Week 2: personen en familierecht Flashcards
Welke rechter is bevoegd, ouderlijke verantwoordelijkheid = gezag
- Allereerst kijken naar Brussel II-ter.
- materieel: art. 1 sub b: van toepassing op burgerlijke zaken beëindiging ouderlijke verantwoordelijkheid.
beperkingen in art. 1 lid 2.
- formeel: art. 7 lid 1: verordening van toepassing als kinderen gewone verblijfplaats hebben in lidstaat op moment aanhangigmaking van zaak.
–> Mercedi: bij zuigeling moet voor begrip gewone verblijfplaats aansluiting worden gezocht bij de moeder.
- temporeel: art. 100 jo. 105, verordening enkel van toepassing op verzoeken ingediend op of na 1 augustus 2022. –> je kijkt naar hoofdvordering, vaak echtscheiding, en niet nevenvordering: eenhoofdig gezag.
- materieel, temporeel en formeel van toepassing. MAAR HKBV kan ook van toepassing zijn.
Haags kinderbeschermingsverdrag:
- is HKBV materieel, formeel en temporeel van toepassing?
- materieel: art. 1 jo. 3
- formeel: art. 5, rechter is bevoegd van de verdragsstaat waar kind gewone verblijfplaats heeft.
- temporeel: art. 53 jo. 61, van toepassing op procedures die aanhangig zijn gemaakt na moment dat verdrag in werking is getreden voor de staat. Voor NL is dat 1 mei 2011.
–> HKBV is materieel, formeel en temporeel van toepassing.
–. als dit het geval is, is er sprake van SAMENLOOP.
- Altijd kijken in de jongste regeling of er een artikel is over voorrang.
- art. 97 lid 1 Brussel II-ter.
- sub a: de kinderen hebben hun gewone verblijfplaats op grondgebied lidstaat.
- sub b: erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing die is gegeven op grondgebied andere lidstaat. - indien aan sub a of b is voldaan, gaat Brussel II-ter voor op HKBV.
- TENZIJ, art, 97 lid 2 Brussel II-ter, de ouders een forumkeuze doen voor een rechter van een land die partij is bij HFKV maar geen lidstaat is, zoals Zwitserland.
–> Dan is HFKV van toepassing.
INDIEN BRUSSEL II_TER van toepassing:
- hoofdregel art. 7: rechter bevoegd gewone verblijfplaats kind.
–> perpetutio fori: in beginsel dezelfde rechter bevoegd gehele procedure, art. 7 lid 1. Tenzij, kind gedurende proces wordt overgebracht naar derde land dat partij is bij HFKV. Dan is die rechter bevoegd.
- belangrijke uitzondering, art 10: beperkte forumkeuze. Deze moet uitdrukkelijk worden gedaan, niet stilzwijgend.
INDIEN HFKV VAN TOEPASSING IS:
- hoofdregel art. 5, rechter bevoegd verdragsluitende staat gewone verblijfplaats kind.
- belangrijke uitzondering:
–> Art. 8 en art. 9, rechter die op grond van IPR bevoegd is kan zich alsnog onbevoegd verklaren.
–> Art. 10, beperkte forumkeuze. Er moet aan een aantal voorwaarden voldaan worden.
–> val je buiten beide regelingen? dan kom je in art. 3-5 Rv terecht.
Welk recht is van toepassing op ouderlijke verantwoordelijkheid/ gezag
- Vanuit de vraag over bevoegdheid rechter weten we of Brussel II-ter van toepassing is of het HKBV. Aangezien Brussel II-ter geen bepalingen heeft over toepasselijk recht, gaan we naar het HKBV.
- HKBV:
- materieel: art. 1 jo. art. 3, verzoek tot eenhoofdig gezag.
- formeel: art. 10, universeel toepassingsgebied
- temporeel: art. 53 jo. 61, procedures die aanhangig zijn gemaakt na intreding verdrag staat. Voor Nederland is dat 1 mei 2011.
–> HKBV is materieel, formeel en temporeel van toepassing.
