Week 13 Flashcards
Wat voor tests worden gedaan bij een zonlichtovergevoeligheidsreactie (chronische polymorfe lichtdermatose)?
Tests ter bepaling van welk deel van het zonlichtspectrum de huid overgevoelig maakt, adhv bepaling minimale erytheemdosis (MED)
Chronische polymorfe lichtdermatose kan jaarlijks in het voorjaar preventief adequaat worden behandeld middels UVB- of UVA-harding
Welke huidaandoeningen worden verergerd door zonlichtexpositie?
Oa lupus erythematodes of eczeem, makkelijk huidmaligniteiten bij xeroderma pigmentosum
Door het gebruik van sommige geneesmiddelen, zoals bijvoorbeeld het antibioticum minocycline kan zonlicht minder goed worden verdragen
Welk UV-licht dringt dieper in de huid?
UVA. Hoe langgolviger het licht, hoe dieper het UV licht de huid binnendringt.
Op welke twee belangrijke manieren kan warmteafgifte via de huid gerealiseerd worden?
1 Vasodilatatie van de bloedvaten in de dermale papillen.
2 Toename zweetproductie via de eccriene zweetklier.
Hoe kan psoriasis guttata behandeld worden?
Deze reageert goed op UVB-lichttherapie. Het werkingsmechanisme van deze behandeling berust op de immuunsuppressieve effecten.
Speelt zonlicht een pathogenetische rol bij rosacea?
Ja, zonlicht veroorzaakt warmte-geïnduceerde roodheid in het gelaat door vasodilatatie. Hierdoor meer kans op inflammatie in de huid, waardoor rosacea verergerd kan worden.
Therapie: minocycline 1 dd 100 mg per os gedurende 1 maand en metronidazol crème voor lokaal gebruik.
Welke huidziekten zijn lichtgevoelig?
Positief:
-Psoriasis vulgaris
-Atopisch eczeem
Negatief:
-Lupus erythematosus
-Acne vulgaris
-Rosacea
-HSV
-Erythema multiforme
Welke van de volgende anatomische lokalisaties worden bij een fotodermatose doorgaans gespaard?
-Infranasale regio
-Nates
-Voetzolen
-Bovenste oogleden
-Buik
Welke medicijnen kunnen fotoallergische en/of fototoxische reacties veroorzaken?
Enkel systemische middelen:
Amiodaron
Chloorpromazine
Ibuprofen
Minocyline
Minoxidil
Wat zijn risicofactoren voor het ontwikkelen van een melanoom?
Zonexpositie, een veranderende moedervlek, klinisch atypische naevi, melanoom in de voorgeschiedenis en een positieve familie anamnese
Noem drie potentieel nadelige effecten van te vaak en te veel zonnen
1 Immuunsuppressie, waardoor meer infectie en huidkanker
2 Meer cumulatieve DNA-schade, waardoor meer huidkanker
3 Snelle huidveroudering
Noem drie fysiologisch gunstige effecten van UV-straling voor een menselijk lichaam
1 Bruining, waardoor betere bescherming tegen UV-schade
2 Stimulatie vitamine D produktie
3 Stimulatie endorfine produktie (‘anti-depressief effect’)
Hoe vaak komt psoriasis voor?
2-3% van de bevoling
Welke soorten psoriasis zijn er?
-Chronische placque psoriasis (psoriasis vulgaris): 85%
-Guttate psoriasis (kleine rode plekken): <10%
-Inverse/ flexural psoriasis: <5%
-Pustulaire psoriasis: <5%
-Erythrodermische psoriasis: <5%
Wat zijn de uiterlijke kenmerken van (placque) psoriasis?
-Rode, schilferende plekken
-Jeuk
-Strekzijden extremiteiten (itt eczeem aan buikzijde)
-Kaarsvet fenomeen: bij krabben wordt het witter
-Koebner fenomeen: waar de huid kapot gaat kan je psoriasis plekken krijgen
Wat zijn de kenmerken van psoriasis in een biopt?
