Week 10 Flashcards

1
Q

Week 10 - leerdoel

de pathogenese, risicofactoren en diagnostische methoden van septische artritis en osteomyelitis benoemen en beschrijven.

A

PA:
* infectie van het bot, beenmerg en beenvlies => bacteriën vanuit infectie elders in het lichaam via het bloed en het bot binnendringen
* SA: infectieuze, acuut ontstane artritis => vrijwel altijd bacterieel. Bacterie nestelt zich in het gewricht

RF:
* Hogere leeftijd, DM, beschadigd gewricht;, gewrichtsprothese, recente gewrichtschirurgie, huidinfecties, gestoorde afweer

DI:
* het beloop en de aanwezigheid van andere klachten
* Bloedbeeld (algemeen (CRP, BSE), IgM-rf, ANF, anti-CCP, gericht (urinezuur …)
* Beeldvorming (X-ray, CT, echo, bot-scan)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Week 10 - leerdoel

de hoofdlijnen van behandeling en prognose van septische artritis en osteomyelitis beschrijven.

A

SA:
* AB + ontlasten (drainage van vocht/pus)
* mortaliteit van 10-15%
* 25-50% van de patiënten verliest gewrichtsfunctie
* 20% ervaart een afname van het zelfstandig functioneren.

OM:
* Antibiotica - flucloxacilline
* Chirurgische drainage bij OM + artritis
* prognose is afhankelijk van een snelle diagnose, adequate antibiotische therapie
* mortaliteit 4%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Week 10 - leerdoel

het begrip spondylartropathieën globaal beschrijven en de verschillende vormen en de klinische manifestaties van spondylartropathieën benoemen.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Week 10 - leerdoel

de verschillen tussen inflammatoire en niet-inflammatoire gewrichtsklachten (inclusief rugpijn) benoemen.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Week 10 - leerdoel

uitleggen waarom vroege herkenning, nieuwe diagnostische criteria en vroege behandeling van reumatoïde artritis van belang zijn.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Week 10 - leerdoel

de pathofysiologie en het klinische beeld van reumatoïde artritis beschrijven.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Week 10 - leerdoel

de extra-articulaire manifestaties en complicaties van reumatoïde artritis beschrijven.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Week 10 - leerdoel

de belangrijkste anti-inflammatoire medicamenten, DMARD’s en biologicals voor de behandeling van RA benoemen.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Week 10 - leerdoel

de pathogenese van reactieve artritis beschrijven, het ziektebeeld reactieve artritis herkennen en de therapeutische mogelijkheden benoemen.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Week 10 - ZO

welke cellen belangrijk zijn in het ontstaan van RA.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Week 10 - ZO

Op welke manier de verschillende cellen (in het gewricht) met elkaar communiceren en welke cytokinen en auto-antilichamen hierbij een belangrijke rol spelen.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Week 10 - ZO

welke cellen belangrijk zijn bij botafbraak.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Week 10 - ZO

het gebruik van biologicals binnen de behandeling van immuun gemedieerde ziekten, zoals reumatoïde artritis.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly