Week 12 Flashcards
welke vene wordt gebruikt bij het plaatsen van een ICD?
Vena subclavia of vena sephalica
Wat zijn de voordelen van het plaatsen van een ICD via het veneuze systeem?
- lagere drukken
- minder bochten
- geen kans op herseninfarct bij een stolsel
Waaraan vast de ICD uiteindelijk geplaatst?
aan de pectoralis spier
Welke 3 typen medicatie wordt gebruikt bij de behandeling van veneuze trombose?
- heparine (UFH, LMWH)
- Vitamine K antagonisten
- Directe orale anticoagulantia (DOAC)
Kenmerken heparine
- intraveneus en subcutaan
- werkt na 2 minuten en korte halfwaardetijd
- versterkt werking anti-trombine
- onvoorspelbaar effect
- dosering aanpassen a.d.h.v. stollingstijden: aPTT
Kenmerken laag moleculair gewicht heparine (LMWH)
- subcutaan
- langere halfwaardetijd
- voorspelbaar effect
- patiënt kan het zelf toedienen
- geen controle antistollingsniveau nodig
Kenmerken vitamine K antagonisten (coumarines)
- meest gebruikt orale antistollingsmedicatie
- remmen aanmaak vitamine k afhankelijke factoren (II, VII, IX, X) in lever
- voorbeelden zijn: acenocoumarol (halve dag halfwaardetijd), fenprocoumon (140 uur halfwaardetijd)
INR
international normalized ratio: de PT wordt hierbij gemeten. Bij gebruik van vitamine K antagonisten zal deze verlengd zijn. INR = patiënt PT/normale PT
Kenmerken DOAC’s
- remmen factor Xa
- voorbeelden van XA remmers zijn: rivaroxaban, apixaban, eduroxaban
- remmen trombine
- voorbeeld van IIa remmers: dabigatran (niet bij nierinsufficiëntie)
- halfwaardetijd is 10-11 uur
Kenmerken trombocytenaggregatieremmers
- Aspirine (ascal): heeft als werkzame stof salicylzuur, remt irreversibel cyclo-oxygenase (nodig voor omzetting arachidonzuur naar tromboxaan), na 7-10 dagen uitgewerkt.
- ADP-receptor blokkers (clopidogrel): remmen secundaire hemostase, ADP receptor wordt geblokt waardoor er minder arachidonzuur is, werking sterker dan aspirine.
Wat zijn de klinische beslisregels bij een longembolie?
De WELLS-score: deze moet meer dan 4 punten zijn en dan kan er sprake zijn van een longembolie en moet er een CT-scan gemaakt worden. Als het minder dan 4 is moet er een D-dimeertest gedaan worden, is dit hoger dan 0,5, ook een CT-scan.
De YEARS-beslisregel: echte relevante elementen samengevoegd; klinische tekenen DVT, hemoptoë en longembolie als meest waarschijnlijke diagnose.
Leeftijd afhankelijke D-dimeer: 0,01 x leeftijd.
Wat is de behandeling bij een longembolie?
standaard een DOAC
Trias van Virchow
- vaatwandbeschadiging: trauma, operatie, infuus
- stase: immobiliteit, vliegreis, veneuze obstructie door zwangerschap, tumor of obesitas
- hypercoagulabiliteit (verhoogde stollingsneiging bloed): kanker, zwangerschap, anticonceptiepil, trombofilie
Symptomen DVT
Dik, glanzend, rood, pijn, warm been
Diagnostiek van DVT, echografie
CUS (compressie ultrasonografie): met de echokop druk je op het vat, zit er een stolsel dan gaat het niet dicht, anders wel. Heel betrouwbaar.