-Hyperparakeratose
-Psoriasiform verlengde retelijsten
-Perivasculair lymfocytair ontstekingsinfiltraat
-Hypogranulose
-Gedilateerde capillair in papiltop
-Neutrofielen (microabces van Munro)
Wat is de rol van genen bij psoriasis?
Erfelijke aandoening, 73 bekende gevoeligheidgenen voor psoriasis, etnische verschillen genen
Welke comorbiditeiten kunnen optreden bij psoriasis?
- Cardiovasculair
- IBD
- Metabool syndroom (diabetes, obesitas).
1/5 hebben artritis
Behandeling helpt
Hoe wordt de ernst van psoriasis beoordeeld?
PASI score (psoriasis area severity index, 0-72), geen artritis score bij
Welke factoren spelen een rol bij de ontwikkeling van psoriasis?
Genen + externe factoren (microbioom, stress enz)
Microbioom zorgt ervoor dat je immuunsysteem rijper wordt als je kind bent
Beschrijf de pathogenese van psoriasis
Th1 Th17 aandoening:
1. Door stimulus produceert keratinocyt pro-inflammoire cytokines
2. Activatie Th1 en Th17
3. Th1 produceert TNF-a (pro-atherogeen) en Th17 produceert IL-17 (pro-anti atherogeen)
Ook recruitment neutrofielen
Welke cytokines spelen een belangrijke rol bij psoriasis?
IL-17, IFN, IL-36. Bij pustulaire psoriasis (0,5%) IL36 op voorgrond, placque psoriasis IL17, paradoxicale psoriasis IFN
Hoe wordt de ernst van psoriasis ingedeeld?
Mild: <3% opp
Matig: 3-10%
Ernstig: >10%
Hoe wordt psoriasis behandeld?
- Zalf met corticosteroiden
- Fototherapie
- Systemisch (altijd bij artritis)
Wat zijn de kenmerken van psoriasis tijdens de zwangerschap?
Certulizumab (anti TNF injectie subcutaan) gaat niet door placenta heen
Bij zwangerschap gaat het meestal beter met psoriasis, slechter met eczeem door type Th2 inflammatie bij zwangerschap dat Th1 en 17 tegenwerkt
Wat is het verschil tussen waar psoriasis en eczeem voorkomen?
Eczeem op vochtige huidgebieden (plooien), psoriasis op droge huidgebieden. Microbioom anders op vochtige en droge huid
Wat is het effect van sporten op het microbioom?
Bij high intensity training kun je bacterien opwekken die omhoog gaan en anti inflammatoir werken (gunstig bij alle immuunziekten)
Welk micro-organisme is belangrijk bij het ontstaan van seborroisch eczeem?
Gistcel pityrosporum in talgklierrijke huidgebieden
Wat zijn de kenmerken van huidinfecties?
-Exogeen: van een extern reservoir
-Endogeen: vanuit dragerschap bv bij chirurgische ingreep, lactatie
Wat zijn de kenmerken van huidmanifestaties van infectieziekten?
-Primaire oorzaak elders in het lichaam
-Exanthemen, septische embolieen
Hoe vormt de huid een barriere tegen infecties?
-Hoornlaag
-Talg (lipiden)
-Antimicrobiele peptiden
-Huidflora
Hoe is de huid opgebouwd?
Epidermis: hoornlaag, lucidum (soms), granulosum, spinosum (grootste laag), basale
Dermis: 70% collageen, 30% elastine, zweetklieren, zenuwen, vaten, haarfollikel, onderhuidse vet
Wat zijn de belangrijkste bacteriele verwekkers van huidinfecties?
Vaakst voorkomend, pussende infecties
Grampositieve kokken - pyodermie
* Staphylococcus aureus
* Streptococcus pyogenes (meestal groep-A-streptokokken, soms B,C of G), kan complicaties geven
Gramnegatieve staaf
* Pseudomonas aeruginosa (vaak secundair)
Welke pyodermieen zijn er?
Oppervlakkig naar diep:
* Impetigo vulgaris/bullosa
* Ecthyma
* Folliculitis/furunkel/carbunkel
* Erysipelas
* Cellulitis
* Fasciitis necroticans
Wat zijn de kenmerken van impetigo vulgaris (krentenbaard)?
