Week 1 Flashcards
Wat zijn de 2 grote groepen afwijkingen in het maagdarmkanaal en geef voorbeelden:
- Slijmvliesafwijkingen: Barret slokdarm, poliep
- Motiliteitafwijkingen: obstipatie, ileus
Wat zijn de meest frequente infectie gerelateerde MDL-ziekten begin 20e eeuw?
- Helicobacter Pylori
- Infectieuze diarree
- Virale hepatitis
- Tuberculose
- Peptisch ulcus, maagbloeding en maagperforatie, maagkanker
Waarvan is er sprake bij een maagbloeding en wat zijn de symptomen hierbij?
- Een arteriële bloeding in de maagzweer.
- Symptomen: heftig bloedbraken en shock.
Wat is de oorzaak voor het ontstaan van maagzweren?
Vaak Helicobacter Pylori bacterie die overgedragen wordt via maagsap.
Waaruit bestaat de behandeling van maagzweren?
- Een scopie: om bloedende vat te clippen/ coaguleren.
- Maagzuurremmers
Wat bekijk je met een gastroscopie en colonscopie?
- Gastroscopie: slokdarm, maag, twaalfvingerige darm
- Colonscopie: dunne- en dikke darm
Welke kauwspieren zorgen voor depressie + protractie (naar voren)?
- 2 infrahyoidale spieren
- M. pterygoideus lateralis
- Zwaartekracht
Welke kauwspieren zorgen voor elevatie?
- M. masseter
- M. temporalis
- M. pterygoideus medialis
Welke kauwspieren zorgen voor protractie + retractie?
M. pterygoideus lateralis en medialis
Wat doen de suprahyoidale spieren?
Zorgen ervoor dat de onderkaak actief wordt opengetrokken.
Waarbij horen plicae circulares en Peyer’s patches?
- Plicae circulares: jejunum
- Peyer’s patches: ileum
Uit welke 4 lagen (binnen-buiten) bestaat de holle buis van de tractus digestivus?
- Mucosa
- Submucosa
- Muscularis
- Serosa (adventitia)
Welke speekselklieren in de mond zijn sereus/muceus?
- Glandula parotis: sereus
- Glandula submandibularis: sereus > muceus
- Glandula sublingualis: muceus > > sereus
- Kleine speekselklieren: muceus
Welke soort klier (sereus of muceus) kleurt meer aan bij een PAS kleuring?
Muceus
Wat zijn ECL-cellen en wat doen ze?
- Endocriene cellen in de buurt van pariëtale cellen.
- Geven histamine af→ stimuleert pariëtale cellen om zuur te produceren.
Welke 2 typen endocriene cellen in het antrum van de maag zijn er?
- G-cellen: maken gastrine→ activeren pariëtale cellen.
- D-cellen: maken somatostatine→ remmen zuurproductie door remming protonpompen in de pariëtale cellen.
Waardoor wordt het lichaamsgewicht bepaald?
Balans tussen voedselopname en energieverbruik.
Wat zijn de korte termijn factoren voor voedselopname?
- Het meten van kauwen en slikken: stimulatie verzadigingscentrum.
- Feedback vanuit het maagdarmkanaal: anorexigene en orexigene factoren.
- Feedback binnen het centraal zenuwstelsel: hedonisme en neuropeptide Y.
Wat zijn de anorexigene (verzadigings) factoren?
- Rekken van maagdarmkanaal
- Cholecystokinine (CCK): signaal sluiten pylorus
- Glucose en alvleesklier hormonen (glucagon, insuline)
- Leptine (vetweefsel)
Wat zijn de orexigene (honger) factoren?
- Ghreline: eetlustopwekkend stofje in de maag.
Welke 2 centra wat betreft eetlust zijn er in de hypothalamus?
- Ventromediale hypothalamus (links)= verzadigingscentrum→ bij letsel door eten→ hyperfagie→ setpoint ↑
- Laterale hypothalamus (rechts)= hongercentrum→ bij letsel stoppen met eten→ afagie→ setpoint ↓
Wat zijn 2 belangrijke factoren voor hongergevoel?
- Insuline (gehalte) en leptine
- Beide zijn anorexigeen
Welke factoren heb je in de eerste rang orde neuronen en in de tweede rang orde neuronen?
1e rang
- Anorexigeen: POMC/CART
- Orexigeen: AgRP/NPY
2e rang
- Melanocortin 4 receptoren (MC4R)
Wat doet MC4R?
Continu actiepotentialen afgeven om te stoppen met eten.
Welk effect hebben anorexigene- en orexigene factoren/neuronen op MC4R?
- Anorexigeen: stimulerend (dus minder eten).
- Orexigeen: remmend (dus meer eten).
Wat doet leptine?
Remt voedsel opname
- Stimuleert CART neuronen (anorexigeen)
- Remt afgifte NPY (orexigeen)
Wat gebeurd er met je vetcellen wanneer je ouder wordt?
- Je maakt geen nieuwe vetcellen aan.
- Wanneer je dikker wordt, worden de bestaande vetcellen groter→ hypertrofie.