Week 14 Flashcards
Meest voorkomende oorzaken overlijden reizigers in het buitenland
- Hart- en vaatziekten
- Overige infecties
- Verkeersongevallen
- Terroristische aanslagen
- Natuurrampen
Risico’s voor de reis
- Reisgebonden risico’s: stress, jetlag, trombose, frequent flyer en vlliegangst.
- Persoonsgebonden risico’s: CV-risicoprofiel, medicatie, VG, risicoperceptie, vaccinatiestatus en operaties.
- Locatiegebonden risico’s: klimaat, oorlog, epidemie, lokale gezondheidszorg, sanitatie, infectieziekten, luchtverontreiniging, cultuurverschilen en verkeersveiligheid.
- Activiteitsgebonden risico’s: ploegendienst, meerdaagse werkweek, fysieke belasting, mentale belasting, risicogedrag en avontuurlijke reis.
Risico’s tijdens de reis hulpmiddelen
Hulpmiddelen zijn ErasmusMC TropenTelefoon en tropenmailbox.
LARISA
Diagnostisch proces ziektes na de reis:
- Locatie
- Activiteiten
- Reiziger
- Incubatietijd
- Syndromen
- Aanvullend onderzoek
Belangrijk aspect locatie
Lokaliseren epidemieën
Belangrijk aspect activiteiten
Belangrijk voor anamnese bij bijv. malaria, rabiës.
Overdracht rabiës
Voornamelijk honden en katten. Kan ook door jakhals, aap en mangoest maar komt niet vaak voor.
Belangrijke aspecten reiziger
Iedereen heeft andere risico’s. Sommige mensen kunnen hierdoor meer kans of risico’s hebben op bepaalde ziektes.
Wat is belangrijk aan de incubatietijd?
Kan bepaalde ziekten uitsluiten
Wat is belangrijk aan de syndromen
Bij meeste mensen komen koorts, huidafwijkingen en/of gastro-intestinale klachten voor (80%).
De met koorts terugkerende reiziger DD: met koorts?
- Malaria
- Geen malaria
De met koorts terugkerende reiziger DD: geen malaria.
- Gastro-enteritis, LWI
- Leukocyten
De met koorts terugkerende reiziger DD: leukocyten
- Leukocytose
- Geen leukocytose
De met koorts terugkerende reiziger DD: leukocytose
- Bacteriële infectie
- Amoeben leverabces
- Relapsing fever
- Leptospirose
De met koorts terugkerende reiziger DD: geen leukocytose
- Dengue
- Rickettsiose
- Buiktyfus
- Brucellose
Alarmsymptomen terugkomende reiziger
–> inschatten?
- Hoge koorts (>41 graden)
- Huid- en/of slijmvliesbloedingen
- Hypotensie
- Hypoxemie
- Ernstige dehydratie
- Meningisme
- Veranderd bewustzijn
Inschatten:
- Mate van progressie klachten
- Ernst van ziekte
- Besmettelijkheid
De met diarree terugkerende reiziger DD: eerste stap?
- Acuut <4wk: bacteriel of protozoair.
- Chronisch >4wk: protozoair, IBS, tropische spruw of IBD
De met diarree terugkerende reiziger DD: acuut
- Koorts: bloed of geen bloed.
- Geen koorts: bloed of geen bloed.
De met diarree terugkerende reiziger DD: acuut + koorts
Bloed:
- Bacillaire dysenterie (Shigella)
- Campylobacter entercolitis
Geen bloed:
- Salmonella enteritis
- Enterotoxigene E. coli
- Shigella, campylobacter
- Iedere infectie bij kinderen
- Malaria
De met diarree terugkerende reiziger DD: acuut + geen koorts
Bloed:
- Komt eigenlijk niet voor: Amoebiasis, Balantidium coli.
