Week 2 Flashcards
HR 6 oktober 1989 (Beklamel)
Onderwerp: (externe) bestuurdersaansprakelijkheid
Artikel: 6:162 BW
Essentie: de bestuurder is aansprakelijk indien hij wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet, of niet binnen een redelijke termijn, aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden voor de schade die de derde ten gevolge van die wanprestatie zou lijden
HR 10 januari 1997 (Staleman/van de Ven)
Onderwerp: (interne) bestuurdersaansprakelijkheid
Artikel: 2:9 BW
Essentie: bestuurder is aansprakelijk voor door de vennootschap geleden schade indien sprake is van een ernstig verwijt. Dit wordt beoordeeld a.d.h.v. de omstandigheden van het geval.
Omstandigheden zijn o.a. de aard van de door de rechtspersoon uitgeoefende activiteiten, de in het algemeen daaruit voortvloeiende risico’s, de taakverdeling binnen het bestuur, de eventueel voor het bestuur geldende richtlijnen en de gegevens waarover het bestuur beschikte of behoorde te beschikken ten tijde van de aan hem verweten beslissingen of gedragingen.
HR 29 November 2002 (Berghuizer Papierfabriek)
Onderwerp: (interne) bestuurdersaansprakelijkheid
Artikel: 2:9 BW
Essentie: In beginsel Staleman /van de Ven. Handelen in strijd met statutaire bepaling strekkende tot bescherming rechtspersoon, kan een zwaarwegende omstandigheid zijn waardoor sprake is van ernstig verwijt.
HR 8 December 2006 (Ontvanger/Roelofsen)
Onderwerp: (externe) bestuurdersaansprakelijkheid
Artikel: 6:162 BW
Essentie: de bestuurder kan bij niet betalen aansprakelijk zijn in twee situaties: 1. hij heeft gehandeld namens de vennootschap en 2. hij namens de vennootschap heeft bewerkstellig of toegelaten dat de vordering niet werd nagekomen.
Hierbij moet sprake zijn van een ernstig verwijt. In situatie 1 is sprake van een ernstig verwijt indien hij wist of redelijkerwijze behoorde te weten dat de vennootschap de verplichting niet zou kunnen nakomen of geen verhaal zou bieden aan een derde. In situatie 2 is sprake van een ernstig verwijt indien het handelen of nalaten van de bestuurder ten opzichte van de schuldeiser in de gegeven omstandigheden zodanig zorgvuldig is dat hem daarvan persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt.
HR 2 maart 2007 (Nutsbedrijf Westland/Schieke)
Onderwerp: (externe) bestuurdersaansprakelijkheid
Artikel: 6:162 en 2:9 BW
Essentie: een ernstig verwijt in de zin van 2:9 Bw kan doorwerken bij 6:162 BW indien 1. de o.d. is begaan bij taakvervulling van de bestuurder of 2. als sprake is van o.d. die in zodanig verband staat met de taakvervulling, dat de strekking van 2:9 zich verzet tegen verdergaande aansprakelijkheid.
HR 20 juni 2008 (Willemsen/NOM)
Onderwerp: (interne) bestuurdersaansprakelijkheid
Artikel: 2:9 en 2:11 BW
Essentie: doel van ernstig verwijt is bange bestuurders voorkomen.
Maatstaf ernstig verwijt van 2:9 BW is van toepassing indien een individuele aandeelhouder op eigen houtje een bestuurder aansprakelijk stelt i.v.m. bestuurderstaak op grond van o.d.
HR 23 november 2012 (Van de Riet/Hoffmann) (Spaanse Villa)
Onderwerp: toerekening aan vennootschap, beperking 2:9 BW
Artikel: 2:9 en 6:162 BW
Essentie: als een gedraging volgt uit de taak van deskundig dienstverlener en niet de taakuitoefening als bestuurder, is niet het verzwaarde criterium (ernstig verwijt) van 2:9 BW van toepassing.
