Week 1 Flashcards

1
Q

Kenmerken van het handelsrecht

A
  • Alle partijen zijn bedrijfs- en beroepsgericht en daarmee gelijkwaardig
  • Zij maken financieel economische afwegingen
  • Handelsrecht is gericht op belang van effectief en efficiënt handelsverkeer en betalingsverkeer en niet op individueel belang.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke instrumenten zijn nodig voor vlot en soepel handelsverkeer

A
  1. Waardepapieren
  2. Documentair accreditief
  3. Bankgaranties
  4. Verzekering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Betalingsverkeer: organisatie van de betalingen

A
  • Een betaling is het leveren van een overgekomen prijs voor geleverde goederen of diensten.
  • Een waardepapier is een document met een geldwaar. Het papier is voorzien van echtheidskenmerken zodat vervalsen lastig is. Steeds meer papier wordt elektronisch.
  • Het documentair accreditief is de verplichting van de bank naar de koper toe. De verplichting is aan de koper een bepaald bedrag op een bepaalde datum uit te betalen. De bank is dan verplicht om een bedrag te betalen aan begunstigde als opdrachtgever wantprestatie levert. Dit heet bankgarantie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voorbeelden consumentenrecht

A

Koop op afstand, koop in de winkel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voorbeelden van handelsrecht

A

Bankgaranties, koopovereenkomst met landen uit het buitenland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voorbeelden van handelsrecht

A

Bankgaranties, koopovereenkomst met landen uit het buitenland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is revindicatie?

A

Het recht van de eigenaar om een bepaald goed terug te vorderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer spreken we van een internationale koopovereenkomst?

A

Als de handel grensoverschrijdend is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat regelt het Weens koopverdrag?

A

Het recht op internationale koopovereenkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Drie niveaus van regelgeving

A
  1. Verdragen (Weens koopvergedrag)
  2. Nationale regelgeving B.W. bk. 3,5,6 en 7 titel 1
  3. Via het contract te incorperen ‘trade terms’ (koopovereenkomst)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer geen Weens koopverdrag?

A

Als het geen EU-lidstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is afleveren?

A

Het stellen van de zaak in de feitelijke macht van de verkoper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Plichten van de verkoper

A
  1. Eigendomsoverdracht

2. Afleveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer gaat het risico van een goed over?

A

Het risico voor de goederen gaat over op het moment van aflevering. Met de aflevering wordt de eigendomsoverdracht geeffectueerd. Art. 7:10 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie betaald wat?

A

Dit is niet geregeld in het Weens koopverdrag, dus dan geldt het nationaal recht.
• Verkoper betaalt kosten van aflevering.
• Koper betaalt kosten van eigendomsoverdracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geen of ondeugdelijke levering

De koper komt dan de volgende rechten toe:

A

Nakoming verlangen met evt. vergoeding vertragingsschade ( art. 3:296 B.W.)

Schadevergoeding i.p.v. nakoming ( art. 6:87 , 6:81, 6:82, 6:83 B.W.) ook als nakoming nog mogelijk is (schriftelijk meedelen)

Schadevergoeding als nakoming niet meer mogelijk is ( art.6:74 B.W.)