Geen bloed:
- Reizigersdiarree (ETEC)
- Staphylococcen toxine
- Virale enteritis
- Toxine in voedsel
- Clostridium perfringens
De met diarree terugkerende reiziger DD: chronisch
Bloed: infectie of niet infectie
Geen bloed: vet of geen vet
De met diarree terugkerende reiziger DD: chronisch + bloed
Infectie:
- Amoebiasis
- Balantidium coli
- S. mansoni
- Ernstige trichuris infectie
Geen infectie:
- Colitis ulcerosa
- M. Crohn
- Colon ca
- Colon poliepen
De met diarree terugkerende reiziger DD: chronisch + geen bloed
Vet:
- Giardia lamblia
- Tropische spruw
- Coeliakie
- Pancreas-insufficiëntie
Niet vet:
- Post-dysenterie syndroom
- Spastisch colon
- Lactose intolerantie
De met een huidafwijking terugkerende reiziger: kenmerken
- Vlekvormig
- Blaas en blaarvormend
- Subcutane zwelling of knobbels
- Bewegend
- Lijnvormig
- Papels
- Jeukend
- Zwerend
- Woekerend en wratachtig
Verwekker malaria
- Soorten
- Ziektebeelden
Plasmodium. Het is een parasitaire protozoa met >200 soorten. 5 zijn infectieus voor mensen:
- Plasmodium falciparum: malaria tropica
- Plasmodium vivax: malaria tertiana
- Plasmodium ovale: malaria teritana
- Plasmodium malariae: malaria quartana
- Plasmodium knowlesi: apenmalaria
Ontwikkelingscyclus plasmodium
- Sporozoieten: mug injecteert virus waarna het naar de lever gaat.
- Ontwikkeling in lever: 6-12 dagen. Bij P. vivax en ovale: hypnozoieten in de lever, lange incubatie tijd (mnd) waardoor een uitgestelde aanval.
- merozoiten uit lever –> schizonten.
- Erytrocaire cyclus: asexuele deling, 12-32 merozoieten; replicatie 24-72 uur. Dit is de pathogene fase.
- Erytrolyse: vrijkomen merozoieten plus malaria antigenen, pigment en pyrogeen –> koorts.
- Sommige cellen differentieren naar gametocyten, die een mug weer op kan zuigen en verder kan verspreiden.
Koorts patronen malariasoorten
P. vivax/ovale: koortspieken elke 48 uur.
P. malariae: koortspieken elke 72 uur.
P. falciparum: geen karakteristieke koortspieken.
P. knowlesie: replicatietijd is 24 uur, maar je ziet geen synchronisatie.
Beloop malaria infectie
- Incubatietijd soorten
- Voortekenen
- Aanval
Incubatietijden:
- P. falciparum: 8-14 dgn
- P. vivax: 12-17 dgn
- P. ovale: 16-18 dgn
- P. malariae: 18-40 dgn
- P. knowlesie: ?
Voortekenen: grieperig –> vermoeidheid, hoofdpijn, slechte eetlust, misselijkheid, lendenpijn, gewrichtspijn en diarree.
Aanval: alle soorten geven koots. Bij P. falciparum en P. knowlesie geen karakteritieke koortspieken. Ook zie je uitgestelde aanvallen vanuit hynozoieten:
- P. vivax: 5 jaar (meestal <1jr)
- P. ovale 2 jaar (meestal <1jr)
Waarom verloopt een p. falciparum infectie ernstiger dan de andere malaria soorten?
- Dit is afhankelijk van de invasie van de ery’s:
- P. vivax/ovale: alleen jonge ery’s.
- P. malariae: alleen oude ery’s.
- Pl falciparum: alle ery’s, dus geen natuurlijke begrenzing van de parasitaemie. - Sequestratie van geïnfecteerde ery’s: malariaparasieet ontwikkelt zich in de ery en brengt op de buitenkant een eiwit tot expressie, waardoor deze zich vastgrijpt aan de endotheelcel en de ery vast komt te zitten. Hierdoor wordt de doorstroomsnelheid lager en gaat de capillair vastzitten, wat een zuurstoftekort en orgaanschade tot gevolg heeft.
Belangrijkste symptomen malaria
- Koorts: alle soorten –> verhoogd CRP.
- Anemie: alle soorten –> verlaagd Hb, trombopenie.
- Orgaanfalen: p. falciparum (p. knowlesie) –> verhoogd lactaat.