-Oppervlakkig: stratum corneum en granulosum
-90% s. aureus, 10% streptococcus pyogenes
-Besmettelijk, jonge kinderen
-Primair door direct contact of secundair
-Rond mond door kwijlen, verstoort huidbarriere
-Goudgele crustae
Hoe wordt impetigo vulgaris behandeld?
-Lokaal: korsten afwassen,
* antiseptisch, antibiotisch
-Per os: antibiotisch
* Flucloxacilline
* Strept gr A systemisch
Wat zijn de kenmerken van impetigo bullosa?
-Oppervlakkige blaasjes
-Exfoliatieve toxinen producerende S. aureus zorgen voor splijting oppervlakkig in huid (groep 2 coagulase-positieve stafylokokken)
-Lijkt op SSSS (stafylokokken scalded skin syndrome) dat wel levensgevaarlijk is
Hoe worden bulleuze impetigo en SSSS behandeld?
Bulleuze impetigo: AB lokaal of oraal
SSSS: systemische AB- iv of oraal
Wanneer kunnen secundaire huidinfecties optreden?
Bij verstoorde huidbarriere:
Eczeem
Wonden / trauma
Door krabben
Chronisch (lymf)oedeem
Navelstomp
Herpes simplex/zoster
Schimmel infecties
Parasitaire infecties
Etc!
Wat zijn de kenmerken van ecthyma ulcus?
Diepere necrotiserende variant van impetigo
Vaak streptokokken of PVL-positieve S. aureus
Pijnlijk en roodheid eromheen
Wat zijn de kenmerken van folliculitis?
- Oppervlakkige ontsteking haarzakjes
- Pustels, roodheid en pijn
- S. aureus
- Pityrosporon: monomorfer beeld, relatief weinig erytheem, jeukende miliaire pustels
- Provocerend: trauma (scheren), occlusie (bv olie, strakke broeken,
zittend werk), topicale corticosteroïden
Hoe wordt folliculitis behandeld?
Provocerende factoren staken, antiseptica, AB
Wat zijn de kenmerken van een furunkel?
- Acuut necrotiserende ontsteking haarzakje
- Koorts, malaise
- S. aureus
- Furunculosis
Kunnen na tijdje samenvloeien tot carbunkel
Hoe wordt een furunkel/ carbunkel behandeld?
– Ontlasten
– AB, desinfect
– Recidieven: Dragerschap
Wat zijn de kenmerken van erysipelas?
- Acute bacteriële infectie dermis, opp. subcutis en opp. lymfevaatjes
- Pyogene streptokokken, zelden S. aureus
- Vaak hoge koorts, koude rillingen, malaise
- Scherp begrensd erytheem, oedeem, induratie, warm
– soms blaren
Wat zijn risicofactoren voor erysipelas?
Verstoorde huidbarrière
- Porte d’entree
- Veneus, lymfoedeem
- Diabetes mellitus
Hoe wordt erysipelas behandeld?
- Flucloxacilline, clindamycine iv of oraal
- Oedeem verminderen dmv ambulante compressie na de acute fase (zwachtelen, steunkous)
Recidiverende erysipelas: maandelijks benzylpenicilline i.m
Wat zijn de kenmerken van cellulitis?
- (Sub)acute/ chronische bacteriële infectie dermis, subcutis
- Meerdere verwekkers: o.a. Streptokokken, S. aureus, soms H.influenzae ea
- Minder scherp begrensd
- Patiënt kan erg ziek zijn
Wat zijn risicofactoren voor cellulitis?
Verminderde lymfe afvloed, arteriële/ veneuze circulatie, huidbarrière, obesitas
Wat zijn de kenmerken van necrotiserende fasciitis?
- Medisch spoedgeval, hoge mortaliteit
- Mengflora of mono-microbieel: groep A
streptokokken (10-15% van totaal
verwekkers) - Onscherp begrensd erytheem, pijn en zwelling (extremiteiten, romp, perineum (Fournier’s gangreen, gevolgd door roodpaarse tot donkerblauwe verkleuring en bullae (haemorrhagisch), waarna zwarte necrose (minder pijn)
Wat zijn risicofactoren voor necrotiserende fasciitis?