Indien de OD kan worden aangemekrt als gedraging van een rechtspersoon, is dit OD van rechtspersoon. Beide rechtspersoon en persoon zijn dan aansprakelijk.
HR 5 september 2014 (Hezemans Air/X)
Onderwerp: verduidelijking Spaanse Villa
Artikel: 2:9 en 6:162 BW
Essentie: Spaanse Villa gaat niet om bestuurdersaansprakelijkheid maar of de persoon in het kader van zijn taak als deskundig bemiddelaar had gehandeld ijn strijd met de voor hem daarvoor geldende zorgvuldigheidsnorm.
HR 5 september 2014 (Financial Services/Kastrop)
Onderwerp: (externe) bestuurders aansprakelijkheid
Artikel: 2:9 en 6:162 BW
Essentie: Naast Ontvanger/Roelofsen, dient de voorzienbaar te zijn dat een crediteur schade leidt door het handelen van de bestuurder.
HR 30 maart 2018 (Van Nieuwburg/ TMF Management)
Onderwerp: (externe) bestuurders aansprakelijkheid
Artikel: 6:162 BW
Essentie:
Benadrukking belang persoonlijk ernstig verwijt.
Ook bij onvoldoende toezichthouden op taak medebestuurder, kan sprake zijn van aansprakelijkheid.
HR 8 Juni 2001 (Gilhuis q.q./Hamelinck) PANMO
Onderwerp: (externe) bestuurders aansprakelijkheid
Artikel: 2:248 BW
Essentie: er is slechts sprake van onbehoorlijk bestuur in de zin van art: 2:248 BW indien geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden hetzelfde had gehandeld.
HR 20 oktober 2006 (Van Schilt/Jansen q.q.)
Onderwerp: (externe) bestuurders aansprakelijkheid
Artikel: 2:248 lid 1 BW
Essentie: Onbelangrijk verzuim zoals termijnen en andere voorschriften tot openbaarmaking van de jaarrekening moeten niet te zwaar worden bestraft.
Een bestuurder kan het vermoeden weerleggen door aannemelijk te maken dat andere feiten of omstandigheden dan de onbehoorlijke taakvervulling (die vaststaat tenzij onbelangrijk verzuim), een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn.
HR 30 november 2007 (Messbauer/Jansen q.q.) BLUE TOMATO
Onderwerp: (externe) bestuurders aansprakelijkheid
Artikel: 2:248 lid 1 BW
Essentie: Aanvulling op Schilt/Janssen. Als bestuurder ook wordt verweten dat hij het intreden van de oorzaak van het faillissement niet heeft geprobeerd te voorkomen, moet de bestuurder feiten en omstandigheden stellen waaruit blijkt dat dit geen onbehoorlijke taakvervulling is. Als dat lukt, is curator afhankelijk van lid 1.
HR 14 maart 2008 (Lammers/Aerts q.q)
Onderwerp: (externe) bestuurders aansprakelijkheid en doorbraak
Artikel: 2:248 lid 7 en 2:11 BW
Essentie: beide artikelen hebben tot doel misbruik van rechtspersoonlijkheid voorkomen. Voor toepassing van 2:11 is niet van belang of de ex 2:248 aansprakelijke rechtspersoon formeel bestuurder of beleidsbepaler is van de failliete rechtspersoon.
Let op: de tweede graadsbestuurder moet wel echt bestuurder zijn.
HR 21 juni 2013 (Van der Meer q.q./Pieper) MY GUIDE
Onderwerp: doorbraak
Artikel: 2:11 BW
Essentie: 2:11 ziet op verhouding tussen eerstegraadsbestuurder en haar bestuurder, indien de eerstegraagsbestuurder een Nederlandse vennootschap is.
Indien de aansprakelijke bestuurder, een vennootschap is, kunnen de bestuurders daarvan aansprakelijk gehouden worden.