Diagnostiek malaria
- Dikke druppel uitstrijk: gouden standaard. Je droogt het preparaat waardoor de cellen kapot gaan en de parasieten zich concentreren in 1 laag.
- Ag-sneltest
- Quantitative buffy coat analyse
- Serologische testen
- PRC (conformatie plasmodium soort)
Stadia erytrocyt
Trofozoïet (ringvorm) –> schizont –> gametocyt.
Therapie malaria
- P. malariae en P. knowlesie: chloroquine
- P. vivax en P. ovale: chloroquine + primaquine (voor de hypnozoieten)
- P. falciparum: afhankelijk van de klinische criteria
Ongecompliceerd: malarone, mefloquine, riamet.
Gecompliceerd: klinische en parasitologische criteria –> parasitemie (>2-5%) en delingsvormen (schizonten) –> artesunate i.v.
Dengue verwekker
Aedes aegypti en aedes albopictus. Kenmerken:
- Enkelstrengs RNA virus met opgeborgen capside
- Envelop is het meest immunogeen
- Familie flavivirussen, 4 serotypen die erg op elkaar lijken
- Mate van (tijdelijke) kruisbescherming is afhankelijk van mate van overeenkomst in aminozuren E-eiwit
Vector dengue kenmerken
Vooral in bevolkte gebieden en steekt bij voorkeur overdag of in de vroege avond (malariamug juist in de nacht). Komt meestal niet voor boven de 1000m. Een besmette mug kan levenslang het virus overdragen en de eieren kunnen droogte ook langdurig weerstaan.
Welke gebieden komt Dengue veel voor?
Latijns-Amerika, Afrika en Azië
Klinische verschijningsvormen Dengue
- Aspecifieke koortsende ziekte (maar in 87% geen klachten of nauwelijks klachten)
- Klassieke Dengue fever (DF)
- Dengue Hemorrhagic fever
- Dengue Shock Syndrome
Klinische verschijnselen Dengue
Van meest naar minst voorkomende klacht:
- Koorts
- Hoofdpijn
- Spier- of gewrichtspijn
- Huiduitslag
- Misselijkheid
- Diarree
- Buikpijn
- Braken
Incubatietijd Dengue
3-14 dagen (meestal 4-7 dagen)
Diagnostiek Dengue
Diagnose wordt vermoed indien reis naar een endemisch gebied, koorts en 2 andere criteria:
- Misselijkheid en braken
- Uitslag
- Pijn
- Positieve tourniquet test: bij aanbrengen tourniquet op de arm zie je puntbloedingen ontstaan op de onderarm
- Leukopenie
- Alarmsymptoom: buikpijn of gevoelige buik, aanhoudend braken, klinische aanwijzingen voor vochtophopingen, slijmvliesbloeding, rusteloosheid of lethargie, leververgroting of in lab stijging hematocriet met gelijktijdige daling bloedplaatjes
Primaire en secundaire infectie dengue antilichamen
Primair: IgG en IgM (IgM daalt wel snel weer), gepaard met hoge viremie, NS1-Ag en klachten zoals koorts.
Secundair: IgG al basisniveau wat dan snel stijgt, klein beetje IgM, lage viremie, lage NS1-Ag en minder klachten.
Wat zie je bij ernstige Dengue?
Ernstige shock en respiratoir falen, ernstige bloedingen en orgaanfalen.
Wanneer is er een hogere kans op Dengue hemorrhagic fever (DHF)?
- Bij pre-existente Dengue antisstoffen. Er vindt dan een proces immune enhancement plaats: antistoffen tegen type I foppen die van type II, maar kunnen het niet neutraliseren. Hierdoor kan type II zich sneller in de cellen manifesteren waardoor je een ernstigere infectie krijgt.
- Epidemie met 2 of meer serotypen
- Hoge viremie
- Aziatisch genotype
Dengue behandeling
Er is geen curatieve behandeling, maar alleen ondersteunende behandelingen en behandelingen gericht op het verlichten van de klachten. Er zijn wel experimentele behandelingen:
- Antivirale middelen
- Monoklonale antistoffen
Er zijn ook vaccins, maar ze zijn kostbaar. Ze beschermen wel tegen alle 4 de serotypen en levenslang.