocyt?
- NTCP: sodium-dependant taurocholate transporter
- OATP: organic anion transporter
Via welke 3 transporters worden galcomponenten uit de hepatocyt afgegeven aan de galweg?
- BSEP: bile salt export transport (export galzouten)
- Steroline 1/2: export pomp voor fytosterolen (export cholesterol)
- MDR3: multidrug resistance protein (export fosfolipasen)