Week 10 - 31 januari t/m 4 februari Flashcards

1
Q

Wat is de formule van de GFR?

A

GFR = (U x V) / P

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke vormen van acute nierinsufficiëntie zijn er waarbij verbetering mogelijk is?

A
  • Prerenale nierinsufficiëntie: tubuli functioneren goed, geen structurele afwijkingen en geen eiwit in de urine
  • Renale nierinsufficiëntie: bij structurele beschadiging van de nier, bij eiwit in de urine
  • Postrenale nierinsufficiëntie: meestal is er sprake van verlaagde urineproductie (door obstructie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doet de nier bij een lage bloeddruk (80/40 mmHg)?

A

Natrium vasthouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is er nodig voor prerenale nierinsufficiëntie?

A
  • Het moet reversibel zijn

- Nier moet geen structurele schade hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar moet je naar kijken bij verdenking op acute nierinsufficiëntie (structurele afwijkingen)?

A
  • Werkt de tubulus naar behoren?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een brown muddy cast?

A

Afgietsels van dode tubulusepitheelcellen (voornamelijk PT) in de urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat impliceren brown muddy casts?

A

Dat er een obstructie van de tubulus is -> acute tubulaire necrose (ATN) (= acute kidney injury, AKI)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom wordt de tubulus necrotisch?

A

Krijg je als er een verschil is tussen wat een cel nodig heeft en wat de cel krijgt: cellen in PT hebben veel O2 nodig voor mitochondriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt het in dat nier epitheelcellen (tubuluscellen) gepolariseerd zijn?

A

Dat de basolaterale membraan er anders uit ziet dan de apicale membraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent het als er lymfocyten en eosinofiele granulocyten tussen de tubuli in een nierbiopt te zien zijn?

A

Teken van overgevoeligheidsreactie in tubulo interstitiële component: acute allergische tubulo-interstitiële nefritis -> vorm van renale nierinsufficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een mogelijke oorzaak van postrenale nierinsufficiëntie bij een 56-jarige man?

A

Prostaat hypertrofie -> veroorzaakt obstructie van urethra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van postrenale nierinsufficiëntie?

A
  • Ureter (2x)
  • Blaas
  • Prostaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is K sensing?

A

Signaal dat door bijnieren wordt omgezet in afgifte aldosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar wordt de K+ uitscheiding door gereguleerd?

A
  • Aldosteron

- Hoeveelheid Na+ die beschikbaar is om uit te wisselen voor K+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een bijwerking van thiazidediuretica?

A

Te weinig K+ in het bloed

- Werking: toegenomen uitscheiding van Na+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de normaalwaardes voor plasma K+?

A

3,5 - 5,1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat gebeurt er bij grote inname van K+?

A

Grote verschuiving van K+ naar het intracellulaire compartiment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat gebeurt er bij inname K+?

A
  • Signaal van darm naar nieren dat K+ moet worden uitgescheiden
  • Piekje in plasma K+: hierna shift van K+ de cel in
  • Nier kan toename K+ registreren en zet het om in meer natriurese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat gebeurt er bij signalering van K+ piekjes in het plasma door de DCT?

A

Remming van NCC (natrium chloride cotransporter) -> verhoging hoeveelheid Na die aangeboden wordt aan volgende deel (kan ook door toediening thiazidediuretica)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn symptomen van hypokaliëmie?

A
  • Spierzwakte, spierkramp -> paralyse
  • Veranderingen in ECG / hartritmestoornissen -> u-golf
  • Effecten op nier
  • Glucose intolerantie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn exciteerbare cellen?

A

Cellen waar actiepotentialen plaatsvinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn symptomen van hyperkaliëmie?

A
  • Spierzwakte, paralyse
  • ECG
  • Aritmie
  • Verlaagde urine acidificatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is het gevolg van hyperkaliëmie?

A

Depolarisatie -> eerst tot activatie en later remming van voltage-gated Na-kanalen met opening van K-kanalen: in laatste stadium worden cellen refractair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn oorzaken van hypokaliëmie?

A
  • Redistributie/shift
  • Gastrointestinaal K-verlies: mensen met diarree verliezen meer K via darm
  • Urine K-verlies (meestal)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Hoe kan er shift van K ontstaan bij hypokaliëmie?

A
  • Acute stress
  • Metabole acidose
  • Insuline
  • Bèta-agonisten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe kan er shift van K ontstaan bij hypokaliëmie?

A
  • Acute stress
  • Metabole acidose
  • Insuline
  • Bèta-agonisten: catecholamines (zelfde werking)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Waar moet naar gekeken worden bij differentiatie van hypokaliëmie?

A
  • Urine K+
  • Aanwezigheid van hypertensie
  • Zuur-base status
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Hoe kan het distaal natriumaanbod worden verhoogd (zodat urine kaliumexcretie kan worden verhoogd)?

A

Door lis- of thiazide diuretica of tubulopathie (ook aldosteron stijgt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Hoe kan de hoeveelheid aldosteron verhoogd worden?

A
  • Primair hyperaldosteronisme: overactieve bijnier
  • Secundair hyperaldosteronisme
  • Pseudohyperaldosteronisme: lijkt alsof aldosteron hoog is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is primair hyperaldosteronisme?

A

Plasma renine is verlaagd, plasma aldosteron is verhoogd

  • Oorzaak: overproductie bijnieren
  • Gevolg: meest voorkomende oorzaak secundaire hypertensie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is secundaire hyperadlosteronisme?

A

Plasma renine is verhoogd, plasma aldosteron verhoogd

- Nierarteriestenose: nier denkt dat er minder doorbloeding is (hypovolemie) -> activeert RAAS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat is pseudohyperaldosteronisme?

A

Plasma renine verlaagd, plasma aldosteron verlaagd

  • Veroorzaakt door glycyrrizinezuur in drop
  • Syndroom van Cushing: hypercortisolisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is het gevolg van glycyrrizinezuur in drop?

A

Remt het enzym dat normaal gesproken cortisol inactiveert -> cortisol kan zelfde werking hebben als aldosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat zijn oorzaken van hypokaliëmie door renaal kaliumverlies?

A
  • Lis- en thiazidediuretica en tubulopathieën
  • Primaire, secundair en pseudohyperaldosteronisme
  • Verlies van maagsappen (braken, maagsonde)
  • Hypomagnesiëmie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat is de werkingen van magnesium binnen de cel?

A

Werkt als soort kurk voor ROMK: zorgt ervoor dat niet alle K uit de cel lekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat gebeurt er bij hypomagnesiëmie?

A

Kurkfunctie gaat verloren door hypokaliëmie en verlaagde productie intracellulair magnesium -> meer K+ verlies -> secundair aan hypomagnesiëmie meer K uitplassen

37
Q

Hoe wordt hypokaliëmie behandeld?

A
  • Oorzaak wegnemen
  • Kaliumsparende diuretica of MR receptor blokkers
  • Kaliumchloride
38
Q

Wat zijn oorzaken van hyperkaliëmie?

A
  1. Pseudohyperkaliëmie
  2. Shift van K uit cellen
  3. Minder glomerulaire filtratie
  4. Minder kaliumsecretie door nier
39
Q

Wat is de oorzaak van pseudohyperkaliëmie?

A

Bij bloedafname wordt soms gevraagd vuist te maken -> door aanspannen spieren komt K+ vrij -> wordt gemeten in bloed

40
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van pseudohyperkaliëmie?

A
  • Hemolyse door bloedafname

- Trombo- of leukocytose

41
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van shift van K uit cellen bij hyperkaliëmie?

A
  • Metabole acidose

- Celverval (hemolyse, tumor lysis)

42
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van minder glomerulaire filtratie bij hyperkaliëmie?

A

Acute of chronische nierinsufficiëntie

43
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van minder kaliumsecretie door nier?

A
  • Remming RAAS

- Volumedepletie (afname distaal Na-aanbod)

44
Q

Wat zijn ECG veranderingen bij hyperkaliëmie?

A

Verlengd QRS complex

45
Q

Hoe kan hyperkaliëmie behandeld worden?

A
  • Restore: toediening van Ca of hypertoon zout
  • Redistribute: insuline-glucose, salbutamol, natriumbicarbonaat
  • Remove
46
Q

Hoe kan kalium uit het lichaam verwijderd worden?

A
  • Lisdiuretica
  • Infuus
  • Herstel diurese
  • Kaliumbinder
  • Dialyse
47
Q

Wat is er nodig voor iedere H+ die uit dierlijke eiwitten wordt gesynthetiseerd?

A

1 mmol bicarbonaat

48
Q

Wat is een versimpelde versie van Henderson Hachelbach?

A

pH = nier/longen

49
Q

Wat gebeurt er bij astrup?

A

Arterieel bloed wordt geprikt uit de a.radialis

50
Q

Hoe kom je tot een conclusie wat betreft het zuur base evenwicht?

A
  1. Kijk naar pH

2. Past de pCO2 of de [HCO3-] bij de pH?

51
Q

Wat zijn oorzaken van metabole acidose?

A
  • Toegenomen zuur productie: organische zuren
  • Verlies van HCO3-(PTA of diarree)
  • Verminderde renale zuur excretie: verminderde productie nieuw HCO3-
52
Q

Wat houdt je over na kationen - anionen?

A

Negatieve ionen anders dan Cl- en HCO3-: ionen gevormd door negatieve lading albumine

53
Q

Waar zegt de aniongap iets over?

A

Of er nieuw zuur / nieuwe zuurresten zijn bijgekomen

54
Q

Wat is de normale anion gap?

A

12 mmol/L (als je K+ wel meerekent: 16 mmol/L)

55
Q

Wat is een mogelijke oorzaak van verhoogde aniongap?

A

Verminderd insuline: glucose kan cel niet in -> onvolledige dissimilatie -> ketonen

56
Q

Wat moet je doen bij elke casus waar Na, Cl en HCO3- bekend is?

A

Anion gap berekenen

57
Q

Wat zegt een lage Na concentratie in de urine?

A

Dat de nier denkt dat er volumedepletie is geweest (is ook bij diarree)

58
Q

Welk hormoon regelt uitscheiding van HCO3-?

A

Angiotensine II

59
Q

Waar werkt Ang II op?

A

NHE 3

60
Q

Op welke manieren kan chloor depletie voorkomen?

A
  • Braken
  • Diuretica
  • Lang zweten
61
Q

Waar wordt ammonium gemaakt?

A

Proximale tubulus

62
Q

Wat is er aan de hand bij het ontbreken van NH4+ in de urine?

A

Distale renale tubulaire acidose

63
Q

Wat gebeurt er als je bicarbonaat kwijt raakt?

A

Wordt opgevuld door chloride

64
Q

Hoe wordt de aniongap verhoogd?

A
  • Bij veel albumine in het bloed
65
Q

Wat zijn de functies van aldosteron?

A
  • Volumebalans: Na+-reabsorptie via NCC

- K+-secretie: Na+-reabsorptie in Enac met bijkomende K+-secretie

66
Q

Hoe verhoogt K+ de aldosteronafgifte door de bijnier?

A

Direct

67
Q

Wat is het gevolg van overmatig chips eten?

A

Hypernatriëmie (te maken met water) -> op te lossen door water te drinken

68
Q

Wat is DDAVP?

A

Kunstmatige vorm van ADH

69
Q

Waarom bij hypernatriëmie DDAVP ipv lisdiuretica?

A

Het gaat om een waterprobleem en geen zoutprobleem

70
Q

Wat is het verschil tussen centrale en renale diabetus insipidus?

A

Centraal: geen ADH productie
Renaal: ADH werkt niet

71
Q

Wat is een Bricker-lis?

A

Blaas weggehaald en kunstblaas gemaakt van dunne darm

72
Q

Wanneer is creatinine een goede marker van de GFR?

A

Als het niet actief wordt gereabsorbeerd of uitgescheiden (in darm vindt reabsorptie wel plaats)

73
Q

Hoe komt het dat de hoeveelheid urine na consumptie van alcohol meer is dan dat er gedronken is?

A

Alcohol remt de ADH afgifte

74
Q

Welk verschijnsel past niet bij acute nierinsufficiëntie?

  • Hypertensie
  • Oedeem
  • Normale urine productie
  • Verlaagd serum creatinine
A

Verlaagd serum creatinine

75
Q

Wat is een verklaring voor een metabole acidose met respiratoire compensatie?

A

Patiënt is in shock

76
Q

Hoe is de aniongap bij diarree?

A

Normaal: verlies van HCO3- wordt gecompenseerd door Cl-

77
Q

Wat is de TAL?

A

Dikke, opstijgende deel van de lis van Henle

78
Q

Welke kant van de cel is de interstitiële vloeistof?

A

Basolateraal: Na,K pomp zit altijd basolateraal

79
Q

Welke transporteiwitten zitten altijd apicaal?

A
  • Enac
  • NCC
  • NKCC2
  • NHE3
80
Q

Waaruit bestaat van urine naar bloed, de filtratie barrière?

A

Epitheel (podocyten) - glomerulaire basaalmembraan - endotheel

81
Q

Waar vindt K+ secretie plaats?

A

CCD: corticaleverzamelbuis (hier ‘‘woont’’ Enac)
Ook: TAL en DCT

82
Q

Welk effect heeft hypokaliëmie op de secretie van H+ in de tubulus?

A

Neemt toe door activatie van H/K ATPase

83
Q

Welke cel geeft bicarbonaat af aan het lumen van de tubulus?

A

Bèta IC cel

84
Q

Wat veroorzaakt de drijvende kracht voor de tubulaire reabsorptie van fosfaat?

A

Na/K ATPase

85
Q

Wat wordt als enige in de tubulus niet gedreven door Na/K ATPase?

A

Actief transport (H+ ATPase bijvoorbeeld)

86
Q

Welk effect heeft insuline op de verdeling van K over het lichaam?

A

Verlaagt K in ECV door effect op Na/K ATPase

87
Q

Waarom wordt NH4+ gereabsorbeerd in de TAL?

A

Om te voorkomen dat het in de schors komt

88
Q

Waar wordt nieuw bicarbonaat gemaakt?

A

In de verzamelbuis: op het moment dat er een H+ de urine in gaat en een HCO3- het bloed in gaat