Week 1: ZO4 ==> ICF-model Flashcards

1
Q

Uit welke onderdelen bestaat de ICF-checklist?

A

Stoornissen (impairment)

Activiteitsbeperkingen

Partiticipatieproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een stoornis / impairment volgens de ICF

A

Een significant verlies of afwijking in lichaamsfunctie (b.v. gevoel / spierkracht) of anatomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaat functioneren volgens de ICF?

A

Lichaamsfuncties
Lichaamsstructuren
Activiteiten
Participatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een aandoening volgens de ICF?

A

Het totaalbeeld van ziekte / aandoening / stoornis / wond / trauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een activiteitsbeperking volgens de ICF?

A

Moeilijkheid bij het uitvoeren van een activiteit / meerdere activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn participatieproblemen volgens de ICF?

A

Problemen bij het deelnemen aan het (normaal) maatschappelijk leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn omgevingsfactoren / externe factoren volgens de ICF?

A

Invloeden van buitenaf die het functioneren kunnen verbeteren of belemmeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn persoonlijke factoren volgens de ICF?

A

Gegevens van een persoon die verder niet bijdragen aan de gezondheid (inclusief motivatie om iets te doen b.v.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly