week 10 mamma Flashcards
epidiologie mammacarcinoom
80% sporadisch
5-10% familiair (niet erfelijk)
5-10% hereditair (aantoonbare erfelijke factor)
aantoonbare erfelijke factor mamma
meestal BRCA1/2
lifetime risico 60-80%
sterk verhoogd risico op ovariumcarcinoom
als op jonge leeftijd bestraald op thorax hetzelfde risico als brca
wanneer denken aan erfelijke vorm mamma
- familiair voorkomen
- jonge leeftijd diagnose
- meerdere keren mammacarcinoom
- man met borstkanker
- combinaties van soorten kanker -> mammacarcinoom en ovariumcarcinoom
klinische presentatie mammacarcinoom
- palpabele afwijking
- ingetrokken tepel
- ontstoken borstweefsel (peau d’orange)
- pijn
aanvullende diagnostiek
eerste instantie mammagrafie (eerste keus bij verdenking mammacarcinoom)
eventueel cytologische punctie en histologisch biopt
afhankelijk van onderzoeksresultaten wordt ook een MRI en/of echo van oksel gemaakt
sommige gevallen een botscan, CT-scan of PET- scan
doel: stellen diagnose en stagering
hoog risico groep mamma
- T4
- lymfekliermetas
- recidief mamma
- klinische verdenking op metas
CT-thorax/ abdomen en botscan
OF PET-CT
TNM classificatie mamma T
Tis: in situ
T1: <2 cm
T2: 2-5 cm
T3: >5 cm
T4: ingroei ander orgaan
TNM classificatie mamma N
N0: geen aangedane lymfeklieren
N1: bewegelijke, pathologische regionale lymfeklier
N2: gefixeerde regionale lymfeklier
N3: ipsilaterale lymfeklier
TNM classificatie mamma M
M0: geen metastasen op afstand
M1: metastasen op afstand
anatomie mamma
acini -> lobulus -> terminale ductulaire lobulaire unit
ducti en lobuli bestaat uit twee lagen
-luminale cellen: secretaire eigenschap, binnenkant
- myoepitheelcellen: contractiele eigenschappen, buitenkant
pathologie mamma
goedaardig
- mastopathie (lumpy breast disease)
- hyperplasie
- fibroadenoom
kwaadaardig voorstadium
- ductaal carcinoma in situ (solide)
- lobulair carcinoma in situ (diffuus)
kwaadaardig
- adenocarcinoom
- sarcoom/ maligne phyllodes tumor
verschil cytologische punctie en histologisch onderzoek
cytologische punctie is snel en weinig invasief maar weinig sensitief en specifiek
histologisch onderzoek is vaker classificerende diagnose en onderscheid tussen in situ en invasief is mogelijk te zien en receptor bepaling is mogelijk maar duurt lang
phyllodes tumor
fibro-epitheliale tumor
zeldzaam
lijkt op sacroom
celrijk, scherp omschreven, groeit relatief snel
metas zeldzaam
carcinoma in situ
neoplastische proliferatie epitheel
binnen contour van de duct
basaalmembraan intact
geen bloedvoorziening -> necrose/ verkalking
vaak gedetecteerd door microcalcificaties
twee soorten:
- ductaal: groeit in buissystemen, cellen sterk begrensd, vaak microkalk zichtbaar
- lobulair: geen symptomen, meestal geen calcificaties, diffuus en billateraal door verlies van E-cadherine eiwit
adenocarcinoom
invasief carcinoom uitgaande van epitheel
gaat uit van terminale ductulaire lobulaire unit
twee typen:
ductaal: buisvorming en cohesie tussen cellen zichtbaar
lobulair: diffuse groei zichtbaar door verlies E-cadherine
receptorstatus
oestrogeenreceptor en progesteron receptor zijn meestal positief
HER2-receptor meestal negatief
lymfekliermetas bij mamma
primair: naar schildwachtklier/ oksels/ parasternale klieren/ klieren in het begin van hals en supra- en infraclaviculair
men streeft hierbij nog naar genezing
secundair: klieren aan contralaterale zijde/ in de andere oksel/ in de buik/ hoger in de hals
geen genezing ( met uitzondering van sommige metas in de andere oksel)
hematogene metas
meestal in longen, lever, bot
ook huid, longholte, buikwans, buikholte, eierstokken en hersenen
afstandmetas zijn niet meer te genezen
micrometas
uitzaaiingen die er wel zijn maar nog niet aangetoond kunnen worden
niet0detecteerbare mammacarcinoom cellen
kunnen worden bestreden met behulp van (neo-) adjuvante chemo
wanneer het macrometas wordt is niet te genezen
subtypen borstkanker op basis van receptorstatus
HR+, Her2-
(luminal A)
ER/PR receptor aanwezig
Her2 receptor afwezig
anti-HTx ja
anti-her2 Tx nee
subtypen borstkanker op basis van receptorstatus
HR+, Her2+
(luminal B)
ER/PR receptor aanwezig
Her2 receptor aanwezig
anti-HTx ja
anti-her2 Tx ja
subtypen borstkanker op basis van receptorstatus
HR-, Her2-
ER/PR receptor afwezig
Her2 receptor aanwezig
anti-HTx nee
anti-her2 Tx ja
subtypen borstkanker op basis van receptorstatus
triple negatief
ER-, PR-, Her2-
ER/PR receptor afwezig
Her2 receptor afwezig
anti-HTx nee
anti-her2 Tx nee
chirurgie van de mamma
bijna nooit een op zichzelf staande behandeling
borstsparende operatie altijd icm bestraling!!
- borstsparend= mammasparende therapie -> chirurgie en bestraling
- borstamputatie = ablatio = mastectomie -> chirurgie -> borstreconstructie voor esthetiek