Week 11 Flashcards
Autoimmuunziekte
Ziekte waarbij het afweersysteem zich richt tegen lichaamseigen bestanddelen/lichaamseigen antigenen
Vasculitis
Ontsteking van de bloedvaten waarbij het klinisch beeld afhankelijk is van een plaats en kaliber van de aangedane bloedvaten
Vasculitis indeling
- Groot
- Middelgroot
- Klein
Waarom vasculitis indeling naar grootte?
Heeft invloed op de klinische presentatie, pathogenetische mechanisme en de behandeling.
Pathogenese vasculitis grote vaten
In de adventitia wordt de dendritische cellen geactiveerd. Ze gaan echter niet naar de lymfklieren om te presenteren aan lymfocyten, maar ze blijven liggen. De lymfocyten komen dan alsnog bij de dendritische cellen, omdat de adventitia van een groot bloedvat heeft ook nog hele kleine vaatjes heeft. De lymfo’s maken dan cytokines, waardoor er een steeds sterker inflammatoir proces ontstaat: hierdoor wordt de vaatwand steeds dikker en zwakker.
Pathogenese vasculitis kleine vaten
- Immuuncomplexen: antistoffen binden aan antigen, wat een immuuncomplex vormt. Normaal moet dit worden opgeruimd, maar soms worden er zoveel complexen gemaakt dat ze niet meer opgeruimd kunnen worden en ze neerslaan op de vaatwand. Neutrofielen proberen ze dan op te ruimen, wat vaatschade geeft. Hierdoor krijg je een ontstekingsreactie, die leidt tot vaatschade.
- ANCA: dit zijn antistoffen gericht tegen neutrofiele granulocyten, met name gericht tegen PR3. Deze zich bevinden in het cytoplasma van de neutrofiele granulocyt. Bij activatie van de neutrofiele granulocyten gaat het antigeen vanuit het cytoplasma aan de buitenkant liggen, waardoor ANCA erbij kan. Hierdoor krijg je een up-regulatie van adhesiefactoren, waardoor ze gaan plakken aan de vaatwand en een ontsteking ontstaat.
Oorzaak klachten vasculitiden
Vrijkomen inflammatoire cytokinen:
- Algemene malaise
- Koorts
- Gewichtsverlies
- -> ischemische schade –> bloedingen.
Kenmerken vasculitiden
- Subacuut beloop (weken-maanden)
- Pijn
- Tekenen van ontsteking (koorts, rash, artritis)
- Multiorgaan dysfunctie
Gevolgen vasculitis
- Vernauwing
- Trombose
- Vaatruptuur
Diagnose vasculitis
Biopt. Bij grote vaten CT-contrast (je ziet dan een soort kralensnoer).
Soorten vasculitis middelgrote vaten
- Polyartritis nodosa
- Ziekte van Kawasaki
Polyartritis Nodosa
- Kenmerken
- Behandeling
Kenmerken:
- Aspecifiek begin
- Vasculitis fase: huid, zenuwen, tr. digestivus, hart.
- -> associatie hepB infectie!
Behandeling:
- Hepatitis behandeling
- Prednison + cyclofosfamide
Ziekte van Kawasaki
- Kenmerken
- Behandeling
Kenmerken:
- Incidentie 10/100.000, mogelijke associatie COVID-19.
- Vasculitis van de coronairen
Behandeling:
- Gammaglobuline + aspirine (preventie coronair lijden)
Soorten vasculitis kleine bloedvaten
- Henoch-Schönlein
- Hypersensitivity vasculitis
- Cryoglobulinaemie
Henoch-Schönlein
- Pathogenese
- Kenmerken
- Diagnose
- Behandeling
Pathogenese: hierbij worden immuuncomplexen van type IgA gevormd, wat bindt aan een antigen en uiteindelijk gaat neerslaan, met name in de huid (onder anderen vanwege een lagere temperatuur).
Kenmerken:
- Begint met keelontsteking, meestal in kinderen.
- Purpura
- Artritis
- Buikklachten
- Nierbetrokkenheid
- Koorts
- Bloederige diarree en hematurie
Diagnose:
- Biopt: leukocytoclastische vasculitis en IgA deposities.
Behandeling: expectatief, bij aangedane nier steroïden en/of NSAIDs.
Hypersensitivity vasculitis
Vasculitis t.g.v. medicatie, beperkt zich tot de huid. Er is hier geen IgA depositie, in tegenstelling tot bij Henoch-Schönlein. Zie je meestal 10 dagen na begin geneesmiddel, prognose is goed en verdwijnt na 1-4 weken.
Cryoglobulinaemie
- Wat is het
- Typen
- Behandeling
Wat is het: er zijn hier antistoffen (cryoglobulines) die neerslaan onder koude omstandigheden
Typen:
I. IgG, hyperviscositeit. Geassocieerd met maligniteiten.
II. IgM, vasculitis. Geassocieerd met hepC, reumatische ziekte, maligniteit en idiopathisch.
III. Vasculitis. Geassocieerd met hepC, reumatische ziekte of idiopathisch.
Behandeling:
- HepC+ dan alfa interferon + ribavirine.
- Levensbedreigend: hoge doseringen steroïden + cyclofosfamide
- Rituximab
GBS
- Wat?
- Incidentie?
Wat?
Buillain-Barré is een acute post-infectieuze polyradiculoneuropathie, waaraan vorafgaande een infectie of vaccinatie is geweest (1-4 weken voor begin van de neurologische uitval). Het is een monofasische ziekte met een snel progressief begin, spontaan herstel en een recidiefkans van <5%.
Incidentie?
1-2 per 100.000 per jaar, treed op bij voorheen gezonde personen, meer mannen dan vrouwen en heeft een toename met de leeftijd.
GBS klinische kenmerken
a. Snel progressieve parese van de armen/benen en areflexie.
b. Gelaatszwakte en/of slikstoornissen (50%).
c. Gevoelsstoornissen (80%).
d. Respiratoire insufficiëntie (25%).
e. Autonome dysfunctie (15%).
GBS varianten
- Puur motore GBS (geen gevoelsstoornissen.
- Miller Fisher syndroom (MFS): ophtalmolegie, ataxie, areflexie.
Behandeling en prognose GBS
Behandeling: i.v. immunoglobuline.
Prognose: 25% overlijdt of heeft een ernstige invaliditeit.
Diagnose GBS
Lumbaalpunctie
Polyradiculoneuropathie
- Wat?
- Microscopisch?
Wat? –> beschadiging van de perifere zenuwen en zenuwwortels.
Microscopisch? –> AIDP (inflammatory demyelinating neuropathy) beeld, een soort zwarte ring.
Waarom is GBS geen typische klassieke auto-immuunziekte?
a. Niet vaker bij vrouwen dan bij mannen (M:V ratio 3:2).
b. Geen associatie binnen families.
c. Geen associatie met andere (klassieke) auto-immuunziekten.
d. Geen verbetering na corticosteroiden.
Antistoffen GBS
Antistoffen tegen gangliosiden. Motore variant: GalNAc-GD1a, GD1a, GM1b en GM1.
Miller Fisher variant: GQ1b, GT1a, GT1b, GD1b, GD2 en GD3.
Pathogenese GBS
Het ontstaat als gevolg van molecular mimicry. Er komt dan een auto-immuunreactie op autoantigenen die sterk lijken op de antigenen van de campylobacter jejuni. Het complement wordt dan vervolgens geactiveerd, waarbij je depositie van C3b en het MAC ziet. Hierdoor ontstaat er dan inflammatie.
Kenmerken campylobacter jejuni
- Wat?
- Symptomen?
- Diagnose?
- Behandeling?
Wat? Het is een spiraalvormige, gram-negatieve, microaerofiele bacterie. Gevogelte en runderen zijn de belangrijkste besmettingsbron.
Symptomen? Het is hierbij de meestvoorkomende bacteriele oorzaak van diarree, die meestal een self-limiting gastro-enteritis of asymptomatische infectie geeft.
Diagnose? D.m.v. een faeceskweek of serologie
Behandeling? Ciprofloxacine, erythromycine, azithromycine of norfloxacine.
Voorwaarden endocarditis
- Bacteriëmie: door bijv. slechte gebitsverzorging of i.v. drugsgebruik.
- Abnormaal cardiaal endotheel: door bijv. trombo- of fibrineneerslag, waarop micro-organismen kunnen neerslaan en een vegetatie kunnen vormen.
Risicofactoren endocarditis
- Afwijkende (aangeboren) hartklep
- Aanwezigheid van pacemaker
- Aanwezigheid van kunstklep
- Eerder endocarditis hebben doorgemaakt
Pathogenese endocarditis
- Schade aan endotheel van endocard.
- Depositie trombo’s en fibrine (niet bacteriële trombotische endocarditis).
- (Transiente) bacteriëmie.
- Adherentie aan en kolonisatie van NBT-lesie.
- Snelle bacteriële groei en toename depositie trombo’s en fibrine.
Endocarditis classificatie
Acuut:
- Fulminant beloop
- Hoge koorts
- Systemische toxiciteit
- Snel levensbedreigend
Subacuut:
- Traag indolent beloop
- Subferiele temperatuur
- Nachtzweten
- Gewichtsverlies
- Vage systemische klachten
Symptomen en bevindingen endocarditis
Symptomen: koorts, rillingen, kortademigheid, zwakte.
Bevindingen: temp >38 graden, hartgeruis, embolie, huidafwijkingen, splenomegalie, trommelstokvingers.
Bijzondere klinische manifestaties endocarditis
- Osler knobbeltjes
- Janeway lesies
- Roth’s spots
- Splinterbloedingen
- Trommelstokvingers