Week 3 Flashcards

1
Q

NYHA klasse

A

Mate van ernst POB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Klasses NYHA klasse

A
  1. Normaal
  2. Beetje inspanning zorgt voor benauwdheid
  3. Flink beperkt
  4. Klachten in rust
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cardiomegalie

A

Vergroot hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

4 functies circulatie

A

Transport voedingsstoffen en afbraakproducten
Warmtetransport
Snelle chemische signalering
Doorgeven van krachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe groot is het bloedvolume

A

Ongeveer 5-6L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Compliantie

A

Rekbaarheid aorta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Precapillaire sphincters

A

Kunnen capillairen dichtdoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Pericyt

A

Regelen capillaire contractie in de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Flow reserve

A

Verschil tussen max flow en flow in rust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Functies RAAS systeem

A

Regulatie bloeddruk

Regulatie cardiovasculaire hermodulering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar staat RAAS voor

A

Renine
Angiotensine
(Aldosteron)
Systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar wordt prorenine omgezet in renine

A

Juxtaglomerulaire cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat voor cellen zijn juxtaglomerulaire cellen

A

Gespecialiseerde gladde spiercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de functie van macula densa cellen

A

Vertellen JDC over filtratie

Geven opdracht via prostaglandines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de effecten van AT1 receptoren?

A
Vasoconstrictie
Zout/waterresorptie
Aldosteron resorptie
Sympatische activiteit
Celgroei
Aanpassing ECM
Stimulatie alfa1
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt de renineafgifte in JDC geregeld

A

Door NA via beta 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Effecten aldosteron

A

Resorptie Na en H2O
Dorstgevoel
Afvoer K+
Toename bloedvolume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Via wat voor soort receptor werkt aldosteron

A

Minerale corticoïd receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Verschil primaire/essentiële en secundaire hypertensie

A

Secundair wordt veroorzaakt door een ziektebeeld, primair door hoge Renine of verhoogde Na retentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Effect AT2

A

Vasodilatatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waarom is er alleen effect van AT2 bij gebruik AT1 blokkers?

A

AngII heeft een voorkeur om te binden aan AT1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Verschillende remmers voor RAAS

A

Renineremmers
ACE-remmers
AT1-remmers
Minerale coricoïdremmers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waarom is er wel cardiac output bij 0 mmHg atriumdruk?

A

Onderdruk thorax is ongeveer -3mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de systemische vullingsdruk?