- Op grond van art. 15 past de rechter die bevoegd is zijn eigen recht toe: Gleichlauf-beginsel.
erkenning en tenuitvoerlegging beslissingen over gezag
Brussel II-ter
o Art. 30 lid 1: automatische erkenning.
o Art. 43 lid 1: geprivilegieerde beslissingen (omgangsrecht/terugkeer), automatische erkenning.
o Weigeringsgronden
- Art. 39, o.a. openbare orde
- Art. 50, geprivilegieerde beslissing, in het land waarin wordt gevraagd het geval te erkennen ligt een tegenstrijdige beslissing.
–> Snelheid van dergelijke beslissingen/processen is enorm geboden.
Haags kinderbeschermingsverdrag
- art. 23 lid 1, genomen maatregelen worden van rechtswege erkend in andere verdragsluitende staten.
- tenzij art. 24 of 25.
- weigeringsgronden, art. 23 lid 2.
–> gevallen buiten Brussel II-ter of HKBV door naar commuun IPR.
- erkenning: jurisprudentie (?)
- tenuitvoerlegging, art. 431 Rv.
Huwelijksvermogensrecht, bevoegdheid rechter
- Kijk of er een verdrag of verordening van toepassing is. In dit geval verordening huwelijksvermogensstelsels.
- materieel: art. 1 lid 1 jo. art. 3 lid 1 sub a, verordening gaat over huwelijksvermogensstelsels. Uitzonderingen art. 1 lid 2.
- formeel: af te leiden uit 4-11, geen beperkingen t.a.v. ruimtelijk werkingsbereik.
- temporeel: art. 69 lid 1, verordening van toepassing op rechtsvorderingen die zijn ingesteld op of na 29 januari 2019.
–> voor peildatum altijd kijken naar hoofdvordering, dus echtscheiding.
–> haal lid 3 en lid 1 niet door elkaar. lid 1 bevoegdheid en lid 3 toepasselijk recht.
- materieel, temporeel en formeel van toepassing.
- in hoofdstuk 3 van de verordening getrapt systeem van bevoegdheidsregels.
Artikel 5:
- lid 1: accessoire bevoegdheid: van toepassing op alle gevallen waar het huwelijksvermogensstelsel een nevenverzoek is van echtscheidingsverzoek. –> echtscheidingsrechter die bevoegd is kennis te nemen van echtscheidingsverzoek is ook bevoegd kennis te nemen van huwelijksvermogensrechtvraag.
- lid 2: beperking accessoire bevoegdheid. Lees dit artikel in samenhang met Brussel II-ter. Heeft rechter zich bevoegd geacht o.g.v. art. 3 sub 1, V of VIm dan gelden er extra eisen uit art. 5 lid 2 sub a of b verordening huwelijksvermogensstelsels.
art. 6: restbevoegdheid rechter.
Welk recht is van toepassing? huwelijksvermogensstelsel
- Kijken naar verordening huwelijksvermogensstelsels.
- materieel: art. 1 lid 1 jo. art 3 lid 1 sub a, verordening gaat over huwelijksvermogensstelsels.
-formeel: art. 20 universeel toepassingsgebied.
- temporeel: art. 69 lid 3, huwelijken of rechtskeuzes voor toepasselijk recht op of na 29 januari 2019. - verordening materieel, formeel en temporeel van toepassing. Dan kijk je of er een rechtsgeldige rechtskeuze is gedaan.
- Subjectieve verwijzing, eisen uit art. 22-25 –> partijen hebben zelf een rechtskeuze gedaan.
–> (let op forumkeuze is niet hetzelfde als rechtskeuze).
- art. 22: rechtskeuze kan worden uitgebracht voor of tijdens het huwelijk.
- art. 22 lid 1: kan enkel als rechtskeuze is gedaan van de gewone verblijfplaats of nationaliteit van (een van) hen ten tijde van sluiten ovk.
- art. 23: dit moet een schriftelijke, gedateerde ondertekende overeenkomst zijn.
- art. 24 en 25: extra vormvereisten.
OF
- art. 26: objectieve verwijzing. Als je geen rechtskeuze hebt gedaan of niet wordt voldaan aan de gestelde eisen. Dan naar art. 26 getrapte verwijzingsregel.
- lid 1 sub a: eerste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats, anders:
- sub bL gemeenschappelijke nationaal recht ten tijde van huwelijkssluiting, anders:
- sub c: nauwste band ten tijde van huwelijkssluiting.