- Trauma (brandwond, chirurgie)
- IV drugsgebruik
- Varicella
- Bestaande weke delen infectie
- Algemeen: Immunosuppressie, DM, ondervoeding, alcoholisme, leeftijd > 60, verminderde nierfunctie, maligniteit, perifeer arterieel vaatlijden
Hoe wordt necrotiserende fasciitis behandeld?
Ruime excisie!
En AB obv verwachte verwekker(s)
Wat zijn de belangrijkste virale huidinfecties?
- Herpes-simplex-virus type 1 en 2
- Varicella zoster virus
- Humaan papillomavirus (HPV)
- Molluscum-contagiosum-virus
Wat zijn de kenmerken van HPV?
- > 150 genotypen bekend
- Cutaan / mucosaal
- Oncogeen/ niet-oncogeen
- A- /Symptomatisch
– Verrucae vulgaris
– Verrucae plana
– Condylomata acuminata
Wat is de uiting van een HPV huidinfectie?
Wratten (verruca)
Wat zijn de kenmerken van mollusca contagiosa?
Waterwratten:
* M.n. bij kinderen, epidemieën
* Spontane genezing
* Uitgebreid bij atopisch eczeem
* Volwassenen: vaak genitaal regio
* NB uitgebreide infecties op volwassen leeftijd kunnen wijzen op een afweerstoornis
Wat zijn de kenmerken van een HSV infectie?
- Primoinfectie: herpes gingivostomatitis
- Vesikels in hetzelfde stadium
- Recidief: vanuit sensibele ganglia
- Luxerend: zonlicht, stress, menstruatie, koorts , trauma
Wanneer worden HSV 1/2 infecties behandeld?
- Secundaire bacteriële infectie
- Frequente recidieven
- Immuungecompromitteerden en andere ernstige gecompliceerde infecties
Kan snel verspreiden bij eczema herpeticum
Wat zijn de kenmerken van dermatomycose (ringworm)?
Oppervlakkige schimmelinfectie met dermatofyten
* Huid, nagels, haren
* Hecht niet aan mucosa
Dermatomycose leeft van keratine dus in huid met hoornlaag (niet slijmvliezen)
Wat zijn risicofactoren voor dermatomycosen?
Gastheerfactoren:
- lokale factoren huid
- vochtigheidsgraad en temp
- onderliggend: endocrien
(DM), afweerstoornis
Wat is een onychomycose?
Schimmelinfectie van de nagels
Hoe wordt tinea capitis (haren) overgedragen?
Overdraagbaar door contact
* Schoolkinderen
* Familie
* Huisdieren
Diagnostiek: KOH-preparaat
Wat zijn de kenmerken van candida?
- Commensaal mond, tr. digestivus, vagina
- Afweerstoornis, obesitas, iatrogeen (AB)
- Slijmvliezen, plooien
- Mond: afschraapbaar
- Symmetrisch, schilferkraag, centraal erosie
- “Eilandjes voor de kust”
Hoe wordt intertrigo behandeld?
Bestrijd warmte, vocht en wrijving.
* Huidplooien schoon en droog
* Afvallen (bij overgewicht).
* Ernstige intertrigo: iets tussen de plooien)
* Bestrijd incontinentie.
Beschermende cremes, zonodig met antibacteriële, antimycotische, en/of anti-inflammatoire (corticosteroïden) toevoegingen.
Hoe worden gist/schimmelinfecties behandeld?
Algemene maatregelen
* Droog houden
* Secundaire infectie bestrijden
* Onderliggende problemen behandelen
Antimycotica lokaal
* Azolen (miconazolcreme, ketoconazolcreme)
* Whitfield creme of zalf
* Ciclosporox creme
Antimycotica oraal
* Azolen (itraconazol, fluconazol, dermatofyten en gisten - candida)
* Terbinafine (Dermatofyten)
* Nystatine (Candida)
Wat zijn de kenmerken van scabies (mijt)?
Jeuk, handen en voeten
Erythemateuze papels, vesikels en gangetjes, nodi (bij mannen in genitaalhebied, krabeffecten