A

Atriumdruk waarbij cardiac output 0 is, bij een vasculaire functiecurve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is het verschil tussen de vasculaire en ventriculaire functiecurve
Vasculaire functiecurve is het effect van de pomp op de vulling (curve loopt naar beneden) Ventriculaire functiecurve is het effect van de vulling op de pomp (curve loopt van beneden naar boven)
26
Wat gebeurt er met de vasculaire functiecurve bij inspanning
Paralelle verschuiving en rotatie
27
Waarom kan een vasculaire functiecurve een parallel verschuiving hebben
Door arteriële dilatatie, het bloed stroomt sneller terug
28
Waarom kan een vasculaire functiecurve een rotatie hebben
Door venoconstrictie en het vasthouden van vocht
29
Welke 5 afbeeldingstechnieken zijn er?
``` Röntgen MRI CT Echo (Nucleair) ```
30
Hoe werkt röntgen
De bundel is gericht naar beneden en komt aan op een detectorplaat Elektronen gaan van de kathode naar de anode, dat creëert een hoge spanning en straling
31
Wat is wit en wat is zwart bij een röntgenfoto
Wit: metaal Zwart: lucht
32
Welke 2 opnames worden bij een röntgenfoto het meest gebruikt?
PA (posterior anterior) | Lateraal
33
Welke opname wordt gebruikt als een patiënt niet kan staan?
Een AP (anterior posterior)
34
Wat is het verschil met betrekking tot het hart tussen PA en AP in een röntgenfoto?
Bij PA is het hart kleiner dan bij AP
35
Wat is een normale hartgrootte (bij PA)
0,5x de breedte van de thorax
36
Kijk je vanaf craniaal of caudaal op een CT-scan
Caudaal
37
Hoe zit het met de oriëntatie op een CT-scan qua links en rechts
Links is rechts en rechts is links
38
Met wat voor soort straling werkt een CT
Röntgenstraling
39
Hoe werkt een CT
De CT-scanner is een donut, buis en detector draaien rond en maken veel röntgenfoto's, waardoor een doorsnede gereconstrueerd kan worden
40
Welke 3 opnames heb je bij CT met betrekking tot het contrast
Blanco (geen contrast) Arterieel (gelijk na inspuiten contrast) (Portaal) veneus (tijdje wachten na inspuiten contrast)
41
Welk middel wordt gebruikt als contrast en waarom
Jodium, omdat het veel röntgenstraling tegenhoudt en dus wit op de foto eruit ziet
42
In welke eenheid wordt straling berekend
Millisievert (mSv)
43
Hoeveel sievert is er nodig voor een 5% kans op kanker?
1
44
Hoe wordt de sterke magneet in de MRI gekoeld
Helium
45
Hoe werkt een MRI
Patiënt ligt in een buis in een zeer sterk magneetveld Alle H-atomen gaan in de richting van het magneetveld staan De H-atomen worden uit hun as geslagen en keren weer terug Hier komt energie bij vrij en die wordt opgevangen door een spoel
46
Welke 2 opnames kunnen er gemaakt worden bij een MRI en wat zijn hier de kenmerken van?
T1 en T2 Bij T1 is het vet vrij hoog, en water laag Bij T2 is vet beetje hoog en water zeer hoog
47
Welke kleur is vocht bij een echo
Zwart
48
Wat is een slagschaduw
De zwarte vlek die je krijgt als er iets onder iets ondoorlaatbaars ligt, zoals lucht
49
Wat betekent autoregulator bereik?
Binnen dit bereik blijft de flow gelijk
50
Hoe groot moet een stenose zijn om significant te zijn?
75%
51
Wat is de formule voor een flow reserve
Flow met dilatator/Flow normaal
52
Wanneer krijgen de coronairen het meeste bloed en waarom
In diastole, tijdens de systole knijpt het hart zijn eigen coronairen dicht
53
Welke 3 vormen van AP zijn er en wat is het verschil
Stabiele AP: alleen last bij inspanning Instabiele AP: trombusvorming Prinzmetal: coronairspasmen
54
Welke 4 soorten medicijnen kan je gebruiken voor AP
Nitraten Beta-receptor antagonisten Ca-antagonisten Antistollingsmiddelen
55
Hoe werken nitraten
Nitraten geven NO af, waardoor cGMP verhoogd wordt en Ca verlaagd, waardoor vasodilatatie optreedt
56
Welke 3 voorbeelden van nitraten zijn er
Nitroglycerine Isosorbinedinitraat (IDSN) Isosorbinemononitraat
57
Leg het first pass effect van ISDN uit
Isosorbinedinitraat wordt in de vertering opgenomen in het bloed en vervoerd naar de lever, daar wordt het omgezet in isosorbinemononitraat
58
Welke bijwerkingen zijn er bij het gebruik van nitraten
Hoofdpijn | Posturale hypotensie
59
Hoe werkt een tolerantie voor nitraten
Een deletie van de SH groepen van de enzymen die de nitraten omzetten in NO, waardoor dit niet meer kan
60
Hoe los je een tolerantie voor nitraten op
Een nitraatloze periode
61
Noem 3 voorbeelden van Ca-antagonisten en geef aan waar ze werken
Verapamil: hart Nifedipine: weerstandsvaten Diltizem: hart en bloedvaten
62
Wat is een negatief chronotroop effect
De contractietijd en opbouw verminderen
63
Welke bijwerkingen zijn er bij Ca-antagonisten
Hoofdpijn en obstipatie
64
Bij welke van de 3 soorten AP zijn Ca antagonisten het meest effectief
Pritzmetal
65
Welke Ca antagonist werkt niet bij instabiele AP?
Nifedipine
66
Welke Ca antagonist moet je niet geven in combinatie met bètablokkers?
Verapamil
67
Wat heeft een lage frequentie als effect op de echo?
Verder doordringen, maar lagere kwaliteit
68
Welke 3 technieken zijn er in de echografie
M-mode 2D image 3D image
69
Wat is de M-mode
1 plek, langere duur, om bvb de straal van de ventrikel te meten tijdens diastole en systole
70
Welke kleur heeft het bloed wat naar je toe komt bij Doppler imaging
Rood/oranje
71
Welke kleur heeft het bloed wat van je weg stroomt bij Doppler imaging
Blauw
72
Vanaf welke posities kan het hart geëchografeerd worden?
``` Suprasternaal Rechts parasternaal Links parasternaal Subcostaal Apicaal ```
73
Welke doorsnede krijg je bij een parasternaal lange as
Een doorsnede van een hart wat verticaal is doorgesneden
74
Welke doorsnede krijg je bij een parasternaal korte as
Een doorsnede van een hart wat horizontaal is doorgesneden
75
Welke informatie kan je allemaal verkrijgen mbv een echo
``` Systole Diastole Structurele afwijkingen Klepafwijkingen Pericarddiffusie Massa/structuur ```