Week 3 Flashcards
Wat is een waardepapier?
Een document met waarde. Het papier is voorzien van echtheidskenmerken zodat vervalsen lastig is. Steeds meer waardepapieren worden elektronisch.
Twee soorten waardenpapieren
- Getrokken waardepapieren
Voorbeeld wissel/cheque - Schuldbekentenis of betalingsbelofte aan order/toonder
Voorbeeld ceel/ cognossement
Juridische aspecten waardepapier
- Papier waarin een recht is geïncorporeerd. Het papier vertegenwoordigt de eigendom.
- Op zo’n manier dat dit recht alleen uitgeoefend kan worden of overgedragen kan worden d.m.v. het papier.
- Geregeld in het B.W.
- Focus ligt op het recht meer dan op het papier
Functies van de waardepapieren
- Bewijsfunctie
Feiten, contract. - Overdrachtsfunctie
De overdracht van het papier draag ook het recht over.
Meest gebruikte waardepapieren
- Cheque
- Wissel
- Ceel
- Cognossement
- Delivery-order
Cheque
Schriftelijke betalingsopdracht, een betaalwijze door middel van een gedrukt waardepapier.
Wissel
Een onvoorwaardelijke, schriftelijke betalingsopdracht in valuta, vastgesteld op een toekomstige datum, of per direct.
Ceel
Een document dat als bewijsstuk dient dat een bepaald voorwerp in bewaring is gegeven.
Cognossement
Een eigendomsdocument waarin wordt verklaard dat de in het cognossement omschreven goederen zijn geladen.
Delivery-order
Een document waarmee goederen vrijgegeven worden bij de transporteur.
Juridische kenmerken waardepapieren
- Cheque en wissel zijn geregeld in het Wetboek van Koophandel
- Waardepapieren hebben een gemakkelijke overdraagbaarheid
Categorieën waardepapieren
- Schuldverorderingspapieren
- Lidmaatschapspapieren
- Goederenrechtelijke papieren
Schuldvorderingspapieren
Bewijs van een vordering. Voorbeelden: wissel, cheque, orderbriefje en obligatie aan order of toonder.
Lidmaatschapspapieren
Bewijs van stemrecht, zeggenschapsrecht of aanspraak of winst. Voorbeelden: aandelen en certificaten van aandelen aan toonder op naam.
Goederenrechtelijke papieren
Houder kan door overdracht of endossement van dit papier zaken in eigendom overdragen. Voorbeelden: cognossement, delivery-order en ceel.