Week 2: RECHTSVINDING Flashcards

1
Q

Hoe definieert Hart het recht?

A

Als de eenheid van primaire en secundaire regels. De primaire regels zijn rules of obligation, die de samenleving ordenen. De secundaire regels zijn de rules of recognition, regels over regels, geeft aan wat in een samenleving uiteindelijk als recht wordt gezien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is volgens Hart het verschil tussen het interne en externe perspectief op regels?

A

Het interne perspectief is je aan de regeld houden omdat je dit zelf ook wil, de regels komen overeen met je eigen moraliteit. Bij het externe perspectief houd je je aan de regels vanwege de angst voor sancties wanneer je je hier niet aan houdt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe moet je Hart toepassen op een zaak?

A
  1. Standaard geval? Dan is wet en recht heel duidelijk
  2. Grensgevallen? Open textuur is het gevolg van dat de wetgever niet alle toekomstige gevallen kan voorzien, en gevolg van het feit dat het sociale doel op een rechtsregel gericht onderbepaald is.

Dus kijken of het om een makkelijk geval of grensgeval gaat en dat benoemen. In een gresgeval moet de rechter een keuze maken, maar bij Hart is de rechter alleen vrij een keuze te maken in grensgevallen. De moraliteit weegt dan niet mee, maar moet wel passen in systeem als geheel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Op welke manier gebruikt Frank de termen actual law en probable law?

A

Recht is dat wat hij noemt ‘actual law’, dus een beslissing die al plaats heeft gevonden. ‘Probable law’ is een gok naar een toekomstige beslissing en daarmee invulling van de wet. Frank hanteert dus de definitie van recht waarbij hij benoemt dat het oordeel van de rechter/rechtbank een wet pas daadwerkelijk legitimeert, omdat die er invulling aangeeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kijken rechtsrealisten naar het idee van discretie bij een grensgeval?

A

Ook het hele onderscheid tussen eens grensgeval en een makkelijk geval is een keuze, rechtsrealisten vinden dus dat de rechter door zijn keuze altijd nieuw recht schept. Hij begint het oordeel niet met rechtsregels om tot een conclusie te komen, maar juridisch redeneren begint andersom: bij de intuïtie van de rechter van wat de uitkomst moet zijn. Rechters gaan het recht vervolgens gebruiken om naar die conclusie toe te redeneren. Rechtsrealisten houden zich niet bezig met of dat goed of slecht is, maar zeggen; dit is nou eenmaal hoe iedereen redeneert; dus waarom zou een rechter anders redeneren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke factoren dragen bij aan de invulling van discretie door rechters volgens rechtsrealisten?

A

Maatschappelijke normen, persoonlijke eigenschappen rechter zoals onbewuste vooroordelen, empathiën, sympathiën, politieke voorkeur etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is Hart’s model of rules volgens Dworkin en hoe uit hij zijn kritiek daarop?

A
  1. Recht = regels. Maar Dworkin zegt, recht is niet alleen regels maar ook beginselen zijn onderdeel van het positieve recht.
  2. Idenfiticeerbaar adhv rule of recognition. Kritiek Dworkin: beginselen zijn niet altijd hieraan aan te identificeren, geldigheid van beginselen vloeit voort uit juridische beroepspraktijk.
  3. In moeilijke gevallen discretie. Kritiek: in elke casus is volgens hem 1 juiste uitkomst bij afweging van juridische beginselen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly