week 1 Flashcards
Wat doet de arts-microbioloog?
Ondersteuning van artsen en overige hulpverleners/medewerkers op gebied van infectieziekten
Wat kunnen veroorzakers zijn van infectieziekten?
- Bacteriën
- Virussen
- Schimmels/gisten
- Parasieten
Wat zijn kenmerken van bacteriën?
- Prokaryoten
- Eencelligen
- Dubbelstrengs, circulair DNA
- Vaak ook plasmidaal DNA
Wat zijn kenmerken van virussen?
- Voor vermeerdering afhankelijk van gastheercellen
- Alleen DNA of alleen rna
- Enkelstrengs of dubbelstrengs
- Omgeven door eiwitmantel
Wat zijn kenmerken van fungi?
- Eukaryoten
- Schimmels zijn meercellig, gisten zijn eencellig
- Unicellulair: gisten
- Vertakkende draden: schimmels
- Velen dimorf
- Voortplanting door sporen
Wat zijn kenmerken van parasieten?
- Eukaryoten
- Parasitaire levenswijze
- Maken gebruik van de gastheer voor ontwikkeling, dus zijn geheel of ten dele afhankelijk van gastheer voor ontwikkeling
Waar in het lichaam kan je geen micro-organismen vinden?
- Gewrichtsvocht
- Liquor hersenen
- Buikholte (behalve inhoud darm)
- Thoraxholte (behalve luchtwegen)
Wat zijn kenmerken van de staphylococcus aureus?
- Grampositieve bacterie
- Heel veel mensen zijn gekoloniseerd met deze bacterie
- Vaak in neus
- Veel infecties worden door deze bacterie veroorzaakt, bv puist
Wanneer spreek je van een infectie?
- Schade of veranderende fysiologie door interactie gastheer met microorganisme
- Klinisch/subklinisch –> kan zowel subklinisch (geen symptomen) als klinisch zijn (wel symptomen)
- Keten van gebeurtenissen = pathogenese van infectieziekte
Waar is de pathogenese van infectieziekten van afhankelijk?
- Besmettingsroute
- Gastheer
→ Genetische achtergrond (bv malaria heeft goede bloedcelvorming nodig, dus mensen met sikkelcelziekte minder vatbaar voor malaria)
→ Immuunstatus - Micro-organisme
→ Virulentie/pathogeniciteit
- Gastheer
Wat is virulentie?
Vermogen van een micro-organisme om schade/ziekte te veroorzaken. Vaak uitgedrukt in aantal micro-organismen dat nodig is om ziekte te veroorzaken
· Virulentie wordt bepaald door virulentiefactoren:
→ Eigenschappen (bv eiwitten, moleculen) waarmee een micro-organisme de verdedigingsmechanismen van de gastheer kan ontlopen of teniet doen
→ Voorbeelden: adhesinen (pili), toxinen, kapsel van bacterie of gist etc.
Wat is pathogeniciteit?
Vermogen van micro-organisme om schade/ziekte te veroorzaken (absoluut)
Wat zijn primaire pathogenen?
· Bij besmetting regelmatig ziekteverschijnselen
· Ook mensen met goede afweer kunnen hier makkelijk ziek van worden
· Voorbeeld: staphylococcus aureus, influenza
Wat zijn opportunistische pathogenen en geef een voorbeeld?
· Veroorzaken alleen ziekte bij verminderde weerstand
· Voorbeeld: schimmelinfectie bij neutropenie
Welke infectieuze exogene triggers zijn er voor het immuunsysteem?
- Virus
- Bacterie
- Fungi
- Helminths (wormen)
- Protozoa (eencelligen)
Welke niet infectieuze exogene triggers zijn er voor het immuunsysteem?
- Zwangerschap
- Allergeen
- (allo)transplantaat
- Toxine
Welke endogene triggers zijn er voor het immuunsysteem?
- Trauma:
→ Brandwond
→ Botbreuk
→ UV straling
Wat doet het immuunsysteem?
Handhaven en herstellen van homeostase
Welke mechanische barrières zijn er tegen infectie?
· Epitheel
· Beweging: lucht, vloeistof
Welke chemische barrières zijn er tegen infectie?
· Vetzuren, zout, lage pH, enzymen, antimicrobiële peptiden (defensines)
Welke microbiologische barrières zijn er tegen infectie?
Microbiota
Welke leukocyten horen bij de adaptieve afweer?
B- en T-cellen
Waar bestaan de receptoren van de innate afweer uit en wat zijn de kenmerken?
· Genoom-gecodeerde receptoren
· Niet-klonale respons
· Snelle reactie
· Altijd in alle individuen
· Geen geheugenpopulatie
· Patroonherkenning
Waar bestaan de receptoren van de adaptieve respons uit en wat zijn de kenmerken?
· Gearrangeerde receptoren
· Klonale respins
· Heeft tijd nodig
· Verschillend per individu
· Opbouw geheugenpopulatie
· Specifieke herkenning