Week 1: VO1 ==> leefstijladvisering Flashcards

1
Q

Wat zijn de deelprocessen bij motiverende gespreksvoering?

A

I ==> engageren
II ==> focussen
III ==> ontlokken
IV ==> plannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke uitgangspunten horen bij motiverende gespreksvoering en bij welke deelprocessen passen deze (het beste)?

A

Empathische houding ==> engageren, focussen

Naast de patiënt staan ==> engageren, focussen

Ambivalentie exploreren ==> engageren, focussen, ontlokken

Focus op verandering ==> allemaal

Aansluiten bij de fase van de patiënt ==> allemaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke technieken kunnen worden gebruikt bij motiverende gespreksvoering?

A

ORBSI
==> Open vragen
==> Reflecteren
==> Bevestigen
==> Samenvatten
==> Infomeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke instrumenten kunnen worden gebruikt bij motiverende gespreksvoering?

A

Agendamapping
Agendasetting
Beslissingsbalans
Belangen- / vertrouwensmeetlat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt verstaan onder het uitgangspunt empathische houding?

A

Inleven
Niet oordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt verstaan onder het uitgangspunt naast de patiënt staan? Welke technieken kunnen hierbij worden gebruikt? Welke instrumenten?

A

Een werkrelatie aangaan met de patiënt om de focus te vinden
==> open vragen, reflecteren
==> agendamapping / -setting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt verstaan onder het uitgangspunt ambivalentie exploreren? Welke instrumenten passen hierbij?

A

Je wilt zoeken naar behoud- / verandertaal
==> beslissingsbalans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt verstaan onder het uitganspunt focus op verandering? Welke technieken passen hierbij? Welke instrumenten?

A

Je wilt verandertaal ontlokken in de patiënt
==> alle technieken
==> belangen- / vertrouwensmeetlat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt verstaan onder het uitgangspunt aansluiten bij de fase van de patiënt?

A

Dat je niet te snel / langzaam wilt gaan. Anders raak je de patiënt kwijt / motiveer je niet genoeg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat voor vormen van de techniek reflecteren zijn er?

A

Eenvoudig ==> “u vindt het lastig”

Dubbelzijdig ==> “enerzijds … anderzijds …” ==> eindigt met de verandertaal!

Versterkt ==> “het is totaal onmogelijk voor u om te stoppen”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is belangrijk bij de techniek informeren?

A

Informeren op maat!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is agendamapping?

A

Als er nog geen duidelijke focus is, moet deze eerst worden bepaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is agendasetting?

A

Bespreken wat de inhoud van het gesprek gaat zijn
Expliciet vragen om aanvullingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een beslissingsbalans? Wat zijn de voordelen hiervan?

A

I ==> voordelen huidig gedrag
II ==> nadelen huidig gedrag
III ==> nadelen gezonder gedrag
IV ==> voordelen gezonder gedrag

Voordelen:
==> verrast de patiënt over de voordelen van huidig gedrag
==> eindigt met de voordelen van gezonder gedrag
==> krijgt alle barrières in kaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de belangen- / vertrouwensmeetlat?
Wat is hierbij belangrijk?

A

Op een schaal van 1-10 aangeven hoe belangrijk verandering is / hoeveel vertrouwen er is dat het gaat lukken

Vragen “waarom is het niet lager” ==> ontlokt verandertaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is actieve verandertaal?

A

Als iemand middels een concreet / uitgevoerd voornemen aangeeft een intentie / besluit te hebben