Week 2 Flashcards
Welke functies worden bekeken bij psychiatrisch onderzoek?
- algemene indruk
- bewustzijn
- waarnemingen
- denk vorm
- denk inhoud
- stemming
- affect
- psychomotoriek
- gedrag en motivatie
Wat betekend psychische functies?
Psychische functies = complexe interacties tussen het individu en diens omgeving:
- het zich bewust worden van informatie uit de omgeving en deze waarderen, wegen en toetsen aan eerder ervingen –> automatische spierbewegingen + tot op de omgeving gerichte handelingen
Uit welke functies bestaat de trias psychica?
- cognitieve functies: gedachten
- affectieve functies: gevoel
- conatieve functies: gedrag
Wat valt onder cognitieve functies?
- informatie waarnemen
- informatie opnemen
- vasthouden
- begrijpen
- ordenen
ect
Wat valt onder affectieve functies?
- stemming
- emoties
- vegetatieve verschijnselen
ect
Wat valt onder conatieve functies?
- motoriek
- motivatie
- impulsen
- gedrag
Welke punten omvat een psychiatrische diagnose allemaal?
- classificatie van syndroom volgens DSM-5
- betekenis die de symptomen hebben voor de patient
- fase van ontwikkeling, ernst, complicaties, uitbreiden van ziektebeeld
- predisponerende, laxerende, onderhoudende somatische, psychische en sociale etiopathogenetische factoren
- functioneel beperkingen
- factoren die van invloed zijn op het beloop en de behandeling
Welke 3 aspecten van bewustzijn zijn er?
- attentie-niveau
- inhoud
- reflectie op eigen zijn
Wat is het kenmerk, voorwaarden en storing passend bij attentie-niveau van bewustzijn?
Kenmerk: vlotte en adequate reacties op prikkels van buiten
Voorwaarden: intact zintuigen, hersenstam
Storing: verlaagd of verhoogd zijn
Wat is het kenmerken, voorwaarde en storing passend bij inhoud van bewustzijn?
Kenmerk: ervaring van het zelf en de omgeving
Voorwaarden: intact zintuigen, grote hersenen
Storing: onjuiste afgrenzing van het eigen ik ten opzicht van de omgeving
Wat is het kenmerk, voorwaarden en storing passend bij reflectie op het eigen zijn van bewustzijn?
Kenmerk: de mogelijkheid om te reflecteren over het eigen zijn
Voorwaarden: vermogen tot abstraheren en redenen
Storing: vaan onopgemerkt
Welke 3 vragen moet je beantwoorden bij het beoordelen van een persoon met verlaagd bewustzijn/bewustzijnsverlies?
- bewustzijnsniveau?
- lokalisatie?
- vermoedelijk oorzaak?
Welk neurologisch onderzoek wordt uitgevoerd bij een bewusteloze patient?
- glasgow coma-score: EMV
- pupilreacties
- cornea reflex
- oogbolmotoriek
- algemeen onderzoek
- meningeale prikkeling
- fundoscopie
Wat zijn kenmerken van een vegetatieve toestand?
- pt heeft ogen open maar voert geen opdrachten uit
- geen contact
- heeft waak/slaap ritme
- reactie op licht en geluid
- slikreflex, grijpreflex
- E4 M5 V1
Wat zijn kenmerken van akinetic mutism?
- is geen coma
- rigiditeit
- geen spontane bewegingen
- maken alerte indruk (oogbewegingen)
- geen spraak
- laesie: hydrocephalus, laag frontale bloeding
Wat zijn kenmerken van locked in syndrome?
- is geen coma
- typische coma score: E1 of E4, M1, V1 of Vt
- tetraparse
- aleen verticale oogbewegingen
- patient is alert
- psychische/emotionele belasting
Wat zijn kenmerken van minimally couscious state?
- Lijkt op vegetatieve toestand maar er zijn aanwijzingen voor awereness:
- simpele commando’s werden uitgevoerd of ja/nee respons geven
- adequate woorden geuit
- relevant gedrag: huilen/lachen, reactie op spraak van andere, objecten pakken en juist vasthouden, visual fixatie of tracking
Wat zijn de criteria voor een delirium?
- stoornis in het bewustzijn en de aandacht
- ontwikkelt zich in korte tijd, fluctueert
- verandering in cognitieve functies
- niet beter verklaard door neurocognitieve stoornis (dementie) of coma
- aanwijzing voor somatische (lichamelijke) oorzaak
Waarom is het belangrijk om een delirium te herkennen?
delirium is een teken van falende cerebrale reserve –> alarmsignaal voor:
- verhoogde kans op complicaties
- slechtere cognitieve en functionele prognose
- onafhankelijke voorspellen van mortaliteit
Epidemiologie van delirium:
- incidentie
* algemene populatie
* algemeen ziekenhuis
* hartchirurgie
* IC
- incidentie
- algemene populatie: >2%
- algemeen ziekenhuis: 5-32%
- hartchirurgie: 20-52%
- IC: 29-83% –> vooral bij beademde patiënten
Met welke gevolgen wordt een delier geassocieerd?
- verhoogde medische complicaties
- verhoogde morbiditeit
- verhoogde mortaliteit:
- 6-37% tijdens opname
- 14-25% in 6 maanden
Wat betekend het delirium model?
kwetsbaarheid domein (predisponerende factoren) staan in verband met luxeren domein (precipiterende factoren)
Noem een paar precipiterende factoren (laxerende factoren) van een delirium
sterk –> zwak
- grote operatie
- IC noodzakelijk
- Meerdere psycholoog-actieve medicijnen
- slaap deprivatie
- 1 slaap tablet
Noem een paar predisponerende (kwetsbare factoren) van een delirium
Hoog –> laag
- ernstige dementie
- ernstige ziekte
- multi-sensore tekorten
- gezonde oudere
Welke domeinen van aandacht zijn er?
Aandacht:
- te richten
- vast te houden
- te verplaatsen
Wat is het belangrijkste probleem bij een delier + wat is er afwijkend bij een delier hierin?
Kern van delier: bewustzijnsstoornis = verminderd besef van zichzelf en de omgeving
Problemen bij delier:
- renaciteit verlaagd = aandacht vasthouden verlaagd
- verhoogde afleidbaarheid
- viriliteit verlaagd = verminderde waakzaamheid
Welke andere symptomen kunnen voorkomen bij een delirium behalve bewustzijnsstoornis?
- geheugenstoornis
- stoornis van de executieve functies en taal
- stoornis van intellectuele functies: oordels- en kritiekstoornissen en realiteitsbesef verlaagd
- waarnemingsstoornis: vaak (complex) visueel
- denkstoornissen (gefragmenteerd denken)
- emotionele stoornissen
- neurologische symptomen
- slaap-waak stoornissen
- psychomotore ontregelen
- wahnstimmung/waanstemming: gevoel van naderend onheil
Welke factoren ondersteunen de waarschijnlijkheid van een delirium?
- ziekte patient > 40 jaar met verwardheid/blanco psychiatrische voorgeschiedenis
- patent kijkt niet bij je binnenkomst
- patient valt in slaap tijdens een gesprek
- patient met visuele hallucinaties in de nacht
Welke 3 motorische subtypes van een delirium zijn er?
- hyperactief-hyperalert –> kleine groep maar vaakst bij stervende pt
- gemend –> grooste groep
- hypoactief-hypoalert –> grootste groep
Wat kunnen acute oorzaken zijn van een delirium?
WHHHHIMPs:
- wernicke’s encephalopathy or withdrawal
- hypoxemia
- hypertensie encephalopathy
- hypoglycemia
- hypoperfusion
- intracranial bleeding
- meningitis or encephalitis
- poisons or medication
- seizures
Welke medicatie kan een delirium geven?
- opiaten
- sedativa
- corticosteroïden
- immunosuppresiva
- anticholindergica
- veel longmedicatie
- veel cytostatica
- veel psychofarmaca/drugs
Waaruit bestaat een behandeling van een delirium?
- behandel onderliggende somatische oorzaken
- niet-farmacologische behandeling
- psycho-educatie naasten
- medicamenteuze behandeling
- psychohygiënische maatregelen
Waar moet op gelet worden bij medicamenteuze behandeling van een delirium?
- Bij parkinson en Lewy body dementie: geen 1e generatie antipsychotica
- benzodiazepines geef effectiviteit bij delirium in algemeen:
- risico op langere duur van delirium
- benzodiazepines effectief bij:
- alcoholonthoudingsdelirum
- onttrekking delirium
- agitatie halopediol + benzo’s
Waaruit bestaat de psychohygiënisch maatregelen bij de behandeling van een delirium?
- cognitieve ondersteuning
- dehydratie/drinken verbeteren
- slaap verbeteren
- immobilisatie
- visus/gehoor beperking
- voeding verbeteren
Waar moet je altijd op letten bij een delirium?
Veiligheid van de patient: voorkomen van letsel bij een wilsonbekwamen patient:
- vraag hulp bij familie en bekende
- zo nodig, vrijheidsbeperkende interventie
Welke types + subtypes van geheugen zijn er?
- Decleratief:
* episodisch geheugen
* werkgeheugen (feiten) - Niet-decleratief: niet-bewust opgebouwd:
- procedueel:
- priming
- associatief geheugen:
- skeletspier
- emotioneel
In welk hersengebied zit het decleratief geheugen?
hippocampus en temporaal kwab
In welk hersengebied zit het procedueel geheugen?
- striatum
In welk hersengebied zit priming?
Neocortex
In welk hersengebied zit het associatief geheugen van skeletspieren?
cerebellum
In welk hersengebied zit het associatief geheugen van emoties?
amygdala